Goed nieuws voor pootaardappelboeren in het Waddengebied en andere kleiige kuststreken. Salta, het in Leeuwarden gevestigde kenniscluster verzilting, concludeert dat in de toekomst mogelijk toch opgeslagen zoet regenwater gebruikt kan worden voor beregening.
,,Dit is redelijk baanbrekend”, zegt algemeen directeur Peter Prins. Aardappelboeren in het noorden van Nederland kampen met verzilting en droogte. Het is er verboden te irrigeren (het land bevloeien) met boezemwater, omdat het slootwater de bruinrotbacterie bevat.
Dat is frustrerend, want in de wintermaanden vallen er bakken zoet water op het land. ,,En dat spoelt allemaal weg naar zee.” Kennisinstituten hebben onderzocht of dat water niet op een of andere wijze toch kan worden opgeslagen in ondergrondse zandlagen. En wat blijkt na vier jaar wetenschappelijk onderzoek: ,,De bruinrotbacterie gaat dood onder de grond. Dus als je dat water er maanden later weer uithaalt, is het schoon.”
Door deze bevinding is een nieuwe optie in beeld voor de ongeveer zeshonderd pootaardappelboeren in het kleigebied. ,,En die optie wordt nu verder onderzocht”, zegt Prins, die hier onlangs mee naar buiten kwam op de Toogdag van de Wadden in Holwert.
Proef in Termunten
Het adviesbureau Acacia Water uit Gouda, met voorheen een kantoor in de Watercampus in Leeuwarden, gaat de mogelijkheden verder onderzoeken. Voor een proef meldden 27 aardappelboeren zich aan. Ook pootgoedhandelaar en aardappelveredelaar HZPC is enthousiast en betrokken. ,,Dat geeft wel aan dat het leeft, maar helaas hebben we maar geld voor een pilot bij één boer.”
Die eerste proef met het opslaan van zoet regenwater onder de grond wordt gedaan in Termunten, aan de Eems. De eerste bevindingen zijn hoopgevend. ,,Met de toename van weersextremen, clusterbuien, droogtes en verzilting, moet je oplossingen zoeken. Dit biedt een nieuw perspectief. Ook voor boeren in de kustzone in andere delen van de wereld”, zegt Prins, die tegelijk al te hoge verwachtingen tempert. Er moeten zandlagen in de ondergrond aanwezig zijn. ,,Zand neemt veel meer water op. Dit kan niet bij iedere boer. Bovendien is er nog wel een paar jaar onderzoek nodig.”
Aan het kenniscluster verzilting zijn 45 partijen verbonden, waaronder de provincie Fryslân en kennisinstituten als Deltares, Van Hall Larenstein, de Hanzehogeschool en de universiteit van Wageningen.