Het buurtfeest is een fijne afwisseling, zegt Hossam uit Syrië (tweede van rechts). Foto: Jaspar Moulijn
In de Groningse wijk Klein Martijn, in het zuiden van de stad, is het een zaterdagmiddag als vele andere. Kinderen fietsen terug van de sportvelden, langs de pony’s in het weiland aan de rand van de wijk. Het hardste geluid is het geruis van blaadjes aan de bomen.
Totdat je de Ludemaborg inslaat, waar klanken van Syrische muziek opstijgen tussen de royale twee-onder-een-kapwoningen. Niet alleen de wijkbewoners zijn uitgelopen voor het buurtfeest, maar ook de vluchtelingen die verblijven op het nabijgelegen schip in het Oude Winschoterdiep.
Geen beter moment
Buren Laurà Gerards (54) en Nicole Sareola (72) staan naast de barbecue te praten. „Ik reed elke dag langs de boot, op weg naar mijn werk”, zegt Gerards. Toen in de wijk een inzamelingsactie werd gedaan voor een goed doel stuurde ze een berichtje in de buurtapp. „Heel leuk, zei ik, maar waarom doen we niks met de mensen op de boot?” In totaal zijn het 140 tijdelijke buren. De meesten komen uit Syrië, Turkije, Afghanistan, Iran en Irak.
Sareola knikt. „We komen elkaar eigenlijk niet tegen. De buren spreek je nog op straat of op het schoolplein. Maar de mensen van de boot niet.” De buurvrouwen besloten eens naar de boot te fietsen, om te polsen of er interesse was om samen iets te doen. Zo geschiedde.
„We komen elkaar eigenlijk niet tegen”, zegt Nicole Sareola, tweede van links. Foto: Jaspar Moulijn
Wat Sareola betreft kan het gezamenlijke feestje niet op een beter moment komen. „Ik kijk naar hoe er gestemd wordt, en wat er in de politiek gebeurt. Ik vind dat zorgelijk.” Een man komt langs met een groot bord vol dolma’s, gevulde rolletjes van wijnbladeren. „We reizen de hele wereld rond en dat vinden we allemaal hartstikke leuk”, zegt Gerards. „Maar als de wereld naar óns toe komt hoeft het opeens niet meer.”
‘Wachten is niet goed voor denken’
Even verderop, langs een groepje straat- en bootbewoners die midden in een potje sjoelen zitten, staat Hossam (45) uit Syrië. Hij kwam zestien maanden geleden naar Nederland, vertelt hij, in het Nederlands. „Syrië is niet veilig. Veel guns, hoe zeg je dat? Geweren. En veel drugs.”
Hij moest zijn werk als ambulancechauffeur, zijn vrouw en zijn vier dochters achterlaten. De jongste werd geboren toen hij al was vertrokken, vertelt hij met een kleine trilling in zijn stem. Maar dan pakt hij zijn telefoon en verschijnt een grote glimlach op zijn gezicht. De Syriër laat een filmpje zien van het meisje van één. „Ze is aan het lopen”, zegt hij. Zijn ogen volgen haar stapjes.
De dolma's zijn binnen twintig minuten op. Foto: Jaspar Moulijn
Het leven op het schip is prima, zegt Hossam. „Maar het is veel wachten.” Dan wijst hij naar zijn hoofd. „Wachten is niet goed voor denken.” Het feest vandaag is een fijne afwisseling. Even iets anders, nieuwe mensen ontmoeten, zijn Nederlands oefenen.
Hij hoopt dat zijn gezin zich snel bij hem mag voegen. Tot die tijd bereidt hij zich voor om aan het werk te gaan, zodra dat mag. Een baan als buschauffeur lijkt hem wel wat. Het Nederlandse theorie-examen voor rijden in een personenauto heeft hij al gehaald. „Nul fouten”, zegt Hossam. Hij haalt een mailtje tevoorschijn als bewijs. „Ik wil graag werken. Maar eerst moet ik wachten.”
Leren van elkaar
Dan gaat de muziek harder. Een buurvrouw vraagt Sareola of ze de salade, die een van de vluchtelingen heeft gemaakt, mag aanbreken. Natuurlijk, zegt Sareola. „Het is gezond!”
Op het buurtfeest wordt samen gegeten en samen gesjoeld. Foto: Jaspar Moulijn
Ze kijkt tevreden om zich heen. „We kunnen leren van elkaar. Zo kwam er net een buurvrouw naar buiten met een zware doos. Binnen een seconde stond één van de mannen van het schip erbij om hem over te pakken. Dat doen we hier niet meer.” Ze vindt dat niet erg, maar het is mooi om te zien hoe de oude en nieuwe buurtbewoners elkaar verrassen.
„Klein Martijn is een wijk waar mensen weinig zorgen hebben over geld”, zegt Gerards even later, zittend aan een picknicktafel. „Deze mensen hebben vaak dingen meegemaakt waar je je niets bij voor kunt stellen. Het maakt je bewust van hoe relatief makkelijk we het hebben.” Achter haar schijnt het laatste licht van de nazomerse zon op de huizen. De Syrische muziek gaat nog wat harder.