Koning Willem-Alexander verricht de openingshandeling van het nieuwe Iederz-gebouw. Foto: Corné Sparidaens
,,Jullie mogen geen selfies maken met de koning. Als hij binnenkomt, gaan we staan’’, zegt Alina Kiers die in een volle zaal nog wat tijd volpraat. ,,Weet iemand nog een leuke mop?’’
Nog een paar minuten en dan opent Koning Willem-Alexander officieel het nieuwe gebouw van Iederz in Groningen. Een groot deel van de 480 medewerkers van sociaal ontwikkelbedrijf aan de Silkeborgweg is woensdag van de partij.
Om in de stemming te komen, treden in het voorprogramma Rooie Rinus en Pé Daalemmer op. Geen ‘rapperdepap, rapperdepap, carnaval in het Noorden’, maar ‘Hoornse Plas'. Groots applaus is er voor Irma Steijn, de doventolk van dienst, die in coronatijd constant naast premier Mark Rutte stond.
Prinses Juliana opende vorige pand
‘Rise’, zegt Alina als de koning, met in zijn gevolg een bonte stoet van hoogwaardigheidsbekleders en fotografen, de hal betreedt. Wethouder Carine Bloemhoff vertelt dat in 1985 zijn oma, toenmalig prinses Juliana, het vorige gebouw aan de Peizerweg opende.
Directeur Gina Olthof van Iederz is trots op het nieuwe en fris ogende gasloze gebouw. Hier werken mensen met een lichamelijke of geestelijke beperking. Ze hebben van het UWV een indicatie voor een 'beschutte werkplek' gekregen of hebben een Wajong-uitkering.
Wennen aan nieuwe omgeving
Wethouder Bloemhoff is vol lof over het pand, al was de eerste de beste medewerker die ze aanspraak slecht te spreken over de nieuwe huisvesting. ,,Ik vind het helemaal niks’’, beet hij haar toe. Olthof erkent dat mensen moeten wennen aan hun nieuwe werkomgeving. Maar de op het podium luid toegejuichte directeur kan haar geluk niet op. In de gangen hangt een opgetogen sfeer. ,,Alles is fris en nieuw, en alles is ruim opgezet.’’
Koning Willem-Alexander spreekt met werknemers van sociaal ontwikkelbedrijf Iederz. Foto: Corné Sparidaens
Koning Willem-Alexander gaat de werkvloer op. Hij praat uitgebreid met mensen die inpakwerk doen. Christa vertelt de koning dat ze zich veilig voelt bij Iederz. ,,Je mag hier zijn wie je bent.’’ Als ze te veel prikkels ervaart, kan ze zich even terugtrekken. Ferdinand werkt alweer 25 jaar bij Iederz. Zijn jubileum levert hem een etentje op. ,,Maar het leukste is toch dat je een extra centje krijgt. Ja toch? Dat zou u toch ook mooi vinden?’’
Ook cursus inburgering bij Iederz
Een groep buitenlandse mensen volgt bij Iederz de inburgeringscursus. Ze sommen op dat ze meer dan duizend uur nodig hebben om de Nederlandse taal en cultuur op een rij te krijgen. De koning wil weten wat een Syrische vrouw van Nederland wist toen ze hier kwam. Het antwoord is kort en krachtig: ,,Niets".
Iederz heeft 70 opdrachtgevers en doet zaken met 300 leveranciers. Het bedrijf bedient zowel de food- als non-foodsector: van zoetwarenindustrie tot tabaksindustrie en van bakkerijen tot de farmaceutische industrie, maar ook montage en assemblage van technische eindproducten en halffabricaten.
Medewerkers die medische producten inpakken, vertellen de koning over hun werkzaamheden. Foto: Corné Sparidaens
Het montagebedrijf is gespecialiseerd in het knippen en strippen van elektriciteitsdraad, assemblage van draadbomen en verlichtingsarmaturen. Bedrijven kunnen mensen van Iederz inhuren. Ze blijven dan in dienst van het sociaal ontwikkelbedrijf en worden gedetacheerd.
Fraydoon uit Afghanistan en Joël zijn ‘matties’. Ze bundelen en verpakken plastic houders voor medische laboratoria. Op tafel ligt een enorme berg materiaal. Beiden willen ze bij Iederz wel eens wat anders doen. Joël gaat voor lampenmontage. Fraydoon is herstellende van een hernia. ,,Ik moet niet te snel willen. Als je me vorig jaar zag lopen. Man, man, dat zag er niet uit.’’ Beide mannen hebben veel aan elkaar. ,,Als Joël hier van de afdeling gaat, mis ik hem.’’
‘Belofte aan jezelf’
De koning wil weten hoe het zit met de doorstroming van mensen naar het bedrijfsleven. Komt die met de huidige arbeidskrapte op gang? Volgens Olthof komt het voor dat mensen van Iederz bij bedrijven worden gedetacheerd. ,,Ze komen daar niet vast in dienst. Dat willen ze ook niet. Ze koesteren hun beschutte werkplek.’’ Stadsdichter Myron Hamming spreekt de medewerkers toe. Hij dicht: ,,Deze plek is een belofte aan jezelf en aan elkaar. Blijf jezelf verbazen over al het moois wat je maakt.’’