Luchtfoto van Oudeschip met op de achtergrond de oprukkende Eemshaven en ertussenin de Oostpolder. De Eemshaven komt in de plannen van minister Jetten voor een nieuwe kerncentrale niet voor. Foto: Archief Jaspar Moulijn
Eeuwenlang ‘broesde’ er de zee, na de inpoldering van 1840 werd het superieure landbouwgrond en straks is het industriegebied. Nu al hebben de plannen om de Oostpolder in te lijven bij de Eemshaven een boekje opgeleverd.
‘De Rolls Royce onder de Nederlandse landbouwgrond’, noemde boer Rick Hilberink het vorig jaar in een emotionele oproep aan de provinciepolitiek om zijn land onder de rook van de Eemshaven niet op te offeren aan de oprukkende industrie. Pootaardappelen uit de Oostpolder gaan nu nog de hele wereld over.
Oostpolder moet hotspot van internationale groene bedrijvigheid worden
Maar over niet al te lange tijd komt de wereld naar Oostpolder. De provincie Groningen en de gemeente Het Hogeland werken hard aan plannen om het 600 hectare metende gebied in te lijven bij de als kool groeiende Eemshaven. Het groenste industriepark van de wereld moet het worden, of toch in ieder geval van Nederland. Internationale bedrijven, van toeleveranciers voor de autoindustrie tot groene waterstoffabrikanten, strijken straks op deze hotspot neer met grootschalige nieuwe vestigingen.
Om de nietige dorpjes en buurtschappen rond het Eemshavengebied (samen 116 huishoudens) te betrekken bij de plannen zijn provincie en gemeente inmiddels ruim een jaar in overleg met omwonenden over de vraag hoe hun woongenot moet worden gecombineerd met de ambities van de oprukkende Eemshaven.
Bij de dialoog met omwonenden kwamen zo veel belangwekkende feiten, verhalen en anekdotes boven water, dat er een boekje uit is gedistilleerd over ‘verleden, heden en toekomst’ van de Oostpolder. Niet bestemd voor de vrije verkoop, maar in gedrukte vorm te verkrijgen voor bewoners van omliggende plaatsen als Oudeschip, Koningsoord, Nooitgedacht, Polen en Heuvelderij. Digitaal is het te lezen op de website over de Oostpolder-plannen: hetdigitalediggelschip.nl.
‘Verhalen en anekdotes geven dit gebied een ‘laag van betekenis’’
Leuke ‘bijvangst’ van het inspraakproces, beaamt gedeputeerde Mirjam Wulfse die vrijdag het eerste exemplaar in ontvangst nam. ,,Alhoewel: daarmee maak je het misschien kleiner dan het is. Bij onze dialoog met de omgeving hebben we een schat aan informatie opgehaald die het gebied een ‘laag van betekenis’ geeft. Dat helpt ons bij de ambitie een plan te ontwerpen dat de omwonenden zoveel mogelijk voordelen van de uitbreiding geeft en zo weinig mogelijk nadelen.’’
Omslag van het boek, ook online te downloaden.
Maar de ‘oogst’ was te rijk om ze niet breder te delen, stelt Wulfse. ,,Er zitten zó ontzettend veel ontroerende, aangrijpende en verrassende verhalen en anekdotes tussen dat het zonde zou zijn ze niet te bundelen.’’ En dus ligt er nu een boekwerkje van ruim 40 pagina’s dat in korte hoofdstukjes een overzicht geeft van de allereerste bewoning van het gebied in de IJzertijd rond 400 voor Christus tot aan de huidige plannen om de polder op te stoten tot industriepark.
Van ‘diggelschip’, via de inpoldering van 1840 tot de komst van de Eemshaven
Daartussen ligt een zee van tijd, van de komst van de Friezen en Germaanse Chauken rond de zesde eeuw, de aanvoer van aardewerk per ‘diggelschip’ die naar verluidt vaak gepaard ging met drankovergoten volksfeesten tot aan de inpoldering van 1840 die economische bloei bracht in Oudeschip. En natuurlijk de aanleg van de Eemshaven, het beoogde economisch trekpaard voor het Noorden dat na jaren kwakkelen pas de laatste decennia de belofte begint in te lossen.
Daardoorheen zijn verhalen en anekdotes geweven over roemruchte streekgenoten als Luit Kap die tot zijn overlijden in 2013 de laatste dorpswinkel dreef. Tegenover de zorgen van de familie Slob, vierde generatie akkerbouwers in de polder, staat het optimisme van de creatieve ondernemers Vita van der Lijke en René Diekstra.
,,Zij moest hem aanvankelijk overtuigen dat het belangrijk was hun stem te laten horen over de plannen met de polder’’, weet Wulfse. ,,Nu denken ze bij iedere bewonersbijeenkomst mee en borrelen ze van de ideeën. Het is leuk te zien dat mensen enthousiast raken door wat wij hier samen met de bevolking proberen te doen. Normaal wordt industriegrond kavel voor kavel verkocht. ‘Zet u er maar wat bomen omheen en dan is het wel klaar.’ Dat overheden zelf het voortouw nemen in de ontwikkeling en er met omwonenden iets goeds van willen maken, is uniek in Nederland.’’