"Hoe had de vrouw zichzelf in de bovenarm moeten bijten?" Foto: Federico Marsicano
Het motief van een man om zijn (ex-)vrouw te doden, bleef door de eeuwen heen veelal gelijk: ,,Krijg ik jou niet? Dan niemand niet!’’ De straf die op de misdaad volgende, is aan maatschappelijke bewegingen onderhevig, leert een terugblik.
,,Aafke, denk er goed om’’, klonk het op 2 september 1859 onheilspellend uit de mond van Ype Baukes de Graaf (47). Aafke Monsma (29) uit Harlingen had haar relatie met de man die ruim de helft van zijn 47 jaren vast had gezeten, beëindigd. Maar hij wilde daar niet aan.
In plaats van hem terug te nemen, zoals hij meermaals voorstelde, bekte ze hem af. Hij moest haar met rust laten, verwittigde ze hem. De volgende dag wachtte Ype haar op met een mes en stak zeven keer op haar in. ,,Hij kon het denkbeeld niet verdragen dat een ander zich met Aafke zoude verbinden’’, aldus het arrest van 12 november 1859.
Strop
Ype heeft de twijfelachtige eer de laatste ter dood veroordeelde Fries te zijn die aan de strop stierf. Behalve deze Harlinger ondergingen tussen 1811 en 1860 nog eens 100 Nederlanders ditzelfde lot. De doodstraf werd in 1870 afgeschaft, maar werd de laatste tien jaar al niet meer uitgevoerd.
Dat er aan Ypes doodstraf geen martelingen vooraf gingen, ‘dankt’ hij aan Napoleon. Na diens invasie in 1810 volgde een humanisering van het strafrecht. Hij voerde datzelfde jaar de Code Pénal in. Deze voorloper van het Wetboek van Strafrecht was ,,een belangrijke stap naar een beschaafder strafrecht’’, stellen Paul Nieuwbeerta, Paul Brood en Martin Berendse in hun vorig jaar uitgekomen Historische Atlas van Misdaad en Straf.
Ophanging bij de Blokhuispoort in Leeuwarden in 1752. Beeld: Historisch Centrum Leeuwarden
Radbraken en vierendelen
De Franse heerser zette een streep door lijfstraffen en galgenvelden. Ook vierendelen en radbraken was er niet meer bij. De doodstraf kon alleen nog worden voltrokken door ophanging of onthoofding. In de praktijk werd alleen de strop gehanteerd.
De guillotine, die met de Fransen het land was binnengekomen, liet ‘slechts’ zes Nederlandse hoofden rollen. Dit gebeurde tussen 1811 en 1814, het jaar dat Napoleon de aftocht blies. In Friesland werd de hakbijl een keer ingezet: in 1813 voor moordenaar Jan Halbes de Jong uit Kortehemmen.
Naast de guillotine, zijn ook het Openbaar Ministerie, de officier van justitie en de trias politica - de scheiding tussen de wetgevende, uitvoerende en rechtsprekende macht - Franse ‘uitvindingen’.
‘Psychopathenwet’
Femicide stond en staat niet apart opgenomen in het Wetboek van Strafrecht. De moord op een (ex-)partner wordt niet anders bestraft dan moorden zonder relationeel motief. Politie en Openbaar Ministerie gaven in deze krant eerder al aan een aparte benadering niet noodzakelijk te vinden; vervolging wegens moord of doodslag volstaat.
De straffen voor partnerdoding lopen door de eeuwen dan ook parallel aan veroordelingen voor vergelijkbare misdaden. Na de afschaffing van de doodstraf in 1870 kwam er in de loop der jaren meer oog voor sociale en psychische omstandigheden van de dader. Zo werd in 1928 de maatregel ter beschikkingstelling van de regering (tbr) ingevoerd. Oftewel: ‘psychopathenwet’. Die was bedoeld voor ‘den toerekingsvatbare psychopaath’, waarna plaatsing volgde in een ‘rijksasyl voor psychopathen’.
De 25-jarige Jitske Adriani-Spoelstra werd in 1931 door haar man vermoord op Ameland LC
In die tijd kwamen er steeds meer gestichten voor ter beschikking gestelden. Daarin belandde ook dominee Jacobus Adriani (47) na de moord op zijn vrouw Jitske Adriani-Spoelstra (25) uit Boelenslaan in 1931. Hij verdronk haar tijdens een vakantie op Ameland. Adriani verklaarde dat God hem de opdracht had gegeven zijn vrouw te vermoorden om haar voor de schande van een scheiding te behoeden. De rechtbank vond in 1932 doodslag bewezen. Adriani was ,,schuldig, doch wegens ontoerekenbaarheid niet strafbaar geacht en ontslagen van alle rechtsvervolging.’’
De strafmaat daalde de daarop volgende decennia. Zo kreeg Hendrik T. (47) uit Leeuwarden 3 jaar cel en tbr voor het vermoorden van zijn vrouw Anna (39) in 1965. Ze had hem verlaten voor een ander. Henk L. (21) uit Groningen zat twee jaar in een ‘krankzinnigengesticht’ vanwege het doodschieten van Riny van der Heide (21) in 1975. Hij wilde verkering met haar, maar zij niet met hem.
Hendrik T. kreeg 3 jaar cel en tbr voor het neersteken van zijn vrouw Anna Flobbe Illustratie: De Telegraaf
Spreekrecht
De invoering van het spreekrecht voor het slachtoffer of nabestaanden zorgde begin jaren negentig voor een ommekeer in het strafrecht, benadrukt hoogleraar Paul Nieuwbeerta, hoogleraar criminologie aan de Universiteit Leiden. ,,Als je naar de geschiedenis van het strafrecht kijkt, mag dat best bijzonder heten.’’
Tot de middeleeuwen moesten slachtoffers en daders zelf een oplossing zoeken bij een conflict. Daarna ging de overheid zich ermee bemoeien. Met de komst van de Fransen verdween het slachtoffer uit het strafrecht. Die moest zijn gram via de burgerlijke rechter zien te halen. ,,De afgelopen dertig jaar is er een tegenbeweging ontstaan’’, aldus Nieuwbeerta.
Hogere straffen
De hoogte van de straffen loopt sindsdien op. Zo kreeg Marko D. (22) uit Oosterwolde in 2008 8 jaar cel opgelegd voor het wurgen van zijn ex-vriendin Tessa Klaver (21) uit Donkerbroek.
Thomas R. (27) uit Leek werd vorig jaar veroordeeld tot 15 jaar cel en tbs voor doodslag op zijn ex-Tinderdate Mieke Oort (21) uit Leeuwarden. Volgens hem was er sprake van een relatie, maar zij wilde daar niet aan. Tijdens de zitting barstte hij meerdere malen in tranen uit: ,,Ik wilde haar geen pijn doen.’’
Serie over vrouwenmoord
Om de acht dagen is een vrouw in Nederland slachtoffer van femicide. De vrouwen worden vermoord door hun (ex-)partner, meestal omdat hij niet kan verkroppen dat de relatie voorbij is. In een serie verhalen in de Leeuwarder Courant en Dagblad van het Noorden komen dierbaren van slachtoffers van partnerdoding, deskundigen en andere betrokkenen aan het woord. Lees hier alle verhalen: dvhn.nl/vrouwenmoord