Rechtswetenschapper Laura Peters ontving in juli een Italiaans lintje. Foto: Corné Sparidaens
De Groninger rechtswetenschapper Laura Peters verdiepte zich in de justitiële aanpak van de Italiaanse maffia. Wat kunnen wij daarvan leren? „Wat er in Palermo in de jaren 90 is gebeurd, is nog veel erger en grauwer dan wat er in de meeste maffiafilms is te zien.”
Laura Peters (44) had er totaal niet op gerekend. Ze kreeg een mailtje waarin ze werd uitgenodigd voor een presidentiële onderscheiding op de residentie van de Italiaanse ambassadeur in Den Haag. „Ik dacht dat het spam was en heb het gecheckt bij de ambassade. Daar moesten ze er heel hard om lachen.”
De Orde van de Italiaanse Ster die ze in juli ontving, is te vergelijken met een koninklijk lintje in Nederland. Er hoort ook een speldje bij, verpakt in een fluwelen doosje. Naar haar weten zijn er geen andere Nederlanders die voor hun wetenschappelijke werk een dergelijke onderscheiding hebben gekregen in Italië. Ze voelt zich daarom ‘erg vereerd’.
We hebben afgesproken in het Röling Gebouw in Groningen, sinds een kleine twee jaar het onderkomen van de rechtenfaculteit. Als rechtswetenschapper die is afgestudeerd aan de Radboud Universiteit in Nijmegen, heeft Peters zich gespecialiseerd in het vergelijken van rechtssystemen in diverse Europese landen, met name die van Italië, Duitsland en Frankrijk.
Ze noemt zichzelf een ‘gepassioneerd rechtsvergelijker’. Haar liefde voor het vak gaat zo ver, dat ze tijdens haar vakanties in het buitenland geregeld rechtszaken bezoekt. „Alleen al de opstelling in de rechtszaal. Waar staan de officier van justitie, de advocaat van de verdachte en de rechter in de zaal? En hoe communiceren ze met elkaar? Dat vind ik waanzinnig interessant, omdat het toont hoe de macht is verdeeld in zo’n samenleving.”
‘De meeste strafzaken doen wij in een uur af bij de politierechter’
De vormgeving van het strafproces wordt deels bepaald door de geschiedenis van een land. „Vergeleken met de ons omringende landen zijn wij in Nederland erg pragmatisch en efficiënt. De meeste strafzaken doen wij in een uur af bij de politierechter.”
In Italië verloopt het strafproces ‘zorgvuldiger’. De mensenrechten van verdachten zijn beter gewaarborgd. Gevolg is wel dat rechtszaken gemiddeld veel langer duren. „In Europa is Italië koploper van de overschrijding van de redelijke termijn.”
Ze schrijft al lang over het Italiaanse strafrecht. Haar proefschrift ging over procesafspraken in dat land. Dat zijn onderhandelingen tussen de officier van justitie en de advocaten van verdachten om een strafzaak sneller af te wikkelen. Als een verdachte in Italië een bekentenis aflegt en meewerkt, kan hij een lagere straf krijgen. „Zoiets hebben we inmiddels ook in Nederland, maar het is nog in ontwikkeling.”
Laura Peters noemt zichzelf een 'gepassioneerd rechtsvergelijker'. Foto: Corné Sparidaens
Het was dus niet vreemd dat het Openbaar Ministerie (OM) bij haar uitkwam, toen ze iemand zochten die onderzoek kon doen naar de justitiële aanpak van de Italiaanse maffia. Die vraag rees toen tussen 2018 en 2021 in Amsterdam drie mensen werden vermoord die waren betrokken bij het Marengoproces rondom Ridouan Taghi: achtereenvolgens Redouan B., de broer van kroongetuige Nabil B., advocaat Derk Wiersum en misdaadverslaggever Peter R. de Vries.
‘Geschokt dacht ik: oké, zo werkt het hier’
Deze drie moorden op klaarlichte dag veroorzaakten een schokgolf in de Nederlandse samenleving. Peters: „De brute aanslagen werden vergeleken met maffiapraktijken. Het OM was benieuwd hoe Italië met zulke zaken omgaat. Italië staat bekend om de gerichte aanpak van georganiseerde maffiacriminaliteit. Het wilde in kaart brengen wat we daar in Nederland van kunnen leren.”
Persoonlijk had ze lijfelijk nog nooit te maken gehad met de maffia. Dat veranderde toen ze aan het begin van haar onderzoek een rondreis maakte door Italië. Een Italiaanse collega-rechtswetenschapper leidde haar rond op Sicilië.
Op een gegeven moment kwam iemand op hun auto af met het dwingende aanbod dat hij die wel even ergens zou parkeren. „Dat is nergens voor nodig, wilde ik tegen hem zeggen, maar mijn collega snoerde me de mond: ‘Ik moet hem betalen om dat te laten doen, anders staat mijn auto straks in brand’. Geschokt dacht ik: oké, zo werkt het hier. Mijn collega zei er niet zoveel over. We hebben het laten gebeuren en vonden de auto later terug.”
In Nederland kennen we de maffia vooral van films. Van The Godfather-trilogie tot Don Corleone, van Goodfellas tot Scarface. Het is een genre op zich. Er hangt een beetje een valse romantiek omheen. Peters: „Ze zijn vaak glamoureus gemaakt. Uit gesprekken met officieren van justitie en de politie begreep ik dat veel criminelen dat soort films in de kast hebben staan.”
‘Wat er in Palermo is gebeurd, is veel erger dan in maffiafilms is te zien’
Sommige maffiafilms vindt ze best wel goed, vooral die documentaire-achtig zijn gemaakt. Ze noemt Gomorra (2008), over het bendeleven in Napels en Suburra (2015) over de maffia in Rome. „Toch is wat er in Palermo in de jaren 90 is gebeurd nog veel erger en grauwer dan wat er in de meeste maffiafilms is te zien.”
De Italiaanse maffia is al tamelijk oud. Het stak de kop op halverwege de 19de eeuw in het straatarme zuiden. In 1870 fuseerden de tientallen vorstendommen in Italië tot een eenheidsstaat, het huidige Italië met Rome als hoofdstad. „Aan de vooravond ervan ging het oude feodale stelsel over de kop. De landerijen moesten opnieuw worden verdeeld. De machtsverhoudingen tussen de landeigenaren, de pachters en de boeren gingen verschuiven. Vooral op Sicilië veroorzaakte dat veel maatschappelijke onrust, terwijl de politie slecht was georganiseerd. In die context stak afpersing de kop op.”
Het Italiaanse strafproces is volgens Laura Peters veel zorgvuldiger dan het Nederlandse. Foto: Corné Sparidaens
In het Italiaans hebben ze er een mooi woord voor: pizzo. Beschermingsgeld dat middenstanders aan de maffia moeten betalen. Doen ze dat niet dan volgen er represailles, zoals brandstichting. Als ze wel betalen, krijgen ze bescherming. Deze vorm van afpersing wordt vooral toegepast door de Siciliaanse Cosa Nostra.
Ook elders in Zuid-Italië was het wijdverbreid. In het bergachtige Calabrië heerst de Ndrangheta, die in ongeveer dezelfde periode is ontstaan. In Napels heb je de Gomorra en in Puglia de Sacra Corona Unitá, die vanaf de jaren 80 van de vorige eeuw dood en verderf zaaide. Er zijn ook nog wat andere, minder bekende maffiagroeperingen. Verder zijn in Italië de Nigeriaanse, de Albanese en de Chinese maffia actief.
‘Vanaf de jaren 90 werd de maffia harder aangepakt’
Inmiddels zijn er wereldwijde vertakkingen, die zich richten op onder meer drugshandel, prostitutie, mensensmokkel, wapenhandel en tegenwoordig ook op cryptovaluta. Typerend aan de maffia is ook de infiltratie in de overheid, zoals bij aanbestedingen voor bouwwerken.
De ernst van het maffiageweld was volgens Peters op zijn hoogtepunt in de jaren 90. „In de jaren 60 en 70 hadden de maffiosi nog min of meer vrij spel. Vanaf de jaren 90 werden ze harder aangepakt, waardoor ook het geweld toenam. Dat heeft een zwaar stempel op de Italiaanse samenleving gedrukt.”
Het keerpunt in de aanpak waren de moorden op publieke figuren. „Overdreven gezegd: dat ze elkaar uitmoordden was tot daaraan toe, maar toen ze in grote getalen beroepsmensen omlegden was de maat vol. In het bijzonder na de aanslagen op onderzoeksrechters Giovanni Falcone en Paolo Borsellino in 1992. Die liquidaties hebben in Italië diepe sporen getrokken. Toen is het verzet tegen de maffia pas echt op gang gekomen. De samenleving was er klaar mee.”
Zelf heeft Peters zich nooit bang gevoeld tijdens haar onderzoek in Italië. „Ik kan me daar vrij bewegen, want ze kennen me niet. Ik ben niet bezig met misdaadbestrijding, maar probeer een juridische vertaalslag te maken van het recht. Ze hebben daar bepaalde maatregelen genomen tegen de maffia, waar we in Nederland misschien iets mee kunnen.”
‘Het sleutelwoord is intimidatie’
Zo is in Italië duidelijk omschreven wat een criminele maffiaorganisatie behelst. Dat is opgenomen in de wetgeving. „Daaraan voorafgaand is een grondig sociologisch onderzoek verricht naar het verschil tussen de maffia en andere criminele organisaties. Het sleutelwoord is intimidatie. Om hun doel te bereiken, jaagt de maffia mensen angst aan.”
In de loop van de tijd is intimidatie wel geëvolueerd, zegt Peters. „Wanneer iemand jouw winkel binnenkomt en zegt dat hij hoopt dat het goed gaat met je dochter en dat ze vandaag veilig thuiskomt van school, dan is zo’n uitspraak strikt genomen geen bedreiging. Maar in de context van de maffia is het wel degelijk intimiderend.”
In Italië is ook de rol van handlangers duidelijk vastgelegd in de wet. Dan kun je bijvoorbeeld denken aan een arts, die een gewonde maffioso verzorgt zodat hij niet het ziekenhuis in hoeft. Zo iemand is volgens de Italiaanse justitie extern lid van de organisatie.
Ook de kroongetuigeregeling in Italië is wat strakker. Een verdachte tegen wie genoeg bewijs is verzameld, wordt door het OM voorgehouden dat hij strafvermindering krijgt als hij gaat praten. „Met zo’n kroongetuige worden geen zoete koekjes gebakken. Zo moet hij binnen een tijdsbestek van zes maanden zijn verhaal doen, anders vervalt de regeling met hem.”
‘De maffia is veel meer ondergronds gegaan’
Dat alles heeft ertoe geleid dat de maffia in Italië veel meer onder controle is dan dertig jaar geleden. „De maffia is niet weg, maar is veel meer ondergronds gegaan. Ook het aantal moorden op hoogwaardigheidsbekleders is substantieel gedaald.”
Wat volgens haar ook niet onderschat moet worden in de anti-maffia-wetgeving is de zogeheten ‘preventieve maatregel’. Nog voordat er een veroordeling is, kunnen criminelen hun bezittingen kwijtraken als ze niet kunnen verklaren hoe ze eraan zijn gekomen. „Dat wordt beschouwd als de meest effectieve aanpak. Dat treft de persoon in het hart, want dat is de voornaamste drijfveer van maffiosi: geld. Je moet ze pakken in de portemonnee. Dat is ook wat Giovanni Falcone en Paolo Borsellino altijd verkondigden: follow the money.”
De maffia is een zwarte bladzijde in de geschiedenis van Italië, concludeert Peters. „Maar Italië heeft ook ontelbaar veel mooie bladzijden en die overheersen. Italianen discussiëren veel. Ze gaan graag het debat aan. Daar komen veel ideeën uit. Dat vind ik leuk en prikkelend. Ik kan het niet verklaren, want ik heb geen Italiaanse roots. Maar de eerste keer dat ik voet zette op Italiaanse bodem, kwam ik thuis. Ze hebben lef en zijn minder calvinistisch dan wij. Dat spreekt mij enorm aan.”
Publieksacademie en podcast
Laura Peters zal zaterdag 13 september tijdens de Publieksacademie voor de Rechtsspraak, die mede wordt georganiseerd door DVHN, met diverse deskundigen in gesprek gaan over ‘Italië’s strijd tegen de maffia’. Ook zal de documentaire Falcone e Borsellino – Il fuoco della memoria worden vertoond. Helaas zit deze editie al vol, hier vind je meer informatie over de volgende edities van de Publieksacademie.
Laura Peters heeft ook een podcastreeks gemaakt, getiteld ‘De strijd tegen de maffia’, die te beluisteren is via Spotify.