Uroloog Jaap Poerink met het pistool waarmee hij plasproblemen bij mannen oplost. Foto: Jaspar Moulijn
Niet elke oudere man met plasproblemen ziet een prostaatoperatie zitten. Het Martini Ziekenhuis biedt een alternatief dat minder ingrijpend is en steeds populairder wordt.
Gerard (74) uit Groningen kent in de stad elke plek waar hij snel even naar binnen mag om te plassen. Door een vergrote prostaat weet hij hoe het is om om de haverklap naar de wc te moeten. „Dan ga je weer en dan komen er maar een paar druppeltjes uit”, zegt Gerard, die liever niet met zijn achternaam in de krant komt. „Geen levensbedreigend probleem, maar wel heel irritant.”
Een vergrote prostaat is bij mannen boven de 55 een van de meest voorkomende kwalen. Door hormonale veranderingen kan de prostaat, waar zaadvocht wordt geproduceerd, zo groot worden dat het orgaan op de blaas drukt en ook de plasbuis in het gedrang komt. Dit zorgt ervoor dat je veel vaker dan voorheen het gevoel hebt dat je moet plassen. Het gaat dan vaak maar om enkele druppels of een slap straaltje.
Van walnoot tot sinaasappel
Een gemiddelde prostaat is ongeveer zo groot als een walnoot. Maar bij oudere mannen kan dit zomaar de omvang van een mandarijn worden of zelfs die van een sinaasappel.
Gerard slikte er al jaren medicijnen voor, maar nadat hij een paar keer een blaasontsteking had gehad, besloot hij opnieuw naar zijn arts te stappen. Een echo wees uit dat er bij hem na het plassen veel urine achterbleef in de blaas. „Toen was ik er wel van overtuigd dat medicatie bij mij niet meer genoeg deed en ik een ingreep nodig had”, zegt Gerard.
De standaardoperatie bij een vergrote prostaat die problemen oplevert is de zogenoemde TURP-behandeling. Hierbij brengt de uroloog een kijkbuisje in de plasbuis. Via dit buisje gaat een instrument naar binnen, waarmee de uroloog het prostaatweefsel verwijdert dat de plasbuis dichtdrukt.
Uitschrapen en pellen
Uroloog Jaap Poerink van het Martini Ziekenhuis omschrijft de klassieke methode als „uitschrapen en pellen van de prostaat”. „Het werkt heel goed en de risico’s zijn beperkt, maar een klein deel van de mannen is er bang voor”, zegt Poerink. „Gelukkig hebben we voor deze groep patiënten een heel mooi alternatief.”
Het gaat om de zogenoemde UroLift. Het is een ingreep die een jaar of negen geleden in Amerika is ontwikkeld en de laatste jaren ook in Nederland in opkomst is. Het wordt inmiddels in zo’n 15 ziekenhuizen gedaan. In Groningen en Drenthe is Poerink vooralsnog de enige uroloog die het kan uitvoeren. In Friesland doet ook ziekenhuis Tjongerschans in Heerenveen de ingreep.
Hierbij brengt Poerink met een soort pistool een langwerpig instrument de plasbuis in. Ter hoogte van de prostaat schiet hij ankertjes door de plasbuis de prostaat in (zie illustratie), waarmee de wanden van de prostaatkwabben uit elkaar worden getrokken en er ruimte voor de plasbuis ontstaat. De patiënt krijgt een roesje en na een minuut of twintig ligt hij weer op de verkoeverkamer.
De ankertjes van de UroLift drukken de wanden van de prostaatkwabben uit elkaar.
Sterkere straal
In anderhalf jaar tijd heeft Poerink zo’n 75 patiënten op deze manier behandeld. „Het is een heel mooi alternatief voor bij wie medicijnen niet meer genoeg doen en voor wie een echteoperatie niet wil”, zegt Poerink. De UroLift kent bovendien minder bijwerkingen en risico’s dan de TURP-methode. De uroloog benadrukt dat zo’n ingreep geen negatief effect heeft op de seksuele functies. Iets waar veel mannen wel bang voor zijn. ,,De resultaten zijn heel goed. Bijna alle mannen kunnen naderhand beter plassen en ze hoeven veel minder vaak naar de wc. Hun straal wordt sterker, al zullen ze er niet de voegen tussen de tegels mee weg kunnen pissen.”
Meer doorverwijzingen
De ingreep wint aan bekendheid, merkt Poerink. Steeds meer huisartsen wijzen mannen erop dat het Martini Ziekenhuis een alternatief heeft voor opereren en ook vanuit andere ziekenhuizen krijgt de uroloog steeds meer doorverwijzingen. Poerink verwacht binnenkort een of twee collega’s te moeten opleiden in het gebruik van het apparaat, om aan de groeiende vraag te kunnen voldoen.
Bij Gerard is het inmiddels een jaar geleden dat Poerink hem op deze manier geholpen heeft. „Ik plas niet als een twintigjarige”, zegt Gerard. „Maar ik hoef niet meer vier keer per nacht uit bed om te plassen. En ook in de stad loop ik al die plekken waar ik vroeger naar binnen moest voorbij. Ik ben gewoon van mijn probleem af.”