Elie Aron Cohen schreef talloze boeken waarin hij zijn kampervaringen verwerkte. Foto: Archief Naomi Cohen
Deze week wordt de Holocaust wereldwijd herdacht. Dat is tevens een moment om stil te staan bij Elie Aron Cohen, Joods arts uit Groningen.
Elie Aron Cohen was een Joodse Stadjer die de deze week herdachte Holocaust overleefde. Enkele jaren na de bevrijding verwierf hij bekendheid met een proefschrift waarin hij zo analytisch mogelijk het gedrag van slachtoffers en daders probeerde te verklaren.
Cohen schreef dat werk – Het Duitse concentratiekamp. Een medische en psychologische studie – als een door schuldgevoelens geplaagd mens. Het biografische verhaal dat in het nu verschenen Historisch Jaarboek Groningen 2021 over hem staat, maakt dat heel duidelijk. Het artikel werd geschreven door Stefan van der Poel, historicus en docent aan de Rijksuniversiteit Groningen. Die bestudeerde daartoe allerlei bronnen, uiteraard ook geschriften van Cohen zelf.
Kerstboom
Elie Aron Cohen, geboren in 1909, was een echte Stadjer die opgroeide in de Folkingestraat, het hart van de Joodse buurt. De synagoge stond daar, Joodse middenstanders hadden er hun nering, maar er woonden ook niet-Joden en er was een bordeel waarin in de donkere tijd van het jaar een kerstboom stond, met cadeaus eronder. De kleine Elie Aron was een van de kinderen uit de buurt die zielsgelukkig zo’n cadeau mochten ophalen.
Zijn ouders hadden het niet breed, maar toch kon hij medicijnen studeren. Dit dankzij steun van de Maatschappij tot Nut der Israëlieten. Na de afronding van zijn studie trouwde hij met Aaltje van der Woude en vestigde hij zich als huisarts in Aduard. Het was 1936, het jaar waarin de nazi’s met de Olympische Spelen in Berlijn de wereld nog even voor de gek hielden. Drie jaar later begonnen ze de Tweede Wereldoorlog. In 1940 waren ze de baas in Nederland.
Het gezin werd verraden
Cohen werd in 1941 gedwongen zijn praktijk te sluiten en probeerde met zijn vrouw en zoontje te vluchten. ,,En wel naar Zweden, met een boot, vanaf Delfzijl’’, vertelt Van der Poel. ,,Het gezin werd echter verraden en naar het Scholtenshuis in Groningen gebracht. De deportatie naar kamp Amersfoort en toen naar Westerbork volgde.’’
Cohen kon voorlopig in Westerbork blijven, omdat hij arts was. De Duitsers hadden zijn kennis nodig. Hij hielp soms gevangenen door te verklaren dat ze niet geschikt waren om naar de kampen in het oosten gedeporteerd te worden, dat ze transportunfähig waren. Toen de Duitsers hem erop betrapten dat hij ‘sjoemelde’, werden hij, zijn vrouw en zoontje zelf in de trein gezet. Ze werden naar Auschwitz gebracht.
Onderdeel van ‘het systeem’
Daar werd hij gescheiden van zijn twee grote liefdes. ‘Ik zag mijn vrouw en kind op een vrachtauto wegrijden en wuif ze nog na: ‘Tot straks...’ Zo verwoordde hij het later in een interview. Zij werden vermoord, hij bleef leven omdat hij arts was. Ook in Auschwitz hielp zijn beroep hem. Hij moest er de dienstdoende geneesheer helpen en werd zo onderdeel van ‘het systeem’. Hij kreeg te eten, hoefde geen zwaar lichamelijk werk te verrichten. En hoefde niet naar de gaskamers.
Vlak voor de bevrijding van Auschwitz werd hij met vele andere Joden uit het kamp gedreven, om deel te nemen aan een van de beruchte dodenmarsen. Hij overleefde ook die en keerde terug in Groningen, lichamelijk en mentaal gesloopt. Niet veel later werd hij huisarts in Arnhem en hertrouwde hij.
Schuldgevoelens
Hij maakte zo een herstart, maar nam zijn verleden wel mee. Grote schuldgevoelens plaagden hem, dag en nacht. Het feit dat hij Auschwitz had overleefd en zo veel anderen niet, hield hem voortdurend bezig. Hij, als arts en daarmee ‘prominent’, was blijven leven waar anderen waren vermoord. ,,Ik heb mijn eigenbelang laten overheersen boven de belangen van het algemeen, over een principiële, eerlijke houding in mijn leven’’, zo schetste hij later iets van zijn gevoelens.
In die gemoedstoestand schreef hij zijn proefschrift waarop hij in 1952 promoveerde. Hij beschreef de verschillende stadia waardoor kampgevangenen waren gegaan, waarbij de berusting het laatste stadium was. Hij constateerde tevens dat de mens in moeilijke omstandigheden een enorm uithoudings- en aanpassingsvermogen heeft. Maar hij dook ook in de psyche van de daders, de SS’ers, en noemde een autoritaire opvoeding en ideologie als cruciale oorzaken van hun misdadige gedrag.
,,Het schrijven van het proefschrift noemde hij een innerlijke noodzaak’’, aldus Van der Poel. ,,Het was en is heel bijzonder dat een directbetrokkene zo kort na de bevrijding zo afgewogen over dit onderwerp kon schrijven.’’
Angstaanvallen
Schuldgevoelens bleven Cohen achtervolgen, net als de kampherinneringen. Ze maakten hem prikkelbaar en vermoeid, gaven hem angstaanvallen en maakten ook dat hij op den duur zijn artsenpraktijk moest opgeven.
Hij bezocht processen tegen nazi-misdadigers en begon, we schrijven de jaren 60, ook onderzoek te doen naar de gevolgen op lange termijn van kampervaringen. Hij kreeg daar landelijke aandacht voor. Mede door zijn toedoen werd een behandelcentrum opgezet voor mensen die leden aan het postconcentratiekampsyndroom. Ook werd een wet van kracht die mogelijk maakte dat slachtoffers van vervolging in de oorlog een uitkering kregen.
Maar ook dit gaf zijn geest geen rust. ,,Ik heb juist het idee dat de schuldgevoelens verergerden naarmate hij ouder werd’’, stelt Van der Poel. ,,Boeken en artikelen die hij schreef, tonen dit ook aan.’’
Het Noorden vergat hij niet. In Aduard zag hij in 1985 het nieuwe monument met daarop de namen van de dorpsbewoners die in de oorlog waren omgekomen. Die van zijn eerste vrouw en zijn zoontje staan er ook op. Ook maakte hij zich sterk voor het behoud van de leegstaande synagoge in de Folkingestraat.
Wildvreemde
Op die plek van zijn jeugd kwam hij zelden meer. De straat was als een wildvreemde voor hem geworden. ,,Ik zie zoveel dat er niet meer is’’, zei hij in een interview met Ischa Meijer, in 1987.
Hij overleed 6 jaar later. Kort voor zijn dood was zijn laatste boek verschenen, Beelden in de nacht. ,,Daarin beschreef hij voor het laatst zijn kampervaringen’’, aldus Van der Poel. ,,De herinneringen eraan begeleidden hem tot het einde.’’
Lezing
Op 31 maart wordt in de synagoge in de Folkingestraat het gepresenteerd. Stefan van der Poel geeft dan een lezing over Elie Aron Cohen.