Oussama Darfalou namens FC Emmen in duel met een aantal spelers van RKC Waalwijk. Foto: ANP
FC Emmen wist de knappe doordeweekse zege op PSV geen vervolg te geven. RKC Waalwijk was zaterdagavond met 2-0 te sterk voor de ploeg van Dick Lukkien. Het was op z’n zachtst gezegd armoedig, concludeerde onze analist Jan van Dijk. Zeven dingen die hem opvielen.
Op dezelfde voet verder
Wat vanaf het eerste fluitsignaal opviel was dat FC Emmen in Waalwijk dezelfde formatie hanteerde als dinsdag tegen PSV. Opnieuw stuurde trainer Dick Lukkien vijf verdedigers het veld in. Het centrum bestond uit Michaël Heylen, Jeroen Veldmate en Keziah Veendorp en de flanken werden bestreken door Mohamed Bouchouari en Julius Dirksen. „Dat pakte tegen PSV prima uit”, zei onze analist Jan van Dijk. „Het was een logische keuze, omdat je tegen PSV, dat meer kwaliteiten heeft, in principe lager op het veld speelt. Met vijf achterin zorg je ervoor dat alles in een trechter komt.”
Dirksen zeer kwetsbaar
Tegen RKC Waalwijk pakte die tactiek beduidend minder goed uit, constateerde Van Dijk. Al na vier minuten opende de thuisploeg de score. Met speels gemak omspeelde Mats Seuntjens de lakse Dirksen en gaf de bal voor op Michiel Kramer, die vervolgens met een gehaaid hakballetje Emmen-goalie Mickey van der Hart verraste. Ruim twintig minuten later was het opnieuw raak voor de Noord-Brabanders en opnieuw was het Dirksen die niet vrijuit ging. Julian Lelieveld, zijn directe tegenstander, kreeg alle ruimte om de bal vanaf rechts diagonaal tegen de touwen de rammen.
Geen slimme keuze
Van Dijk ergerde zich kapot. „Als je voor een systeem met vijf verdedigers kiest tegen een ploeg als RKC, dan moet je Dirksen niet opstellen. Hij werd compleet overlopen, ging ook nauwelijks diep en het viel mij op dat zijn ploeggenoten hem vrijwel niet aanspeelden. Dat is niet voor niets. Je moet je dan als coach afvragen wat voor nut het heeft hem op te stellen. Het moet gezegd worden: het is ook lastig hoor als je van nature een centrale verdediger bent. Normaal gesproken heb je nog een back naast je die steun biedt. Ik had veel eerder ingegrepen, maar dat is makkelijk gezegd.”
Tactische omzetting
Dick Lukkien leek de woorden van Van Dijk ter harte te nemen. In de rust haalde de Veendammer oefenmeester Dirksen en Heylen eraf en bracht hij Jasin-Amin Assehnoun en de onlangs van PSV aangetrokken Dennis Vos. Met hen in de ploeg schakelde Lukkien op een gegeven moment over naar een systeem met vier verdedigers, met verrassenderwijs op de linksbackpositie Assehnoun, van nature een linkervleugelaanvaller. Zodoende creëerde de oefenmeester, althans in theorie, een aanvallender linkerflank. Daar waar tot dan toe geen enkel gevaar vandaan kwam.
Rood voor Bel Hassani
Een rode prent voor Illiass Ben Hassani leek de Emmenaren in de kaart te spelen. De aanvaller van RKC ging op de enkel staan van Mark Diemers en werd na ingrijpen van de VAR in de 50ste minuut richting de catacomben van het Mandemakers Stadion gestuurd. „Nou kan de wedstrijd gaan kantelen”, zei Van Dijk hoopvol. De voormalige trainer van FC Emmen zag dat zijn oude ploeg even opleefde, maar het de tegenstander nooit écht moeilijk kon maken. „Het ging te traag, er werd onvoldoende de diepte gezocht. Ze konden met een man meer nauwelijks een kans creëren.”
Zwakker dan nodig
Van Dijk erkende doorgaans een grote fan te zijn van Dick Lukkien, maar benadrukte nogmaals dat de trainer tegen RKC wat hem betreft in tactisch opzicht wat steekjes had laten vallen. „Door met vijf verdedigers te gaan spelen tegen een team dat kwalitatief redelijk gelijkwaardig is, maak je jezelf zwakker dan nodig. Achterin stonden ze op een gegeven moment met z’n drieën één mannetje te dekken. Dat heeft als gevolg dat de verdedigers soms niet meer weten wie ze moeten oppakken. Het werd rommelig. Daarnaast miste FC Emmen voorin de nodige stootkracht.”
Weinig karakter
Wat Van Dijk nog het meeste stoorde was de gelatenheid waarmee FC Emmen de tegenstander bestreed. „Natuurlijk is het een stukje kwaliteit dat de selectie ontbeert, maar tegen RKC toonde de ploeg ook nog eens niet de absolute wil om te winnen. Als je degradatiekandidaat bent, dan is alleen je best doen niet goed genoeg meer. Ik had in de tweede helft, ondanks het overtal, het gevoel dat de wedstrijd nog wel een dag kon duren en dat FC Emmen dan nog niet zou scoren. De ploeg toonde weinig karakter en geen meedogenloosheid, het was armoe troef. Zeer teleurstellend dit.”