Danny Makkelie toont een gele kaart aan Antonio Rüdiger tijdens Duitsland-Hongarije, 19 juni 2024. Foto: EPA
Jacques d’Ancona recenseert de scheidsrechters op dit EK: Turpin floot echt niet als een topper, Makkelie liet veel gaan en Gözübüyük hield het wisselbord omhoog. ‘Strak. Niets op aan te merken.’
Voetbalfans weten weinig van scheidsrechters. Dat moeten we zo houden. Sommige fluitisten vallen omhoog, anderen omlaag. Dat is de realiteit.
Ooit – tientallen jaren terug – hadden we iemand van de eerstgenoemde categorie, die mocht fluiten op een wereldtoernooi in Aziatische streken. Hij heette Van Gemert, voornaam Arie.
Wie het kan navertellen, herinnert zich dat hij het karakteristieke zwarte shirt verwisselde voor een rood exemplaar. Op zich niet schokkend, maar er hing iets om hem heen. Hij werd in eigen land de drager van de bijnaam ‘hondenlul.’
Lugubere betekenis
Het is alweer jaren geleden, maar de kreet werd populair in de stadions, vér voor de tijd dat het begrip hooligan een lugubere betekenis kreeg.
Wie de vergelijking met het onderdeel van een hond (in relatie met scheidsrechters) heeft bedacht, is niet duidelijk. Er is geschiedenis geschreven. Voor handzaam gebruik zat er zelfs een pakkende inleiding aan vast, die het na arbitrale beslissingen prima deed bij loeiende massa’s: „Hi ha, hondenlul.” In de reeks voetbalteksten werd het geen blijvertje.
Dergelijke verschijnselen ontstaan en verdwijnen spontaan. Ze zijn niet gebaseerd op onderzoek in het teken van taalkundige wetenschap. Dit geldt ook voor het woord ‘homo’ als een ziek, discriminerend scheldwoord richting de scheidsrechter. Het is op weinig fluitisten letterlijk van toepassing, trouwens.
Arbitrage kritisch volgen
Schandalig, dom en onsportief, zulke uitdrukkingen. Maar het mag geen mens weerhouden de arbitrage kritisch te volgen.
De Franse arbiter Clément Turpin heeft een uitmuntende reputatie en op die gronden kreeg de man Duitsland-Schotland onder zijn hoede. Een openingswedstrijd geldt als smaakmaker waarin beleid wordt gesmeed.
Er is in het voetbal weinig nieuws te vertellen, maar er wordt constant gewerkt aan de uitleg, de toepassing en het bijslijpen van spelregels. De 24 scheidsrechters die voor dit EK-toernooi zijn aangewezen, kwamen vooraf bijeen. Ze zijn de beslissers, maar tolereren bazen die hen graag vertellen hoe het moet.
VAR blijft punt van discussie
Tijdens een soort cursus horen ze lezingen, krijgen ze instructies, trainen ze, lopen conditietesten en zien filmpjes. De UEFA is ambitieus en wil realiseren dat de boel ordelijke verloopt. Dit alles op weg naar de gedroomde, ideale combi van theorie en praktijk. En uiteraard blijft de VAR een punt van discussie...
Een korps specialisten is inmiddels gevormd. Daar zitten twee Nederlanders bij: Dieperink en Van Boekel. Ze waren woensdag actief bij het treffen Duitsland-Hongarije, geleid door Danny Makkelie met zijn vaste, uiterst betrouwbare secondanten Hessel Steegstra en Jan de Vries.
Die staan bekend als jongens die zich niet gek laten maken. In Stuttgart was Serdar Gözübüyük de zesde man van de Nederlandse deputatie ter plekke. Hij hield het wisselbord omhoog. Strak. Niets op aan te merken.
Fatsoenlijke taal
Het draait misschien om wíe de commando’s doorgeeft. De oud-international Björn Kuipers ging namens de organisatie op missie bij de teams van België, Turkije en Nederland om de richtlijnen over te brengen.
Hij geniet gezag en heeft ze verteld dat spelers hun grote mond moeten houden tegen de scheidsrechter en dat het afgelopen moet zijn met intimiderende wegwerpgebaren. Voor een gesprek is alleen de aanvoerder welkom, mits hij fatsoenlijke taal bezigt. Toen het spelregelboek werd geschreven, was dat al zo...
Kijk, dat de Portugees Conceiçao geel kreeg van de Italiaanse arbiter Massimiliano Irrati, toen hij dinsdagavond zijn shirt-loze borst toonde na de winnende goal tegen Turkije, lag voor de hand. Maar wat verwacht je? De zojuist genoemde monsieur Turpin floot echt niet als een topper.
‘Verkeerde’ speler geel
De VAR had hij nodig voor een strafschop, terwijl hij de situatie prima zelf had kunnen beoordelen. De ‘verkeerde’ speler opzadelen met een gele kaart is een gruwelijke misser. Net op tijd werd hij vanaf de kant gecorrigeerd. Bovendien, hij moet even navragen wat de Franse term voor ‘doodschop’ is.
Bij Nederland-Polen opereerde een babbelende, maar niet zo doortastende Portugese fluitist, die een zachtaardig potje matig leidde en qua persoonlijkheid niet de indruk maakte dat hij hoort bij de Europese klasse.
Die status heeft Danny Makkelie al bereikt. Pas in de dertiende minuut viel de eerste vrije schop. In totaal werden het er 8 voor Duitsland en 12 voor Hongarije. Een bescheiden aantal, het was geen ruige wedstrijd.
Makkelie liet veel gaan
Hij werd niet op de proef gesteld en stelde zijn eigen grenzen. Met een enkele terechtwijzing (en één keer een woedende blik) had hij de ploegen onder controle. Hij liet veel gaan. Dat is altijd een kwestie van het zoeken naar de balans. Spelers moeten daarin meegaan, anders wordt het niks.
Van deze partij blijft minstens één cruciaal moment hangen: de eerste goal van de Duitsers. Het VAR-advies luidde: ‘niets aan de hand.’ Dat was wel het geval. Er ging een overtreding aan vooraf.
Jacques J. d’Ancona is recensent van Dagblad van het Noorden en oud-scheidsrechter