De Britse premier Starmer ontvangt de Franse president Macron tijdens de Oekraine-top in Londen. Foto: Mediahuis
‘Wij leven in een bezeten wereld. En wij weten het. Het zou voor niemand onverwacht komen, als de waanzin eensklaps uitbrak in een razernij’.
Johan Huizinga schreef dit in 1935 in zijn boek In de schaduwen van morgen. De in Groningen geboren historicus, overigens de enige serieuze kandidaat voor de Nobelprijs voor literatuur die Nederland tot dusver heeft voortgebracht, zou zichzelf kunnen herhalen als hij vrijdagavond voor de televisie had gezeten.
De opwinding door de beelden trilt nog na. Was er eerst half februari het verraad door de Verenigde Staten toen president Trump met zijn Russische collega Poetin belde over een deal die tot vrede zou kunnen leiden. Nu kwam daar in het Witte Huis voor het oog van de camera’s een vernedering van de Oekraïense president Zelensky bovenop.
Laatstgenoemde had groot gelijk dat hij stevige woorden koos om zijn land en zichzelf te verdedigen tegen de agressieve opstelling van Trump en diens vicepresident Vance. Wat is hun belang om Poetin tegemoet te komen? Maar verstandig was het niet. NAVO-leider Rutte merkte zaterdag terecht op dat Oekraïne een manier moet vinden om de relatie met de Amerikanen te herstellen.
Die noodzaak is groot zolang de bondgenoten van Oekraïne niet in staat zijn voldoende wapens te leveren om het Russische leger op afstand te houden of zelfs terug te dringen. Zondag werd tijdens een ingelaste top in Londen alvast een signaal afgegeven. De titel van de top was veelzeggend: Securing our future, het veiligstellen van onze toekomst.
Vijfenzeventig jaar lang was het een geruststellende gedachte dat Europa beschermd werd door de NAVO met de Verenigde Staten als meest machtige factor. Het uitgangspunt ‘een aanval op een is een aanval op allen’ geldt nog steeds, maar is onzeker geworden in het door eigenbelang gedomineerde Trump-tijdperk.
Dit alles brengt de vorming van een Europees leger een stap dichterbij. Hoewel de haken en ogen enorm zijn, kunnen gezamenlijke aankopen, trainingen en infrastructuur bijdragen aan efficiënte militaire inzet en coördinatie tussen de afzonderlijke EU-lidstaten. Bovendien sluit het aan bij de steeds luidere roep om meer autonomie van de EU ten opzichte van zowel de Verenigde Staten als Rusland.
Hoe het ook uitpakt, de wapenindustrie kan zich opmaken voor nieuwe gouden tijden. Helaas.