Geef DOT in combinatie met het stadsstrand de kans die het verdient op de huidige plek | opinie

DOT heeft de afgelopen weken volop in de belangstelling gestaan. Oorspronkelijk ontworpen voor de tijdelijkheid, heeft DOT inmiddels een iconische status opgebouwd binnen de stedenbouwkundige architectuur van de stad Groningen. 

Wij zijn ons als Heemschut er heel goed van bewust dat het gebouw (en het aangrenzende stadsstrand) ooit zou moeten verdwijnen, maar de geplande verstening van dit unieke stukje stad door een initiatief dat nota bene de ‘Healthy Ageing Campus’ wordt genoemd is een ontwikkeling die bij Heemschut de wenkbrauwen doet fronsen. 

Daar waar de gemeente Groningen zich de afgelopen jaren heeft ingezet om hittestress door verstening te voorkomen én terug te dringen door vergroening (zie Dudok en de Grote Markt) zien we hier een omgekeerde beweging. Wij begrijpen nut en noodzaak voor realisatie van (betaalbare) huisvesting maar zien een verdere verstening van de binnenstad juist daar waar de stedenbouwkundige context zich leent voor juist het tegenovergestelde (stadstrand en omgeving DOT) precies een omgekeerde beweging. 

En precies in de week waarin landelijk het nieuws naar buiten is gekomen dat gezond (zowel fysiek als geestelijk) oud worden in stedelijke omgeving is af te meten aan de aanwezigheid én omvang van openbaar groen, gaat de gemeente Groningen juist dát ene stukje ‘groene’ natuur opofferen voor nóg meer verstening, nog meer verstedelijking.

Die zal immers niet ophouden bij de gewenste realisatie van 300 woningen, maar ook impact hebben op de infrastructuur. 300 Huishoudens moeten immers in een reeds dichtslibbende binnenstad voorzien worden van nutsaansluitingen én 300 huishoudens moeten zich, inclusief hun bezoekers, verplaatsen. De ideale ingrediënten voor een heuse binnenstedelijke nachtmerrie.  

Daarbij: waren de Eiffeltoren, het Atomium en het Vrijheidsbeeld oorspronkelijk ook niet bedacht als tijdelijk bouwwerk? Kunt u zich Parijs, Brussel of New York anno 2026 zonder deze iconen voorstellen? Laat DOT nu, in een tijd waar we naar een duurzaam beheer van de openbare ruimte moeten kijken, een nieuw icoon van de stad Groningen worden; en kijk slim naar de leegstand in en rond de stad Groningen als eerste pijler waar woonruimte via slim herbestemmen gerealiseerd kan worden. 

Criticasters zullen uiteraard aanvoeren dat DOT een geldverslindende bodemloze put is, maar dat gaat wat ons betreft niet op in een periode dat het gemeentebestuur 25 miljoen Euro aan belastinggeld beschikbaar wil stellen om het Museum der A – letterlijk – bovenwater te houden, en er stemmen op gaan om het zieltogende Groninger Museum als beloning voor mismanagement (naast de jaarlijkse bijdrage van 5 miljoen) eveneens riant te ondersteunen.

DOT en het Stadsstrand zijn op deze plek inmiddels geaccepteerd als een belangrijke toevoeging in de buurt die volop in ontwikkeling is. Omwonenden geven aan dat DOT zorgt voor levendigheid en een ontmoetingspunt is. Natuurlijk is het een logische ontwikkeling om de ‘Healthy Ageing Campus’ te verbinden aan het UMCG, maar dit kan ook een prima toevoeging zijn op het Zerniketerrein.

Geef DOT in combinatie met het stadsstrand de kans die het verdient op de huidige plek en kijk samen met exploitanten én inwoners van de stad hoe het terrein optimaal ingezet en gebruikt kan worden. En zet voor de – onbetwiste – reden om voor (betaalbare) woningen te zorgen, gemeentelijke instrumenten in die herbestemming van leegstaande MKB panden in het centrum makkelijker en eenvoudiger mogelijk maken.

Ga hierover het gesprek aan met betrokken inwoners en andere stakeholders. Op die manier versterk je de binnenstad, garandeer je de leefbaarheid op een duurzame, en klimaatadaptieve wijze én zorg je als stad ervoor, dat je het erfgoed van de toekomst creëert op een participatieve manier, waarmee de gemeente Groningen een lichtend voorbeeld zal worden in de uitvoering van het Europese verdrag van Faro.

De provinciale commissie Groningen van Erfgoedvereniging Bond Heemschut gaat hierover graag het gesprek aan met het gemeentebestuur en wethouder Rik van Niejenhuis in het bijzonder.