Renske Lambeck verjaagt met haar shirt voor de zoveelste keer de roeken Foto: DVHN
Ongestoord uitslapen is er in deze zomer voor Renske Lambeck (56) niet bij. Iedere ochtend verjaagt ze in alle vroegte met een rood shirt roeken uit haar tuin.
Oudeschans ligt op deze vroege zomerochtend nog in de schemering. Een eenzame fietser rijdt over de brink, ver weg op het land zijn boeren aan het werk, overal heerst de stilte van een verse dag.
Nou, nee, niet overal. In een tuin achter een schilderachtig huis aan de rand van het vestingdorpje wordt, hoog in de bomen, veel geluid geproduceerd. Tientallen roeken zijn daar aan hun dag begonnen en druk ‘in gesprek’ met elkaar. ,,Zo gaat het iedere ochtend’’, verzucht Renske Lambeck.
Zij woont in dat huis, is zo-even wakker geworden van dat gekwetter en doet wat ze deze hele zomer elke vroege ochtend doet. Zij pakt een rood shirt, rent er mee haar tuin in en begint daar, onder de bomen, hevig met dat shirt te zwaaien.
De vogels schrikken daar kennelijk van, stoten nog één keer een enorm gekrijs uit, vliegen op en verdwijnen. ,,Vandaag komen ze normaal gesproken niet weer terug, maar morgenochtend is het weer zover’’, zegt Lambeck. ,,Het is om gek van te worden, helemaal omdat het niet nodig was geweest.’’
Bomen waarin roekenkolonie zat
Ze is voorzitter van Stichting Vesting Oudeschans die zich inzet voor het historisch karakter van het kleine vestingdorp. In die hoedanigheid trok ze in de herfst aan de bel bij de gemeente Westerwolde. Die was in een bosje net buiten Oudeschans, in het streekje Draaierij, bezig met de kap van zieke bomen. Bomen waarin een roekenkolonie haar thuis had.
De gemeente ging volgens Lambeck en haar medebestuurders veel te rigoureus te werk. Volgens enkele natuurorganisaties ook. Die stapten naar de provincie Groningen, die de gemeente sommeerde niet nog meer bomen te kappen.
,,Maar waar we voor vreesden, gebeurde wel’’, zegt Lambeck, terwijl ze het rode shirt zijn plekje in de keuken teruggeeft. ,,De roeken werden verjaagd en zochten de dichtstbijzijnde plek op. Oudeschans. Ze kozen mijn tuin uit en de brink, in de afgelopen lente bouwden ze meer dan dertig nesten.’’
IJzig stil, bijna griezelig stil
Lambeck en aanwonenden van de brink werden toen al vele weken met het vogelgeluid geconfronteerd. ,,Dat was al erg vervelend. In juni was het enkele weken plots ijzig stil, bijna griezelig stil. De jonkies waren kennelijk uitgevlogen, ik hoopte dat het zo zou blijven. Maar op 25 juni, de datum weet ik nog precies, werd ik heel vroeg wakker. Toen waren ze terug. Niet op de brink, wel in mijn tuin.’’
Sindsdien staat ze iedere ochtend met haar rode shirt in haar tuin te zwaaien. ,,Zo ergens tussen vijf en zes, dan word ik meestal wakker van hun geluid. Ik heb ergens gelezen dat ze niet houden van de kleur rood. Of dat echt zo is, weet ik niet. Maar het helpt. Waar ze overdag verblijven, weet ik niet. Maar ‘s ochtends zijn ze er weer. Na mijn gezwaai probeer ik wel weer in te slapen, maar dat lukt niet altijd. Ik word er doodmoe van. Elke ochtend de roeken, ik kan wel janken.’’
‘Ik heb niets tegen roeken’
Terwijl ze haar verhaal doet, kijkt ze geregeld angstvallig naar de tuin. ,,Omdat ze soms toch nog terugkeren, dan moet ik nog eens in actie komen. Begrijp me goed, ik heb niets tegen de roeken maar zo kan het niet steeds doorgaan. Daarom heb ik hier ook nog altijd contact over met de gemeente. De roek is een beschermd dier, maar deze situatie kan toch niet zo blijven..?’’
De gemeente Westerwolde stelt dat de kap van de zieke bomen nodig was vanwege de veiligheid. Bij monde van een woordvoerster erkent ze dat over de bomenkap niet optimaal is gecommuniceerd met Stichting Vesting Oudeschans. De gemeente is van plan die communicatie te verbeteren en Lambeck en haar medebestuur nauwgezet op de hoogte te houden van de manier waarop ze omgaat met de aanwezigheid van de roeken in Oudeschans.