Zechsal uit Veendam maakt gezondheids- en verzorgingsproducten met magnesium. Het bedrijf doneert een pallet vol desinfecterende handgel aan mensen in Oekraïne via de hulpactie van Dagblad van het Noorden en de Leeuwarder Courant. Op de foto: Zechsal-medewerkers Manon en Ilse.
Ze willen meer doen dan alleen machteloos het nieuws lezen. Ze hebben zelf armoede gekend, of in Oost-Europa gewoond. Lezers van Dagblad van het Noorden geven massaal gehoor aan onze oproep om Oekraïne te helpen - op allerlei manieren.
Mercedes Prins uit Veendam doneert een pallet handgel van haar bedrijf Zechsal
,,Binnen ons bedrijf hadden we al een tijd de wens om op de één of andere manier iets voor Oekraïne te doen. Maar wat en hoe, dat wisten we niet. We hebben goed gedraaid, en als je het nieuws over de oorlog ziet, voel je je zó machteloos.
Toen las ik over de hulpactie van de krant, en dat er specifiek behoefte is aan spullen voor hygiëne. Nou, daar kunnen wij perfect bij helpen. Bij Zechsal maken we verzorgings- en gezondheidsproducten op basis van magnesium, onder meer desinfecterende handgel. Je kunt er je handen mee wassen zonder water, en dankzij het magnesium droogt je huid er niet van uit. Daarvan doneren we een pallet vol.
Als kind heb ik zelf een tijdje in Oekraïne en in Rusland gewoond. Voor het werk van m’n vader reisden we vroeger veel, onder meer naar Oost-Europa. Ik was echt piepjong, twee of drie jaar, dus ik weet er niet veel meer van. Maar toch betekent zo’n gebied dan iets voor je, in je herinnering. Ik hoop dat onze handgel van pas komt, in het ziekenhuis van Irpin wellicht.’’
Mevrouw Staal uit Eelde doneert alle sokken die ze dit jaar breide (en meer)
,,Ik lees veel, ben altijd heel geïnteresseerd geweest in de wereld. heb ik al sinds 1958. Straks op 3 januari word ik 91 jaar. Ik heb zelf armoede gekend, vroeger op het Hogeland. Mijn familie is daar, ik kan het niet anders zeggen, uitgebuit door de rijke boeren. Dat doet me nóg zeer.
Nu heb ik het heel goed. Ik ben eerst naar de stad verhuisd en toen naar Eelde. In de jaren ‘80 ging ik voor het eerst hulpgoederen inzamelen, toen voor Polen, dat bevrijd was van het communisme. Later heb ik samen met een vriendin uit Tynaarlo spullen naar Roemenië gestuurd. Ik had eigenlijk gehoopt dat we dit jaar iets konden doen voor Moldavië. Dat is het armste land van Europa, wist je dat? Maar nu het oorlog is, is Oekraïne eerst aan de beurt.
Ik heb twintig paar kindersokjes gebreid dit jaar en een aantal truien. Ook mutsen, wanten en dassen; die stuur ik naar Kees Huizinga, de Nederlandse boer die in Oekraïne woont. Maar de sokken en truien zijn voor de actie van de krant, net alseen dekbed met toebehoren en een grote doos met voedingsmiddelen. Zo kun je wat voor een ander doen, hè?’’
Gerrie Jager en haar man nemen hulpgoederen in ontvangst in Emmen
,,Yés, dachten we toen we over deze hulpactie lazen, daar kunnen ze vast nog mensen bij gebruiken. Dus heb ik ons direct aangeboden. Donderdagmiddag 29 december staan we in Emmen bij de containerom de spullen in ontvangst te nemen. We hadden ook best een hele dag gewild, hoor, maar onze kleinzoon wordt die dag12 - daar moeten we ‘s morgens eerst heen.
Mijn man Harry en ik hebben dit voorjaar ook geholpen om de opvanglocatie voor Oekraïense vluchtelingen in Papenvoort in orde te maken. Af en toe hebben we nog appcontact met ons klusteam van toen, laatst ook weer over de oproep van de krant. De één reageerde direct dat ze dekens ging zoeken, iemand anders begon over kleding.
We willen Oekraïne graag helpen. Je kunt zo weinig voor die mensen doen, vanaf hier in Nederland. Op deze manier kunnen we tenminste een klein beetje bijdragen. Als we de dertigste ook nog nodig mochten zijn bij de container, dan komen we gewoon weer.’’