Ellen van der Werff deed onderzoek naar elektrisch rijden. DVHN
Een derde van de elektrische rijders overweegt volgend jaar over te stappen naar een brandstofauto zodra belastingvoordelen verder worden afgebouwd.
In 2030, als de fiscale voordelen helemaal wegvallen, zegt bijna 60 procent niet langer elektrisch te willen rijden. Dat meldt de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) op basis van een gezamenlijk onderzoek met de Vereniging Elektrische Rijders en de Rijksuniversiteit Groningen onder 3500 elektrische rijders.
Begin dit jaar is de vrijstelling van de motorrijtuigenbelasting voor elektrische rijders vervallen. In 2025 geldt een kwarttarief. De volgende vier jaar moeten ze driekwart van het normale tarief betalen. Een elektrische auto wordt dan duurder in de belasting dan een vergelijkbare brandstofauto, omdat die door de ingebouwde accu’s een stuk zwaarder is. Door de verdere afbouw van de korting op de bijtelling wordt het ook voor de zakelijke rijder duurder om elektrisch te rijden.
Ellen van der Werff was als adjunct hoogleraar omgevingspsychologie namens de Rijksuniversiteit Groningen betrokken bij het onderzoek. Het overgrote deel van de elektrische rijders geeft volgens haar aan dat de volgende auto weer elektrisch zal zijn. „Ze zijn positief over elektrisch rijden, maar ervaren wel dat het vanuit de overheid minder wordt gestimuleerd. Daardoor is er een kans dat sommigen overstappen op een benzineauto.”
‘Of ze daadwerkelijk overstappen valt te betwijfelen’
Tegelijk geeft ze aan dat we die verwachting van elektrische rijders met een korreltje zout moeten nemen. Voor velen is het nogal een stap om de elektrische auto in te ruilen voor een benzinewagen. „Het zou kunnen dat het deels strategische antwoorden zijn, namelijk dat ze willen dat het beleid verandert. Of ze daadwerkelijk overstappen valt te betwijfelen.”
De overheidsambitie is dat in 2030 alle nieuw verkochte personenauto’s elektrisch zijn, waardoor in 2050 een volledig emissieloos wagenpark mogelijk is. Onder elektrische rijders lijkt het geloof af te nemen dat de overheid elektrisch rijden daadwerkelijk wil stimuleren. Nog maar 29 procent van de elektrische rijders denkt dat het kabinet echt wil dat Nederlanders elektrisch gaan rijden. Dit is een flinke afname ten opzichte van vorig jaar, toen de helft van de rijders hier nog van overtuigd was.
‘De bereidheid om elektrisch te blijven rijden, lijkt te stokken’
De RUG voert het onderzoek onder elektrische rijders sinds 2020 jaarlijks uit. Je kunt volgens Van der Werff inderdaad spreken van een trendbreuk. „De opwaartse lijn van de bereidheid om elektrisch te blijven rijden, lijkt te stokken.”
Om in 2030 alleen nog maar elektrische auto’s te verkopen, zoals de overheid heeft vastgesteld, wordt volgens haar een ‘uitdaging’. „Het financiële bezwaar om elektrisch te rijden zal ook in de tweedehands markt doorsijpelen. Het kan leiden tot een vertraging in de transitie als mensen tweedehands benzineauto’s blijven kopen.”
‘Er is een kans dat de overheid elektrische rijders verliest’
Ook de RVO vindt de onderzoeksresultaten zorgwekkend, aangezien een groot deel van de beoogde milieuwinst in de vervoerssector moet komen van meer elektrisch rijden.
Het is aan de politiek om hierop te reageren, zegt Van der Werff. „Ik snap de logica achter de afbouw van de korting. Er komen steeds meer elektrische auto’s. Daardoor dalen de rijksinkomsten aan wegenbelasting. Maar de overheid moet nog even goed kijken naar het effect van de belastingmaatregelen op mensen die elektrisch rijden en die overwegen dat te gaan doen. Er is een kans dat de overheid een groep elektrische rijders weer verliest. Of dat er minder mensen bereid zijn om over te stappen.”