De buitenissige Deense wijsgeer Kierkegaard (1813-1855) betoogde (ik citeer uit het hoofd): ‘Menig man werd een held door een vrouw, maar met de vrouw die hij kreeg, werd hij alleen maar staatsraad. Menig man werd een dichter door een vrouw, maar met de vrouw die hij kreeg, werd hij alleen maar journalist. Menig man werd een heilige door een vrouw, maar hij kreeg er geen, terwijl hij haar die hij wilde, niet kreeg. Het is maar goed dat een man niet alles aan één vrouw verschuldigd is.’
Nu is deze frase, zoals bij veel filosofen – neem slechts Schopenhauer of Nietzsche, evenals Kierkegaard al dan niet vrijwillig ongehuwd –, nogal vrouwonvriendelijk, maar ze schoot me onwillekeurig te binnen naar aanleiding van het Mahlerfestival vorige week.
Gedurende 10 dagen werd iedere avond op de klassieke zender één van Mahlers symfonieën ten gehore gebracht, waarbij de omroepster van dienst niet naliet telkens te vermelden dat de componist daarin iets duidelijk wilde maken aan zijn vrouw Alma. Meestal betrof het, volgens de presentatrice, een liefdesverklaring, maar soms kon je ook horen dat het niet allemaal koek en ei was tussen die twee.
Deze kinderlijke duiding van vooral muziek kom je dikwijls tegen. Alle stukken in mineur van Brahms zijn geboren uit zijn levenslang onbeantwoorde liefde voor Clara Schumann, Schubert, dat blijkt uit zijn weemoedige liederen, kon maar geen meisje krijgen, en Bach was zo verontwaardigd toen hem de kruisdood des Heren ter ore kwam dat hij terstond aan de Mattheüs-passie begon.
Mooiste meisje van Wenen
Die Alma Mahler gold voor haar huwelijk als het mooiste meisje van Wenen, wat voor ons niet echt na te voelen is aan de hand van de foto’s die er van haar gemaakt zijn. Het kan natuurlijk dat ze bijzonder charmant was, al is daar ook geen bewijs voor overgeleverd. Uit wat we wel weten, blijkt dat ze hartstochtelijk antisemitische opvattingen koesterde, ofschoon het merendeel van haar talrijke minnaars en echtgenoten (ze trouwde driemaal) Joods was.
Ze componeerde, maar geheel volgens de toen (eind 19de eeuw) geldende normen verbood Mahler haar dat. In het kader van voornoemd festival ontkende Gijs Scholten van Aschat, Mahler vertolkend, zulks echter: „Ik zei alleen dat ik haar werk nimmer zou uitvoeren. Dat was vanzelfsprekend ondenkbaar!” Mahler was de beroemdste dirigent van zijn tijd; als híj de muziekstukken van zijn gade veronachtzaamde, was er weinig kans dat een ander die wel op zijn repertoire zou nemen.
Onder de plak
Met uitzondering van Pauline de Ahna, de echtgenote van Richard Strauss, alweer een toonkunstenaar en tijdgenoot van Mahler, die volledig bij haar onder de plak zat (wanneer hij in haar ogen lummelend door het huis scharrelde, riep zij: „Richard, jetzt gehst komponieren!”), spelen de eega’s van grote kunstenaars zelden een belangrijke rol in hun biografie.
Dante was wel getrouwd, maar van zijn Gemma kennen we alleen de naam. De vrouwen van Mozart en Haydn hadden geen noemenswaardige invloed op hun werk, Petrarca, Camões, Beethoven, Leonardo da Vinci, Michelangelo, Baudelaire, Van Gogh, ga maar door, waren vrijgezel, zij het lang niet allemaal uit vrije wil. Je zou Kierkegaard bijna gelijk geven: het is soms maar goed dat een man niet in alles zijn zin krijgt.