Ook de noordelijke oud-voetballers Joop Gall en Sergio van Dijk, die beiden in Indonesië hebben gewerkt, zijn geschokt door de voetbalramp in het stadion van Malang, waarbij bijna tweehonderd doden zijn gevallen.
Oud-voetballer en -trainer Joop Gall, tevens voetbalanalist van deze krant, is begin dit jaar trainer geweest van PSM Makassar op Zuid-Sulawesi. Hij is wegens corona nooit in volle stadions geweest, maar weet als geen ander hoe het eraan toe kan gaan in het Indonesische voetbal. Hij noemt het ‘shockerend’ en ‘dramatisch’ wat er is gebeurd in het stadion van Malang.
Het vond plaats in een wedstrijd tussen Arema FC uit Malang en Persebaya Surabaya uit Soerabaja. De clubs spelen in de hoogste divisie van het Indonesische voetbal, de Liga 1, en gelden als aartsrivalen.
Het Indonesische voetbalpubliek is volgens Gall ‘bloedfanatiek’. ,,Het voetbal staat niet op hetzelfde niveau als dat van ons in Europa. Maar dat maakt ze niet uit. Het is winnen of verliezen. Als je wint ben je god, als je verliest moet je oppassen. De emoties lopen zo hoog op dat het met een knip van de vingers kan escaleren. Het is over-emotioneel.’’
De in Assen geboren oud-voetballer Sergio van Dijk, die onder meer in 2013 en 2014 en tussen 2016 en 2018 in Indonesië voor Persib Bandung speelde en nu spelersmakelaar is, heeft het van nabij meegemaakt. Bij wedstrijden tegen aartsrivalen was het niet ongewoon dat zijn team in een pantserwagen naar het stadion werd gereden. ,,Dat werd door de politie goed onder controle gehouden. Onderweg hoorde je wel de stenen tegen het voertuig knallen. Het was maar goed dat we niet een bus zaten, anders lagen de ruiten eruit. Maar verder heb ik me nooit echt bedreigd gevoeld.’’
Daar komt bij dat menig stadion volgens Gall ‘overbezet’ is. Er zijn vaak veel meer toeschouwers binnen dan is toegestaan. ,,Dan hoeft er maar iets mis te gaan en dan krijg je dit soort taferelen.’’
Van Dijk wijst erop dat voetbal volksport nummer één is in Indonesië en nog veel meer leeft dan bij ons. Voor de arme bevolking is het een uitlaadklep, vermoedt hij. ,,Het is een land van 275 miljoen inwoners. Elke club heeft heel veel supporters. Die willen allemaal het stadion binnenkomen. Het is niet zo strikt geregeld als bij ons. Het komt voor dat het stadion propvol zit. Als er dan wat gebeurt, zoals gisteren, dan kan het extreme gevolgen hebben. Ik begreep dat de politie ook niet goed gereageerd heeft.’’
Ook de voetballers op het veld kunnen er wat van. Ze zijn fanatieker dan bij ons, zegt Gall. ,,Ze maken veel overtredingen. Acht van de tien kun je scharen onder de noemer domme acties. Ze laten zien wat ze kunnen en durven. Dan wordt de bank emotioneel en reageert ook het publiek vol vuur. Zo wordt de boel opgezweept. Als de scheidsrechter iets door de vingers ziet of in de ogen van het publiek een verkeerde beslissing neemt, kan het snel uit de hand lopen.’’
Aan de andere kant hangt er volgens Van Dijk ook vaak een goede sfeer in de stadions, juist omdat het publiek het voetbal een warm hart toedraagt. ,,Je voelt je daar echt een voetballer. Ze juichen veel. Als je een corner neemt, zijn ze heel luidruchtig. Vergelijk het met een land als Turkije. Deze ramp is een extreem uiterste.’’