Barteld Bosma strijdt tegen de windturbines in Meeden. Foto: Duncan Wijting
Terwijl hij wakker ligt van de bromturbines bereidt Barteld Bosma (51) uit Meeden zijn rechtszaak voor. „Windmolens zijn niet per sé slecht, maar deze zijn knap beroerd.” Dinsdag gaat hij naar de Raad van State.
Barteld Bosma ligt in bed, probeert in slaap te vallen, maar het lukt niet. Die verdomde molens.
Het is december 2020. Sinds de zomer draaien de turbines rondom Meeden. Voor die tijd waren inwoners bang voor een irritante schaduw van de wieken. In december is duidelijk wat het echte probleem is: de brom.
Zijn eerste bezwaarschrift
En daarom ligt Barteld die nacht wakker. Hij is één van de tientallen mensen in het dorp die niet kunnen slapen vanwege de bromtoon die de windmolens veroorzaken. Hij pakt zijn iPad en typt in: www.rechtspraak.nl.
Het wordt een gewoonte. Uren en uren leest hij rechterlijke uitspraken over windparken, inpassingsplannen en geluidsnormeringen. Duizenden zijn het er. Op de achtergrond brommen de windmolens. En zo wordt de ICT’er langzaamaan heel handig in het bestuursrecht: de tak van de rechtspraak die gaat over besluiten van de overheid.
En hij vindt een weeffout: de verlichting van de molens. In december 2020 verstuurt hij zijn eerste bezwaarschrift. Het gaat over de verlichting en welke instantie dit mag goedkeuren.
Barteld Bosma strijdt tegen de windturbines in Meeden. Foto: Duncan Wijting
Naar de Raad van State
Daar blijft het niet bij. Hij stuurt brief op brief, wint een rechtszaak en drie jaar na zijn eerste bezwaarschrift gaat hij dinsdag voor de Raad van State. Samen met nog vier omwonenden vecht hij de rode lampen aan op de turbines. Die knipperen zodat vliegtuigen er niet tegenaan vliegen.
De vraag is: mag dat.
‘Een jaar te laat’
Volgens Bosma niet.
Om precies te zijn: Op 17 februari 2017 is door de rijksoverheid bepaald dat de turbines in Meeden mochten komen. Dit gebeurt via een zogenaamd ‘rijksinpassingsplan’. In dit plan staan 35 stipjes op de landkaart rondom Meeden. Hier mogen windmolens staan. Maar er staat bijvoorbeeld ook in hoe de verlichting van die molens geregeld moet zijn.
Dit was in februari 2017 nog niet duidelijk. Dat komt vaker voor daarom mogen overheden enkele zaken open laten. Maar na vijf jaar moet dit wél duidelijk zijn. En hier wringt de schoen volgens Bosma. „In april 2022 is pas op papier gezet dat de lampjes op de turbines moesten knipperen. Dat is dus te laat.”
Gaat hij winnen? „Ik kan verliezen, maar een zaak kan knallen op dit soort kleine dingen. Je moet dit soort wetten heel letterlijk nemen.”
En dan? „Ik ga er niet vanuit dat ze direct uit gaan als ik win. Die apparaten verdienen miljoenen euro’s per jaar.”
Barteld Bosma strijdt tegen de windturbines in Meeden. Foto: Duncan Wijting
Don Quichot of David?
Miguel de Cervantes schreef Don Quichot. Een boek over een aan lager wal geraakte edelman. Hij vecht tegen windmolens en zoekt wanhopig naar zijn geliefde Dulcinea. In het oude testament staat een verhaal over David en de reus Goliath. Door een slimme worp met een steen verslaat David de reus.
Wat zeggen mensen tegen hem als hij vertelt over zijn rechtszaak? Hij neemt het dinsdag op tegen een groep topadvocaten. „In het begin verklaren mensen me voor gek. Maar dan leg ik het uit en dan krijgen ze door: daar zit toch wel wat in.”
‘Deze zijn knap beroerd’
Bosma en zijn buurtbewoners hopen dat de molens ooit uit gaan. Of ten minste stil worden. Veel betrokkenen vermoeden dat de bromtoon wordt veroorzaakt door een ontwerpfout in de molens rondom Meeden. Vergelijkbare molens op andere plekken in het land brommen namelijk niet. „Windmolens zijn niet zo slecht, maar deze zijn knap beroerd. Het zijn er teveel, ze staan te dicht op het dorp en ze brommen.”