Rudy woont sinds het begin in Het Groen Gasthuis in Warffum dat vijf jaar geleden ontstond. Foto Anjo de Haan
Rudy (61) viert haar vijfde kerst in Het Groen Gasthuis in Warffum, dat sinds 2020 een thuis biedt aan zeventien bewoners met dementie. Een hersenontsteking op haar zeventiende verlamde haar kortetermijngeheugen, maar dit weerhoudt haar er niet van schitterende tekeningen van het dorp te maken.
In de keuken van een van de twee huiskamers van Het Groen Gasthuis, dat vijf jaar geleden zijn intrek nam in de voormalige notariswoning Villa Welgelegen, heerst een niet-alledaagse bedrijvigheid. Het is lunchtijd. De huiskamer geurt naar de bloemkoolkerriesoep van Dave, een voormalig trombonist van het Noord Nederlands Orkest, die alweer druk bezig is met de voorbereidingen voor het kerstdiner. En och, och, de bewoners en familieleden bijten bepaald niet op een houtje vanavond. Zalmtaartje als voorafje en het hoofdgerecht van de kerstdis belooft boeuf bourguignon, notenbrood met cranberrysaus, aardappelgratin dauphinois, stoofpeertjes in port en rode bietensalade. Het toetje: verse tiramisu. Kon minder.
Bewoners van Het Groen Gasthuis in Warffum genoten van een buitengewoon smakelijke kerstdis. Foto Anjo de Haan
Dave is een van de dertig zorgmedewerkers van het woonzorgcentrum dat de naam draagt van het fictieve personage Hendrik Groen, u-weet-wel, die van dat dagboek, maar ‘Groen’ verwijst eveneens naar de royale notaristuin. Rudy (1964) is een van de zes bewoners die er sinds het begin wonen. Haar kamer kijkt uit op het haventje en de Warffumermaar en op café- en zalencentrum Spoorzicht, dat nog steeds op een nieuwe eigenaar wacht.
Hersenontsteking
Op haar bureau ligt een bijna voltooide pentekening voor de dorpskrant Op en Om de Terp, die maandelijks verschijnt. „Het is een raadplaatje”, legt ze uit. „Ik teken een straat of een gebouw en dan moeten de lezers raden waar dit is.”
Een aantal jaren geleden verscheen een boek met haar tekeningen. Al bladerend valt de pagina bijna als vanzelf open op een tekening van het oude gemeentehuis, dat in 1913 als postkantoor werd gebouwd. Ook deze is, net als de andere, verbluffend gedetailleerd. „Ik heb ook twee jaar op Minerva gezeten.” Rudy zat op het atheneum in Warffum. Op haar zeventiende kreeg ze een hersenontsteking, met als gevolg dat haar kortetermijngeheugen sindsdien amper functioneert. Maar dankzij haar langetermijngeheugen slaagde ze destijds toch voor haar schoolexamen.
Haar kamer is knus en gezellig. Op de kasten en laden zitten notities die haar helpen herinneren wat erin zit. Op de ene staat ‘overhemden, vesten, jassen’, met daaronder ‘jurken, schoenen’. Op het bed ligt een sprei die ze met haar moeder maakte. Ze wijst naar een half voltooid vest op de bank. „Ik heb nog even met mijn moeder gebeld, ik weet niet of ik wel genoeg wol heb.” Ze haalt haar schouders op. „Mijn moeder denkt van wel.”
Een van de tekeningen van Rudy. Foto Anjo de Haan
Rudy heeft in vakjargon niet-aangeboren hersenletsel. „Andere bewoners hebben bijvoorbeeld Alzheimer of vasculaire dementie (veroorzaakt door bijvoorbeeld een beroerte, red.)”, legt Rommie Hoopman uit. Zij is een van de drie oprichters van Het Groen Gasthuis. Met Vincent Fennis en Marianne te Velde vond ze dat er een alternatief moest komen na de sluiting van bejaardenhuis Warfheem in het dorp. „We dachten: ‘het is toch eigenlijk belachelijk dat er hier in het noorden van Groningen geen kleinschalige voorziening voor mensen met dementie is?’”
Zichzelf kwijt
Hoopman is oud-verpleegkundige: „Ik werk mijn hele leven al in de zorg. Ik was ook betrokken bij de komst van hospice De Schutse in Appingedam (2011, red.). Daar is naast kundige zorg ook veel warmte en aandacht. Mijn moeder kwam in een verpleeghuis terecht. Laat ik het zo zeggen: ik had haar de zorg gegund die je ook in een hospice krijgt. Dementie is ook een ziektebeeld waaraan je uiteindelijk sterft. Het verschil is dat dementie een langere periode van palliatieve zorg inhoudt. Je rouwt, terwijl iemand er nog is.”
Op haar gezicht verschijnt een zachte glimlach. „Er is veel gezelligheid hier hoor, er wordt ook veel gelachen. Maar er is ook verdriet. Bewoners voelen zich verloren. Ze voelen de hele tijd stress. Ken je dat gevoel dat je krijgt als je je sleutels kwijt bent? Deze mensen zijn zichzelf kwijt. Die stress is er dus altijd.”
Het was een lange weg voordat Het Gasthuis een feit was, een weg die tien jaar geleden werd ingeslagen. „We zitten in een krimpregio en ook nog eens in een aardbevingsgebied. Probeer dan maar eens een investeerder te vinden. We hebben van alles geprobeerd, maar het kwam er uiteindelijk op neer dat we het zelf moesten doen.” De drie slaagden er uiteindelijk in – onder meer middels subsidie van de provincie - genoeg geld bijeen te brengen om de villa aan te kopen en deze op te knappen.
Het Groen Gasthuis is gevestigd in de voormalige notariswoning Villa Welgelegen. Foto Anjo de Haan
„Het gasthuis is er voor onze bewoners. Wij zijn dienstbaar. Elders zie je dat het systeem bepaalt, maar hier passen wij ons aan. Willen de bewoners lekker uitslapen? Dan ontbijten ze gewoon later. Willen ze liever op de kamer zijn, dan is dat ook mogelijk. Wel proberen we bewoners zoveel mogelijk bij alledaagse activiteiten te betrekken, bijvoorbeeld als we brood halen bij de bakker. Natuurlijk zijn er ook allerlei extra activiteiten.” ‘We’ slaat niet alleen op de zorgmedewerkers, maar ook op het legertje loyale vrijwilligers, bestaande uit 25 personen, dat met de bewoners wandelt, fietst, in de moestuin werkt, schildert en zingt.
Het gasthuis en de kamers zijn zoveel mogelijk ingericht met de spullen van de bewoners. Hoopman loopt langs een goedgevulde boekenkast waarin titels staan als De schaduw van de wind van Carlos Ruiz Zafón en Het jaar van de kreeft van Hugo Claus. Maar de eigenaresse is niet meer in staat ze te lezen.
‘Wie waren zij voor hun ziekte?’
„Er is een meneer die vroeger alles las wat los en vast zat. Dat lukt nu niet meer, maar boeken spelen nog altijd een rol in zijn leven. Waar hij ook naartoe gaat, hij heeft altijd een boek bij zich. Dat geeft zin aan zijn leven; wij spelen daarbij een faciliterende rol. Het is daarom ook heel belangrijk dat wij de levensloop van mensen kennen. Wie waren zij voor hun ziekte? Zij kunnen het ons vaak niet meer vertellen.”
De jongste bewoner is begin zestig en de oudste 94. In een gang staat op een oude dekenkist een rouwkaart, een brandende kaars en een foto van de overledene. Bewoners lopen voorbij. Sommigen kijken even. Hoopman: „Mensen brengen hier veel tijd met elkaar door, maar dat wil niet zeggen dat er daardoor hechte vriendschappen ontstaan. Het aangaan van relaties is haast niet meer mogelijk.”
Ze knikt naar de kaart. „Ze realiseren zich dan hoogstwaarschijnlijk ook niet wie zij was. Maar het is lang niet altijd zo dat ze hun naasten niet meer herkennen. Ik probeer dat bij familieleden die bijvoorbeeld zeggen ‘mama herkent mij niet meer’ ook altijd te ontzenuwen. Ze weten je naam misschien niet meer, maar ze herkennen de energie wel; die voelt vertrouwd. Mensen blijven in hun emotionele brein vaak heel scherp.”
Panter, een zwarte kat, glipt de tuin in en trippelt onder de berceau van perenbomen door. „Bewoners mogen hun huisdieren meenemen, mits ze geen overlast veroorzaken.”
De tuin van Het Groen Gasthuis met de loofboog van perenbomen. Links staat de oude de kas die ooit bij een Frans kasteel hoorde. Foto Anjo de Haan
Marion (71) nam geen huisdier mee, maar wel een groot aantal schilderijen. De kunstenaar woonde veertig jaar in het Oude RKZ in Groningen en was een van de eerste bewoners. Sinds een jaar is Warffum haar nieuwe thuis. „Mooi dorp hoor, maar in de stad was alles zo mooi dichtbij.”
‘Ik ben een oude muts’
In een vaas staan rozen, een herinnering aan haar verjaardag die ze onlangs vierde. Vanaf de bank heeft ze goed zicht op de inmiddels ietwat vergeelde tekening die haar moeder, een mode-illustratrice, voor het tijdschrift – jawel – Marion maakte. Ze draagt zoals altijd een van haar mutsen; dit keer is het een zwart exemplaar. „Ik ben een oude muts”, grapt ze. Het bevalt haar goed in het gasthuis. „Ik heb nog niemand ontmoet die ik niet aardig vond.”
Marion verruilde twee jaar geleden het Oude RKZ in Groningen voor het gasthuis. Foto Anjo de Haan
Die avond is het kerst in het gasthuis. Bewoners, familieleden en medewerkers doen de kerstdis van Dave en consorten alle eer aan. Het wordt een gedenkwaardige kerst. Maar niet voor iedereen.
Welgelegen
Villa Welgelegen werd in 1880 gebouwd voor notaris A. Jansenius de Vries, die bekendstond als een weldoener voor het dorp. Het huis bleef tot 1960 in de familie, die het schonk aan de Noordelijke Stichting Voorziening Geestelijk Gehandicapten, de voorloper van de NOVO. In 1997 werd het verkocht aan een echtpaar dat een uitgeverij bestierde. Het Groen Gasthuis kocht het pand in 2020.
Een foto uit de jaren zestig van het interieur van Villa Welgelegen. Foto Fotobedrijf Piet Boonstra, Groninger Archieven