Erik Buskens: ,,Mensen met een laag inkomen kunnen geen drie tientjes per maand missen'' Foto: Jan Willem van Vliet
Voor het eerst in tien jaar dreigen meer mensen in de problemen te komen met het betalen van de zorgverzekering. Arjen Vliegenthart, directeur van Nibud, vindt het een zorgwekkende ontwikkeling. ,,Dat kan een signaal zijn dat de problemen toenemen.’’
Een boete in plaats van hulp: dat moet anders, vindt Arjen Vliegenthart. Hij is directeur van Nibud, een kennis- en adviescentrum voor financiën. Volgens hem is het zorgelijk dat steeds minder mensen hun zorgpremie kunnen betalen. ,,Deze stijging kan twee oorzaken hebben. Het kan zijn dat dit een eenmalige opleving is, of het is een signaal dat er meer mensen zijn hun rekeningen niet kunnen betalen.’’
Belangrijk signaal
De zorgverzekering is een van de eerste dingen die mensen niet meer betalen. ,,Als je niet meer betaalt, blijf je alsnog verzekerd’’, stelt Vliegenthart. Dat werkt als volgt: in Nederland ben je verplicht om jezelf te verzekeren. Een zorgverzekeraar mag geen mensen weigeren voor een basisverzekering, ook niet als ze geen premie betalen.
De verzekerde die geen premie betaalt, blijft dan ook in ieder geval een basisverzekering houden. ,,Daarom zijn de betalingen aan de zorgverzekeraar zo belangrijk. Gaan we de komende tijd een stijging zien van mensen die niet betalen? Dat kan een signaal zijn dat de problemen toenemen.’’
Erik Buskens, hoogleraar Health Technology Assessment bij het UMCG, ziet dat de hoge premies mensen met een kleine beurs het meeste raakt. ,,Alles wordt duurder: voedsel, de huur, energie en tegelijkertijd stijgen de lonen niet hard genoeg mee. Voor mensen met een laag inkomen is dat een groot probleem. Die kunnen geen drie tientjes extra per maand missen en moeten dan ergens op gaan beknibbelen. De bovenlaag van de samenleving gaat bij wijze van een keertje minder uit eten.’’
Bestuursrechtelijke premie
Maar het niet betalen van de zorgverzekering heeft wel gevolgen. Na zes maanden worden mensen die niet betalen aangemeld bij het Centraal Administratie Kantoor (CAK) als wanbetaler. Een wanbetaler moet een hogere zorgpremie afdragen aan het CAK zelf en niet meer aan de zorgverzekeraar. Dat heet ook wel de bestuursrechtelijke premie. Die is deze maand verlaagd van 175 naar 160 euro, maar is alsnog hoger dan de gemiddelde kosten voor een basisverzekering van 146 euro.
,,Het is bizar’’, stelt Nibud-directeur Vliegenthart. ,,Wat wil je daarmee bereiken? Mensen kunnen de zorgverzekering niet betalen, dus het is onzin om te denken dat ze die boete dan wel kunnen ophoesten.’’
Hij pleit dan ook voor het afschaffen van de bestuursrechtelijke premie. ,,Het is totaal niet meer van deze tijd. Het enige wat je met die wetgeving bereikt, is dat je mensen de schulden induwt door hun besteedbaar inkomen nog verder in te krimpen.’’
Nibud directeur Arjen Vliegenthart in 2018. Foto: ANP
,,Het is een groot maatschappelijk vraagstuk’’, zegt Buskens. ,,Het idee is nu vaak dat mensen maar bewust hun premie niet betalen om lekker op vakantie te kunnen gaan bijvoorbeeld, maar dat is echt niet zo. Het overgrote deel kan het simpelweg niet betalen.’’
Actievere houding
Vliegenthart vindt dat de overheid mensen niet moet laten verdrinken in de schulden. In plaats daarvan pleit hij voor een actievere houding vanuit instanties. ,,Ik weet bijvoorbeeld dat de gemeente Groningen echt mensen probeert te vinden die in de schulden zitten om ze te helpen’’, zegt de directeur. ,,Dat is een positievere manier om mensen te helpen.’’
Een oplossing zou een premie op basis van inkomen kunnen zijn. ,,Dat is zeker een mogelijkheid’’, beargumenteert Buskens. ,,Het systeem is nu nog gebaseerd op solidariteit, waarbij iedereen dezelfde premie betaalt,maar we zien nu dat mensen in de problemen komen. Hoe houden we de zorg betaalbaar voor iedereen?’’
,,We zien uit onderzoek dat er altijd kwetsbare groepen zijn, zoals jong volwassenen’’, stelt Vliegenthart. Dit blijk ook uit cijfers van het CBS: de groep 25 tot 30 jaar is de op een na grootste als het gaat om het niet meer betalen van de zorgpremie voor ten minste zes maanden. De directeur wijst naar de vaak hoge studieschulden en een verhitte woningmarkt. ,,Dat zijn factoren die een rol kunnen spelen. Het beeld dat het allemaal maar goed gaat met iedereen, klopt niet.’’