Mensen in armoede moeten vaker naar de voedselbank voor hun eten en drinken. Foto: archief DVHN
Voor het eerst in vijf jaar leven er weer meer mensen in armoede. Dat blijkt uit nieuwe cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Daarnaast vinden 4 op de 10 mensen met minder geld hun gezondheid niet goed.
In 2024 leefden 551.000 mensen in Nederland onder de armoedegrens: 3,1 procent van de bevolking. Vooral in Groningen is het aandeel mensen in armoede relatief hoog, terwijl Drenthe onder het landelijk gemiddelde blijft.
De armoedegrens waarmee het CBS rekent is het minimumbedrag dat een huishouden nodig heeft om normaal te kunnen leven. Er wordt gekeken naar hoeveel geld over is nadat vaste lasten, zoals woonlasten, energiekosten, zorgverzekering en het eigen risico, zijn betaald. Mensen die onder deze grens vallen, hebben onvoldoende financiële ruimte voor andere basisbehoeften zoals voedsel, kleding en sociale activiteiten.
Grafiek met de armoedecijfers van de afgelopen jaren. Foto: CBS
Het CBS stelde een top vijf samen van gemeenten met de meeste armoede. De gemeente Groningen staat daarin: 5,8 procent van de inwoners leeft in armoede. Daarnaast kampen in Oldambt, Pekela en Midden-Groningen relatief veel inwoners met financiële problemen.
In Drenthe ligt het armoedepercentage lager dan in de provincie Groningen. Gemiddeld leeft daar 2,3 procent van de inwoners in armoede. Wel is in Assen en Emmen een grotere stijging zichtbaar dan in andere Drentse gemeenten.
Slechte gezondheid
Armoede gaat vaak samen met gezondheidsproblemen. Van de mensen die onder of net boven de armoedegrens leven, geeft 40 procent aan dat hun eigen gezondheid ‘niet goed’ is. Dat is twee keer zoveel als mensen met een inkomen boven de armoedegrens. Van de mannen in armoede beoordeelt 36 procent de eigen gezondheid als niet goed, tegenover 44 procent van de vrouwen.
Geen geld voor vakantie
Een groot probleem voor de (bijna-)armen in Nederland is de schuldenlast. Een kwart van deze groep heeft last van zogeheten problematische schulden. Daaronder vallen bijvoorbeeld schulden bij de Belastingdienst, betalingsachterstanden en verkeersboetes die nog betaald moeten worden.
Dit, in combinatie met geldgebrek, betekent dat ze geen onverwachte noodzakelijke uitgaven (kunnen) doen. Daarnaast geven arme mensen vaak geen geld uit aan het vervangen van versleten of kapotte meubels. Ook vakanties zijn een van de eerste dingen die ze laten, om maar genoeg geld over te houden voor hun basisbehoeften.