Nu hij 8 is geworden is het tijd om flink te onderhandelen met zijn ouders. Het zoontje van mijn vriendin kreeg tot nu toe 1 euro zakgeld per week.
Na zijn verjaardag zegt hij: „Ik denk dat het tijd is mijn zakgeld te verhogen.’’ Ik ben op bezoek op de camping en zie het tafereel aan. „Waar zit je aan te denken?’’ vraagt zijn moeder. Steef komt niet onvoorbereid aan de onderhandelingstafel, hij heeft al over het bedrag nagedacht. „Ik zit te denken aan”, hij vindt het spannend, „1 euro 20.’’ Zijn moeder geeft geen kik. „Ik ga het overleggen met papa en we komen er bij je op terug.’’
In mijn jeugd kreeg ik geen zakgeld. Mijn moeder draaide met haar uitkering elk dubbeltje om. Toch wilde ik gelijk opgaan met mijn vriendjes, die wel zakgeld hadden. Onze voorraadkast was altijd gevuld met pakjes instant noedelsoep die mijn moeder kocht voor 50 cent per stuk. Dat was in de tijd dat je ze nog niet kon kopen bij de supermarkt, maar alleen bij de toko.
Marketingplan
Als een echte ondernemer probeerde ik ze aan de kinderen in de buurt te verkopen. Mijn marketingplan was: de noedels in het zakje verkruimelen, de kruiden eroverheen strooien en dan lekker smikkelen alsof het chips waren. Bij wijze van reclame liet ik iedereen op het plein ervan proeven. Het werd een hit. Ik verkocht ze voor 1 gulden per stuk, een winstmarge van 100 procent. Geen zakgeld, maar toch geld.
Misschien heb ik het ondernemerschap vroeg meegekregen van mijn vader die allerlei zaken opzette. Een echte ondernemer ziet kansen, is niet bang voor risico’s, hij krijgt er zelfs een soort kick van. Met mijn noedelchips kon ik snoep kopen of sparen voor iets bij de Intertoys. Ik leerde rekenen. Een snoepkikker kostte 5 cent, van de winst van één pakje noedelsoep kon ik er wel tien kopen.
Mijn vriendin zegt tegen me dat ze eigenlijk van plan was zijn zakgeld te verhogen naar 1 euro 50. Maar het bedrag honoreren wat hij zelf heeft bedacht zou hem veel meer voldoening geven. Dus het werd 1 euro 20. Steef kan het niet geloven, het is hem gelukt. Hij heeft geleerd te onderhandelen. Naast rekenen, sparen, verstandige keuzes maken. Vaardigheden die je leven lang nog nodig hebt.
Snoepkikkers of lego
Dat je leert bij het ontvangen van je salaris het niet gelijk allemaal uit te geven als je erna nog een hele maand moet. Dat je leert dat als je het ene koopt, het altijd ten koste zal gaan van iets anders. Niet alleen vaardigheden voor individuen, maar ook voor een kabinet. Als zij iets beloven, bijvoorbeeld de afschaffing van het eigen risico, moet dat geld toch ergens vandaan komen. Natuurlijk spreken de partijen liever niet over uit welke andere potjes dan. Zo zitten we in elkaar, we denken liever aan alles wat we winnen dan aan wat we verliezen. Tien snoepkikkers of een duurzaam legopakket op de lange termijn, zeg het maar.