Zo pakt Annemarie Jorritsma stoïcijns het eerste en het laatste woord af bij parlementaire enquête Groningen. 'Ik ben hier niet om mijn mening te geven'
Oud-minister Annemarie Jorritsma (Economische Zaken) wordt onder ede gehoord tijdens de derde dag van de openbare verhoren van de parlementaire enquêtecommissie aardgaswinning Groningen. Foto: Bart Maat
Oud-minister van Economische Zaken (EZ) Annemarie Jorritsma weet het niet meer. Of ze is niet de juiste persoon om het aan te vragen.
Voor de commissie begint met vragen stellen, wil Jorritsma iets zeggen. ,,Ik heb heel diep in mijn geheugen moeten graven. Het is meer dan twintig jaar geleden dat ik beleidsverantwoordelijkheid bij EZ droeg. Het kan zijn dat het wat langer duurt voor ik antwoord geef.’’
Waar eerdere getuigen deze week zonder problemen konden vertellen over hun ervaringen in de jaren ‘60 en 70, weet Jorritsma lang niet alles meer van haar tijd als minister tussen 1998 en 2002. Echt goed reflecteren op die tijd, gebeurt niet.
‘Ben hier niet om mijn mening te geven’
Annemarie Jorritsma is de eerste oud-bewindspersoon die is opgeroepen door de enquêtecommissie. De VVD-politica was van 1998 tot 2002 minister van Economische Zaken en vice-premier in het tweede kabinet Kok. Ze wil alleen vragen over die jaren beantwoorden, zegt ze streng. Over hoe ze nu terugkijkt op die tijd, weigert ze te antwoorden. ,,U doet een feitenonderzoek. Ik ben hier niet om mijn mening te geven.’’
Wie dat wel deed, was oud-topambtenaar van Economische Zaken en voormalig ceo van Gasunie George Verberg. Hij was zeer uitgesproken over het rapport van de Onderzoeksraad voor Veiligheid (OVV). Die concludeerde in 2015 dat er op geen enkele wijze rekening was gehouden met de veiligheid van de inwoners van Groningen.
Volgens Verberg heeft de OVV in het rapport ‘Aardbevingsrisico in Groningen’ volstrekt geen notie gehad van de spanningen die er waren binnen het gasgebouw. Dat is de publiek-private samenwerking tussen de Nederlandse Staat, ExxonMobil, Shell en GasTerra waarin geregeld werd hoe het gas uit Groningen wordt gewonnen en verkocht. ,,Of de OVV wilde die aandacht er niet voor hebben omdat ze een mooi verhaaltje wilden hebben.”
‘Slecht rapport’
Dat het beeld van een coterietje – een besloten gezelschap of krans – zoals Verberg het noemde werd opgeroepen door de OVV, daar is hij tot op de dag van vandaag boos over. ,,Ik vind dat beneden peil. En hoe kun je opschrijven dat er geen aandacht is geweest voor veiligheid?” Volgens Verberg is het een ‘heel slecht rapport’. ,,De naam van de Raad voor de Veiligheid niet waard.”
George Verberg, oud-topambtenaar bij Economische Zaak en oud-CEO Gasunie tijdens derde dag van de openbare verhoren van de parlementaire enquêtecommissie aardgaswinning Groningen. Foto: Bart Maat
Tijdens het verhoor van Jorritsma blijkt al snel dat ze zich inderdaad veel niet meer kan herinneren. Waar ze wel nog wat over wist: de omkering van de bewijslast die in haar tijd als minister al speelde. Jorritsma is fel als het daarover gaat. Ze vindt dat de omkering van de bewijslast bij de Nederlandse Aardolie Maatschappij (NAM) neerleggen niet helpt. ,,Ik geloofde niet dat de positie van de burger daar beter van werd. Ze moesten terecht bij bedrijven met heel diepe zakken. Ik vermoedde dat elke schadeklacht tot een rechtszaak zou leiden. Inmiddels hebben we de omgekeerde bewijslast en ik heb niet het idee dat het probleem van de Groninger daarmee kleiner is geworden.’’
Wat de oud-bewindsvrouw zich ook nog goed weet te heugen, zijn de gesprekken die ze voerde met Shell en ExxonMobil toen ze als minister bezig was om het gasgebouw te renoveren. Ze kan zich herinneren dat er een heel stevig gesprek is geweest met de topbaas van ExxonMobil. Dat Amerikaanse bedrijf wilde volgens Jorritsma eigenlijk maar een ding: veel gas uit het Groningenveld halen. ,,Daar verdienden ze het meeste aan en dat was het makkelijkste.” Shell stond volgens haar anders in de wedstrijd.
Mijnbouwwet vastleggen
Shell en ExxonMobil, de aandeelhouders van de NAM, waren tegen de vastlegging van de mijnbouwwet en de gaswet in 2000. ,,Ze vonden het niet fijn dat wij het in de wet wilden vastleggen. Ze wilden privaatrechtelijk doorgaan. Ik heb mijn best gedaan om ze te overtuigen, en uiteindelijk moeten wij het gewoon doen.’’
Aan het einde van het verhoor probeert de commissie nog een keer Jorritsma terug te laten kijken op haar tijd als minister. ,,U mag het vragen, maar ik ga geen antwoord geven. Ik vind niet dat ik hier zit om mijn mening te geven.’’
,,Ik stel hier de vragen en u weigert daar antwoord op te geven’’, besluit Hülya Kat (D66) het verhoor.
Als voorzitter Tom van der Lee het verhoor wil afsluiten, grijpt Jorritsma – net zoals in het begin – het woord. Ze wil de commissie en de luisteraars nog wel even meegeven dat ze na haar vertrek uit Den Haag waarnemend burgemeester in Delfzijl is geworden. ,,Bodemdaling en aardbevingen speelden toen helemaal geen rol. Ook niet in de kring van burgemeesters (in Groningen, red) waar ik toen in verkeerde. De wereld zag er toen heel anders uit. Het was echt een andere tijd.’’
En daarmee verliet Jorritsma de zaal. Het eerste en het laatste moment gepakt.