Jackelien en Egbert Kruidhof: ,,Het probleem is dat de overheid voor de burgers hoort te zorgen en dat doet ze niet." Foto: Jan Zeeman
Ruim een jaar na de beving in Zeerijp wachten nog vele Groningers op een oplossing voor de schade aan hun huis. Ik wacht is een serie over hen die het wachten zat zijn. Vandaag aflevering 67: Jackelien (59) en Egbert (64) Kruidhof uit Appingedam.
Jackelien en Egbert Kruidhof (59 en 64) Appingedam Jackelien is huisvrouw, Egbert is badmeester Bungalow uit 1964 vrijstaande woning, gebouwd in 2006
De bungalow van de familie Kruidhof in Appingedam ruikt naar verf. Flink ook. Alsof de verfroller net druipend tegen de muur is gezet en heel het huis van een verse kleurlaag is voorzien. Dat blijkt niet het geval. ,,Ik heb de binnenkant van de kast geverfd’’, zegt Jackelien trots. ,,Een van mijn projecten.’’
Het huis staat vol met zulke ‘projecten’. Egbert (64) en Jackelien (59) zijn altijd met iets bezig. Op tafel ligt een stuk groene stof. Jackelien maakt namelijk quilts. ,,Dit worden bloemen. En hier, op de stoel ligt ook nog wat.’’ Een papegaai, meer bloemen, gewoon een kleurrijke deken en boven de bank hangt een enorme olifant. ,,Prachtig hè? Heb ik ook gequilt.’’
Egbert heeft jarenlang als bode gewerkt bij de gemeente. Inmiddels niet meer.
Egbert: ,,Ik ben zwemonderwijzer.’’
Jackelien: ,,Hij is gewoon badmeester.’’
Egbert: ,,De officiele term is .’’
Jackelien is een trotse oma en huisvrouw. ,,O, en je moet opschrijven dat ik bij de Hofnarren zit. Een soort theatergezelschap.’’
Ze kan urenlang aan de eethoek in de woonkamer zitten terwijl ze af en toe naar buiten kijkt om van het uitzicht te genieten. Ze heeft een speciale stoel op wieltjes waar ze makkelijk in en uit kan. Dat is nodig, want Jackelien heeft reuma en kan flink last krijgen van haar gewrichten. ,,Als ik op mijn wieltjesstoel zit, moet ik me wel een beetje vasthouden’’, zegt ze. ,,Ik rol steeds bij de tafel weg.’’
Ze rolt weg? Ja. De bungalow verzakt. Behoorlijk.
Drie jaar geleden zijn Jackelien en Egbert hier komen wonen. Ze verhuisden van Loppersum naar Appingedam. In hun vorige huis hadden ze ook last van aardbevingsschade. Toch besloten ze in het bevingsgebied te blijven. De reden? Kleinkinderen. ,,Ik had nooit gedacht dat ik oma zou worden en toen het gebeurde, wilde ik in de buurt blijven.’’
De schade in Loppersum werd snel verholpen. In Appingedam verloopt het proces minder soepel.
Er is al een inspectie geweest. Op dat rapport staan allemaal nulletjes. Geen schadevergoeding. De scheuren en verzakking zijn volgens de deskundigen het gevolg van zettingsschade. Eerder deze maand kregen ze een brief van de gemeente. Hun huis valt onder het ‘normale’ risicoprofiel.
Toch rolt Jackelien bij haar tafel weg. En toch zitten er flinke scheuren in de wanden. En de vloeren. En de badkamertegels. Het stel snapt er niets van.
,,Er gaat zoveel geld naar al die deskundigen en de burgers zitten maar in de problemen’’, zegt Egbert. Hij snapt naar eigen zeggen ‘hoe het spelletje werkt’ en ergert zich mateloos aan de gang van zaken. ,,Ze doen maar wat.’’ Uit het raam wijzend: ,,Die schoorstenen daar zijn te hoog. De schoorstenen van het blok ernaast zijn al korter gemaakt. Maar aan die drie doen ze niets.’’ Hij schudt zijn hoofd. ,,Als die naar beneden komen, hebben we een probleem.’’
,,Ach, het maakt mij niet uit waar ze het geld aan besteden. Het probleem is dat de overheid voor de burgers hoort te zorgen en dat doet ze niet’’, zegt Jackelien.
Daarom hebben ze een zienswijze ingediend. Ze wachten ook nog steeds op het inspectierapport van de fundering. Misschien wordt daardoor meer duidelijk. Er mag wel wat meer actie komen, vinden ze. ,,Je mag je mondje wel opentrekken. Ik hou daar van. Ik weet alleen niet meer goed hoe.’’
Anders dan veel anderen in het gebied blijven ze wel bezig met hun projectjes. Hun huis is nooit af. De gang krijgt een andere kleur, in de keuken ligt net een nieuwe vloer en Egbert is nog bezig met het plafond. Jackelien: ,,Dat houdt je op de been. Je bent er nog. Je bestaat nog. Je leeft en je laat je niet leven.’’
Ze willen zich er niet te druk over maken. De twee zijn allebei chronisch ziek en zijn meer van het ‘pluk-de-dag-gevoel’. Egbert: ,,Je huis kun je vervangen. Jezelf niet.‘’