Ik zit de rest van de avond verdwaasd op de bank. Niet goed wetend wat te denken, wat te voelen. Behalve dat ik toe ben aan een borrel, terwijl ik door de week niet meer drink.
We, jongste zoon en ik, kwamen somber thuis. Verslagen, letterlijk en figuurlijk. Mijn vrouw vroeg ook nog hoe het was. Onze appjes dus niet gelezen. Ik: ,,1-0 verloren van de laatste. FC Groningen staat nu onderaan. Het ab-so-lu-te dieptepunt. Verschrikkelijk.’’
,,Hoezo? Er zijn toch heel vaak dieptepunten geweest? Jullie zijn bijna nooit positief na een wedstrijd.’’
Nee, beken ik. Het voetbal is zelden goed, maar extra triest deze keer zijn die mafklappers die vlak voor tijd het veld opkomen.
,,Wat gebeurde, was dat ze door de familietribune werden uitgefloten en vervolgens die kant op liepen. Met wat voor plan? Knokken met de hele lange zijde? Dat lost wat op.’’
We begrepen er sowieso weinig van. Ze wilden de catacomben in. Ook daar: om wat te doen? Dan hoek je iedereen neer en dan?
Jongste zoon gaat nog steeds scheldend naar zijn kamer en ik zit stilletjes op de bank met alleen maar vragen. Geen antwoorden.
Eén voordeel, verzucht ik vlak voor het naar bed gaan. Als de FC naar de eerste divisie degradeert moeten we vrijdagsavonds naar de Euroborg. Geen rottige aanvangstijden meer op zaterdag en zondag.
,,Maar ik mag toch aannemen’’, zegt mijn vrouw, ,,dat jullie dan geen seizoenkaart meer kopen.’’