Henri Lohr, afdelingshoofd van het Centrum voor Tandheelkunde en Mondzorgkunde in het UMCG. Foto: Corné Sparidaens
Een jonge tandarts die met te weinig kennis en ervaring aan het werk gaat. Mede dankzij Henri Lohr, hoofd van de opleiding Tandheelkunde in Groningen, gaat dat niet gebeuren.
De ministers Fleur Agema (gezondheidszorg) en Eppo Bruins (onderwijs) halen een streep door het plan van hun voorgangers om de opleiding tot tandarts te verkorten tot een vijfjarige studie. Tandheelkunde, aangeboden door de universiteiten in Groningen, Nijmegen en Amsterdam, blijft wat het was: een opleiding van zes jaar.
,,Het was een onzalig plan en gelukkig zien deze ministers dat in”, zegt Henri Lohr, hoofd van de opleiding Tandheelkunde, die onderdeel is van het UMCG. ,,We zijn heel erg opgelucht.”
Eén front
Lohr voerde het protest aan van professionals uit de sector en universiteiten tegen het plan. Hij is voorzitter van het overlegorgaan van de verschillende opleidingen Tandheelkunde, was voorzitter van de commissie die het kabinet (negatief) adviseerde over de inkorting van de opleiding en voerde namens de opleidingen overleg met tandartsenkoepel KNMT. ,,We hebben als professionals één front getrokken en dat lijkt te hebben geholpen”, zegt Lohr.
De reden dat het vorige kabinet de opleiding wilde indikken, was vanwege een dreigend tekort aan nieuwe tandartsen. Door de opleiding te verkorten ontstaat meer plek voor grotere aantallen instromende studenten. ,,Wij delen volledig de analyse dat er te weinig tandartsen worden opgeleid”, zegt Lohr. ,,Maar de oplossing is niet om de opleiding te verkorten. In het laatste jaar doen studenten cruciale extra kennis en ervaring op.”
Achterstand
Er is meer goed nieuws voor de opleiding Tandheelkunde in Groningen, want het mag komend studiejaar wel degelijk meer eerstejaars verwelkomen. De afgelopen jaren stroomden er 48 verse studenten in en dit aantal groeit het volgend studiejaar naar 59. In 2026 komen er nog zes meer. ,,We waren de kleinste opleiding Tandheelkunde van het land en die achterstand lopen we nu flink in”, zegt Lohr. ,,Ook daar zijn we erg blij mee.”