Hoe krijg je mollen uit je tuin? Of moeten we blij zijn dat ze er zijn?

Wie houdt van een strak gazon, ziet niet graag molshopen verschijnen. De beestjes maken die tijdens het graven van hun gangen, die tot wel 200 meter lang kunnen worden. Ze gebruiken hun sterke voorpoten om te graven en met hun achterpoten werken ze de overtollige aarde weg. Het laatste deel duwen ze naar boven, zodat molshopen ontstaan.

Tuinman Marc Verachtert heeft niets tegen mollen zolang ze in bossen en weiden zitten, maar ziet ze liever niet verschijnen in een siertuin. “Zelfs als een mol oppervlakkig graaft, blijf je de markeringen van de tunnels in je gras zien. En als je er met je grasmaaier overrijdt, riskeer je verzakkingen.”

En toch bieden de beestjes ook voordelen. “Eigenlijk zouden we blij moeten zijn met mollen in de tuin”, zegt Sanne Ruyts van Natuurpunt. “Ze knagen niet aan wortels maar eten enkel wormen, insecten en larven die schadelijk kunnen zijn voor het plantgoed. In plaats van ze te verjagen of te doden, is het interessanter om te proberen samen te leven met de mollen.” Zeker omdat een mol doden geen oplossing op lange termijn is. “Absoluut niet”, zegt Ruyts. “De bouwer van het tunnelstelsel is dan misschien wel weg maar het vrijgekomen territorium wordt doorgaans snel ingenomen door een andere mol die op zijn beurt een nieuw gangenstelsel zal bouwen of de bestaande gangen zal ‘renoveren’, wat voor nieuwe molshopen in de tuin zorgt.”

Voor wie de beestjes toch wil proberen te verjagen, bestaan veel trucjes. Maar experts waarschuwen: als ze er zijn, krijg je ze moeilijk weg. Ook benadrukken ze om weg te blijven van chemische producten als strychnine, calciumcarbide of ammoniak. Die oude gebruiken zijn achterhaald en sommige van die producten zijn intussen zelfs bij wet verboden wegens erg schadelijk voor het milieu.

Voorkomen is beter dan genezen. Met een mollengaas kan je vermijden dat mollen ooit in je tuin terechtkomen. Het is een soort net onder de grond waar een mol niet door geraakt. Zelfs niet met zijn sterke graafduim. Zo’n net installeren bij de aanleg van je tuin, kost wel al snel enkele honderden euro’s. Helaas is ook deze oplossing niet 100% waterdicht: mollen kunnen over tuinpaden heen stappen en terug de grond in duiken.

Een van de goedkoopste oplossingen is een ‘fluitende fles’ of een zelfgemaakt triltoestel. Knip en plooi er vleugeltjes aan en schuif op een ijzeren pin of staaf die je in de grond priemt. Bij elke vlaagje wind rammelt de fles tegen de paal en plant het geluid zich voort onder de grond, tot in de oren van de mol. Geen knutselaar, maar wel veel thuis? Sla een pin in de grond en sla er telkens wanneer je passeert met een hamer of ander ijzeren voorwerp tegen.

Mollen houden niet van trillingen. Daarom zijn er speciale ultrasonische mollenverjagers te koop. Het is het proberen waard, maar ze kosten natuurlijk wel wat geld. En je kan ze ook niet eender waar plaatsen. “Let erop dat je ze zo plaatst, dat je de mollen naar een veld of bos naast je tuin leidt. Anders hebben ze weinig zin”, merkt Marc Verachtert op. Maar dat is natuurlijk niet in elke tuin een optie.

Een natuurlijk middeltje om mollen te verjagen is kruisbladwolfsmelk planten. De wortels verspreiden een vieze geur in de grond waar mollen niet van houden. Andere middeltjes die circuleren – zoals knoflook of mottenballen, peper en zout, pindanoten of zelfs menselijke uitwerpselen of haar in een molshoop steken – krijgen volgens experts een vermelding qua originaliteit. Maar ze helpen niet of nauwelijks.

In de winkel kan je verschillende soorten mollenvallen kopen. De meeste vallen bestaan uit een koker die je eenvoudig in de gang onder de molshoop legt. De mol kan van beide kanten de koker in lopen, maar doordat de luikjes dichtvallen, kan hij er niet meer uit. Controleer of je een mol gevangen hebt door het kijkgaatje boven in de koker. Je kan de mol dan elders, ver genoeg van je thuis, loslaten. Belangrijk is om de molshoop nadien om te scheppen en goed aan te stampen. Anders komt er binnen de kortste keren gewoon een nieuwe mol in de gang wonen.

Zit het je echt hoog en blijft de mol je parten spelen, schakel dan een professional in. Ja, ze bestaan: heuse mollenvangers. Spreek wel vooraf af op welke manier hij de mollen te lijf mag gaan. Vaak zijn het nogal kordate types die de mol liefst van al het hoekje om helpen en dat doen door middel van klemmen. Van zodra ze met hun snuit halfweg zo’n klem zijn zorgen ze er zelf voor dat de klem met een sterke veer dichtklapt en de mol doodt voor hij/zij het zelf beseft.