De Zuidertoren van Schiermonnikoog staat te koop voor 7,5 ton. Foto Jan Willem van Vliet
De Zuidertoren op Schiermonnikoog deed gedurende 172 jaar dienst als vuurtoren, luisterpost, watertoren, opslagplaats, zendmast, bouwval met mogelijkheden en concertzaal. Wat wordt de volgende functie van de vuurtoren uit 1854 die voor 7,5 ton te koop staat? Spoiler alert: wonen is uitgesloten.
De invasie van een legertje scholieren, dat zojuist met de veerboot Rottum in de haven van Schiermonnikoog is aangekomen, gaat met luid gejoel gepaard. In de verte steekt de Zuidertoren als een uit ivoor gesneden loperstuk van een schaakspel hoog boven het groen uit. De toren, die ook als Witte Toren – nee, heeft niks met Lord of the Rings te maken – en Watertoren door het leven gaat, staat sinds drie weken te koop. Prijsvraag: 750.000 euro.
Wie biedt?
„Welkom in de kleinste concertzaal van Nederland!” De eigenaar, die anoniem wenst te blijven, opent de deur van de vuurtoren. Tegen de wand staan rieten stoelen met stapels kussentjes. „Hier hadden we vorige week zondag nog een concertje. Was helemaal uitverkocht.” Hij glimlacht. „Er passen dan ook maar 22 mensen in.” Hij wijst naar de gietijzeren trap. „Kom, we gaan naar boven.”
De binnenmuur bestaat uit Friese gele steen. Foto Jan Willem van Vliet
De toren maakt een meer dan vitale indruk. De 32 meter hoge Funda-parel staat strak in de verf en blinkt in de zon. De Stichting Behoud Zuidertoren ontfermde zich in 2018 over de veredelde zendmast die sinds 1992 in eigendom was van KPN. Weer en wind gaven de toren een groezelig grijs aanzien en ook het metselwerk was nodig aan een opknapbeurt toe „Het was nogal een rotzooitje in de omgeving. Dat is netjes opgeruimd en de schotels zijn van de toren gehaald. Daar staat nu alleen nog een antenne van het Loodswezen op. Oh ja, en de ‘Schiere Monnik’ natuurlijk.” Hij doelt op de 1,20 meter hoge windwijzer in de vorm van een van de naamgevers van het eiland. „Die is – vanzelfsprekend – een blijvertje.”
De Witte Toren maakte jarenlang bepaald geen witte indruk. Foto Stichting Behoud Zuidertoren
De Zuidertoren staat weer strak in de verf. Foto Jan Willem van Vliet
De stichting denkt dat de Zuidertoren in potentie een gewilde toeristenattractie is. „De vuurtoren van Ameland trekt jaarlijks 73.000 bezoekers. Laten wij nou op 35.000 mikken en 3 euro entree heffen. Als je daar de verhuur voor activiteiten, zoals een concert, bij optelt, krijg je de exploitatie wel rond. Dat was dan ook het plan. Helaas, we komen er met de gemeente niet uit.”
Hij glimlacht, alsof ie iets verklapt. „Weet je, ik wilde gewoon te snel te veel. Daar komt het op neer. Ik had het allemaal veel rustiger moeten aanpakken, maar ik koos ervoor om met 200 kilometer per uur aan te komen rijden. Zo ben ik als ik ergens enthousiast over ben. Misschien had ik wat meer medewerking gekregen als ik het anders had aangepakt. Misschien. Laat ik het daarop houden. Nu wordt het tijd om het stokje over te dragen aan een partij die hiermee aan de slag wil. De makelaar heeft inmiddels drie serieuze kijkers rondgeleid.”
Watertoren met reservoir van 44 kuub
De gietijzeren trap stuit op de tweede verdieping op een obstakel van formaat: een waterreservoir dat ruimte biedt aan 44 kuub water. Dit is een ‘erfenis’ van een van de vorige functies: watertoren. Het reservoir, dat de ruimte tussen de tweede en vierde verdieping beslaat, werd in 1950 geplaatst en deed ongeveer 35 jaar dienst. „Dit kan er ook weer uit, zodat je de trappengang kan herstellen.”
Heel mooi, maar voorlopig zit ie er nog. Hoe nu verder? Er was een mooi uitzicht beloofd. De eigenaar wijst naar een smalle trapkoker die ontmoedigend oplost in de duisternis. „We gaan daarlangs.” Hij trekt de trap naar beneden en begint geroutineerd te klimmen.
In 1950 werd er een waterreservoir in de vuurtoren geplaatst, waardoor deze in een watertoren veranderde. Foto Jan Willem van Vliet.
De trapkoker die langs het waterreservoir leidt. Het is even een klim, maar de beloning is het mooiste uitzicht op het eiland. Foto Jan Willem van Vliet.
Precies 1008 meter verderop staat de Noordertoren, zoals de vuurtoren nabij de Noordzee wordt genoemd. Schiermonnikoog is het enige Nederlandse Waddeneiland met twee – aanvankelijk – identieke vuurtorens die beide in 1853 in opdracht van Koning Willem III werden gebouwd. De Zuidertoren staat bij de eilanders dan ook bekend als ‘nooist túer’ en de Noordertoren ‘fierst túer, oftewel ‘naaste en verste toren’.
Aanleiding was het gebrek aan verlichting van het zogeheten Friese Zeegat tussen Ameland en Schiermonnikoog en dat de Waddenzee met de Noordzee verbindt. Het Friese Zeegat was erg belangrijk voor de scheepvaart naar de havens in Dokkum en Groningen. De laatste stond via het Reitdiep in verbinding met de open zee. De eilanden Borkum en Terschelling beschikten inmiddels al over vuurtorens, maar Schiermonnikoog en Ameland nog niet. Er was derhalve nog een ‘blinde vlek’.
De Noordertoren en de Zuidertoren waren oorspronkelijk een identieke tweeling. Foto Jan Willem van Vliet.
Waarom twee vuurtorens?
Maar waarom dan twee vuurtorens? Auteur Tom de Neef haalt in zijn publicatie Twee vuurtorens?! het archiefstuk aan waarin de keus voor twee torens wordt verdedigd: ter voorkoming van verwarring bij de schippers. De toren in Borkum was met een zogeheten ‘vast licht’ uitgerust, terwijl de Brandaris op Terschelling over een draaiend licht beschikte. Dus een vuurtoren op Schiermonnikoog met een vast licht zou met Borkum worden verward en met een draaiend licht dachten de schippers mogelijk dat ze naar de Brandaris staarden. De oplossing: twee torens met twee vaste lichten. Zo zou eenieder weten dat men met Schiermonnikoog te maken had.
De eigenaar, een oud-zeeman, zet zijn geld in op een andere uitleg, namelijk dat het licht van beider torens een zogeheten ‘lichtlijn’ vormde, een denkbeeldige lijn die schepen helpt veilig te navigeren. „Daarom ligt de Zuidertoren ook 2,5 meter hoger dan de Noordertoren.”
Afijn, Zijne Majesteit wenste twee torens en zulks geschiedde. Ze waren identiek, beide reikten 37 meter de lucht in en waren wit geschilderd. Overigens werd in 1872 een pot rode verf tevoorschijn gehaald, waardoor de Noordertoren tot op de dag van vandaag blozend staat te pronken.
Het is de vraag of die twee torens nu echt zo effectief waren, want tussen 1853 en 1900 zonken rondom het eiland 46 schepen naar de zeebodem. Aan de andere kant: wellicht waren het er anders veel meer geweest.
Bij beide torens werden een lichtwachterswoning en een petroleumhuisje gebouwd. Foto Jan Willem van Vliet
De voormalige lichtwachterswoning en het petroleumhuisje staan er nog steeds. Foto Jan Willem van Vliet
In 1904 wordt het einde voor de loopbaan van ‘nooist túer’ als vuurtoren ingeluid. De lichtlijn die het navigeren vergemakkelijkte zou volgens een van de theorieën niet meer voldoen, omdat vanwege de veranderende zeebodem de vaargeulen waren verplaatst. Hierdoor veranderden de aanvaarroutes. Kortom: er waren geen twee vuurtorens meer nodig. Maar een exemplaar met een vast licht was niet voldoende. Derhalve werd de Noordertoren, die het dichtst bij de zee staat, met een draailicht die over een grotere reikwijdte beschikt, uitgerust.
Volgens De Neef verdween het nut van twee vaste lichten vooral vanwege de opkomst van de veel efficiëntere draailichten. Bovendien nam het scheepvaartverkeer af vanwege de komst van het Eemskanaal, waardoor de scheepvaartroute naar de stad Groningen naar het oosten werd verlegd. Inmiddels was het mogelijk een draailicht van een ‘uniek karakter’ te voorzien, waardoor verwarring met collega-torens op andere eilanden werd uitgesloten. Sindsdien draait de Noordertoren zijn karakteristieke rondjes: vier zogeheten schitteringen per twintig seconden.
Licht gedoofd
In 1909 werd het licht van de Zuidertoren voorgoed gedoofd. Nooist túer deed vervolgens dienst als ‘onverlicht baken’. Niet veel later ontdekte Het Groene Kruis dat de vuurtoren, die dan nog steeds overheidseigendom is, ook een uitstekende opslagplaats is. Maar na het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog installeerde het leger een luisterstation in de toren dat onder meer de signalen opving van buitenlandse zeppelins die de vaderlandse grens waren overgestoken. Krijgshaftiger dan dit werd het niet.
De Zuidertoren, die net als zijn tweelingbroer rood was geverfd, werd tijdens de Tweede Wereldoorlog door de Duitse bezetter in camouflagekleuren gehuld. Na de bevrijding werd hij weer in het oorspronkelijke wit geschilderd. Jaren van leegstand volgden. Na de ingebruikname als watertoren werd de kuip waarin de lantaarn stond verwijderd, waardoor hij vijf meter aan lengte moest inleveren.
De eigenaar is bovenin beland, een gietijzeren trap wordt zichtbaar. „We zijn er bijna.” Dan stopt hij, hij zit in de top. Het is er aardedonker. „Schijn eens bij.” Hij morrelt wat aan een luik en een bundel fel licht valt naar binnen. „Kijk, daar is het dan: het mooiste uitzicht van het eiland.”
Eindelijk, de top is bereikt. Foto Jan Willem van Vliet
Een wolk die donker van kleur verschiet, drijft over de Waddenzee. Het water glinstert, terwijl meeuwen deinend op een luchtstroom voorbij zweven. Beneden ligt de oude energiecentrale, die onderdeel is van wat de gemeente is als de Gouden Driehoek aanduidt: het gebied bij de voormalige energiecentrale, het oude reddingsbootgebouw en het dorpshuis.
Gouden Driehoek
De gemeente zet in op een herinrichting van de Gouden Driehoek. Het is gissen waarom de gemeente dit gebied de naam gaf van een regio in Azië die vooral om haar opiumproductie bekendstaat. Of het moet een verwijzing zijn naar de combinatie van de edelstenen bergkristal, amethist en rozenkwarts, die in esoterische kringen vanwege haar ‘positieve energiestroom’ wordt geprezen.
Wellicht, maar dan is het wat wonderlijk dat een van deze ‘edelstenen’ wordt gesloopt. De energiecentrale – een oogstrelend complex dat in 1923 werd gebouwd – moet wijken voor nieuwbouw, evenals het karakteristieke, openbaar toiletgebouwtje dat er naast ligt. De sloop begint in het najaar en de bouw start in 2026.
De oude energiecentrale, waarin voorheen het bezoekerscentrum was gevestigd, wordt gesloopt om plaats te maken voor nieuwbouw. Foto Jan Willem van Vliet
Een samenwerkingsverband van stichtingen wil in de oude KNRM-kazerne, die nu de gepensioneerde reddingsboot Willem Horsman huisvest, een maritiem museum vestigen.
„Waarom maak je de vuurtoren hier geen onderdeel van?”, vraagt de eigenaar zich hardop af. „Er hoort een halve hectare grond bij. Er is een duinpan waar je met gemak veen prachtig amfitheater van kan maken.”
Medewerker Chris Schuthof van de VVV zei eerder in deze krant: „We hopen dat iemand de Zuidertoren overneemt. We krijgen nooit de vraag of de toren kan worden bezocht. Maar hij hoort wel bij het eiland. We kunnen ons niet voorstellen dat er helemaal niets mee gebeurt.”
De oude reddingsbootkazerne wordt mogelijk een maritiem museum. Foto Jan Willem van Vliet
Hein Barnhoorn, woordvoerder van de stichtingen die een maritiem museum willen, zegt dat zij het in elk geval niet kopen. „We hebben er simpelweg geen geld voor. We zijn bezig met het opstarten van de fondsenwerving waarmee we het museum mogelijk willen maken. Nee, een dergelijke aankoop zit er gewoon niet in. Maar los daarvan: die toren is natuurlijk wel een landmark.”
Wethouder Johan Hagen van het gemeentelijk vastgoed beaamt dat het eiland inderdaad ‘best een beetje trots’ op de vuurtoren mag zijn. „Maar wij gaan ‘m niet kopen. We zijn er ook eigenlijk niet zo mee bezig. Wanneer een nieuwe eigenaar zich met de vraag ‘mag ik dit of dat?’ bij ons meldt, dan gaan we er natuurlijk naar kijken.”
Krijgt de oude vuurtoren een nieuwe eigenaar? Foto Jan Willem van Vliet
De eigenaar sluit het luik weer en begint aan de afdaling. Buiten kijkt hij omhoog naar het grijze gedenkteken ter herinnering aan Willem III boven de deur. „Hij staat er mooi bij, toch?” Voor het toegangshek staat een Duits echtpaar met twee kinderen. „Is it open?” vraagt de man, terwijl hij naar de Zuidertoren knikt. De eigenaar schudt zijn hoofd. „I am sorry. No, but perhaps in the future.” Het gezin wandelt verder. „Je ziet het, iedereen wil in die toren.”
Bij het schrijven van dit artikel is gebruikgemaakt van en geciteerd uit de eilander publicaties Twee vuurtorens ?! (Tom de Neef) en Geschiedenis van de kustverlichting op Schiermonnikoog (Museum Zuidertoren).
De bouw van een vuurtoren
De bouw van de twee vuurtorens, een ontwerp van architect Herman Guillaume Jansen, was allesbehalve een makkelijke onderneming. Al het materieel moest van de vaste wal komen en dat was bij gebrek aan een aanlegsteiger, die er pas in 1927 zou komen, bepaald geen sinecure. De Friese bakklinkers voor de buitenmuren en de gele Friese steen voor de binnenmuren werden met paard en wagen van het schip over het slik naar de wal vervoerd. De bouwvakkers waren blijkbaar van het ruwe soort, want het eiland riep de hulp in van het leger om ze enigszins in toom te houden. Een officier en 26 soldaten schoten de veldwachter te hulp.
Bovenin de vuurtoren ligt de oorspronkelijke voet waarop de lantaarn rustte. Foto Jan Willem van Vliet.