Hoe ging de gemeente Groningen met de Joodse Stadjers in en na de Tweede Wereldoorlog? Historici schrijven er een boek over

Het heet Lege plekken. Groningen en haar Joodse stadjers in en na de oorlog. Verschillende historici onder leiding van Stefan van der Poel, universitair docent aan de Rijksuniversiteit Groningen.

,,De titel geeft aan dat het werk de periode van de Tweede Wereldoorlog en de tijd erna behandelt’’, zegt Van der Poel. Hij was vorig jaar met Maarten Duijvendak al betrokken bij het maken van een rapport over de wijze waarop de gemeente Groningen in en na de oorlog omging met Joods vastgoed.

De gemeentebestuurders wilden dit rapport in een ‘bredere context’ plaatsen en gaven de opdracht voor een vervolgonderzoek. Het resultaat daarvan staat in het boek waar behalve Van der Poel ook Wessel de Boer, Charlotte Dommerholt, Renske van Donk en Christiaan Gevers bijdragen aan leveren.

In het boek besteden ze onder meer aandacht aan de rol van de Groningse politie bij het arresteren en deporteren van Joden, de terugkeer en opvang van Joodse repatrianten na de oorlog, en de monumenten en de andere manieren waarop in de stad aan de Joodse gemeenschap wordt herinnerd.

Een van de Joodse Stadjers die in het boek wordt genoemd, is de arts Elie Aron Cohen. Aan hem wijdde Van der Poel ook een aparte studie.