Eerst een zeemeermin en nu dit. Het archeologische onderzoek in Sauwerd tovert de ene na de andere bodemschat tevoorschijn. 'Ik wil het liefst blijven graven'
Het is de allerlaatste dag van het onderzoek in Sauwerd. Eigenlijk moet nog maar een paar meter modder worden doorzocht. Dat juist dit een hotspot blijkt voor bijzondere vondsten zoals een ring en een kogel, is daarmee extra speciaal. Foto: DVHN
Goud is-ie, met kleine witte parels en zwarte steentjes: de ring die is gevonden bij het archeologisch onderzoek in Sauwerd. Archeoloog André Pleszynski is hartstikke blij met de bodemschat. ,,Vanochtend duikelden we nog een kogel op.’’
Het is de allerlaatste dag van het onderzoek in Sauwerd. Eigenlijk moet nog maar een paar meter modder worden doorzocht. Dat juist nu, in de laatste uren van het graven, de écht bijzondere dingen naar boven komen, is mooi en een beetje stom tegelijk. Bodemschatten vinden is de droom van elke archeoloog. Maar nu rijst de vraag: wat laten we hier achter?
,,We noemen dat de vrijdagmiddagvondst. Dat je net voor het weekend iets opgraaft, waardoor het een latertje wordt’’, zegt archeoloog André Pleszynski.
Onstaborg in Sauwerd
Hij en zijn collega’s van MUG Ingenieursbureau zijn in Sauwerd aan het graven rondom een weiland naast de ijsbaan. De vereniging dorpsbelangen Sauwerd en Wetsinge wil hier een schaatsbaan maken. Dat doen ze door de sloot die om de grond ligt te vergroten naar de gracht die het ooit was, de slotgracht rondom de voormalige Onstaborg van de rijke familie Onsta. Als het niet vriest, kan het water fungeren als startplaats voor het kanovaren. Omdat het historische wierdegrond is, doet een team archeologen eerst onderzoek. Zo vonden de archeologen hier een paar weken geleden twee tapkranen, waarvan eentje in de vorm van een zeemeermin.
Het stuk grond is in de 14e eeuw als omgracht borgterrein in gebruik genomen. Uit een verslag blijkt dat hier ooit een steenhuis met heel dikke muren stond en vijf gebouwen. In de 18e eeuw werden de laatste resten van de borg afgebroken.
Een paar dagen geleden stuitte een vrijwilliger op een gouden ring. Het sieraad lag in de gracht. Een beetje verbogen is-ie en er missen wat parels. Maar het gevlochten gouden bandje is nog steeds mooi. ,,We hebben hem geconserveerd, daarom glimt de ring iets minder. Met een dun kunststof laagje zorgen we ervoor dat de parels in tact blijven.’’
Gouden ring met parels
Een paar dagen geleden stuitte een vrijwilliger op een gouden ring. De vinders komen er nu pas mee naar buiten omdat ze bang zijn voor ongewenste bezoekers die ‘s nachts op zoek gaan naar goud. Het sieraad lag in de gracht. Een beetje verbogen is-ie en er missen wat parels. Maar het gevlochten gouden bandje is nog steeds mooi. ,,We hadden echt niet verwacht goud te vinden. We hebben de ring geconserveerd, daarom glimt hij iets minder. Met een dun kunststof laagje zorgen we ervoor dat de parels intact blijven.’’
Pleszynski vermoedt dat de ring uit de vijftiende of zestiende eeuw komt. Maar een telefoontje met collega Cuno Koopstra onthult dat een expert van het Rijksmuseum vermoedt dat de ring ouder is. Misschien wel uit de Middeleeuwen.
Zware kogel
Vrijdagochtend kwam er nog een zilveren stadsmunt uit de grond. Iets groter, zwaarder en minder glimmend is de dikke kogel die de archeologen ook uit de modder diepen. Op het eerste gezicht een bonk klei, maar het blijkt toch echt een dikke stenen bal te zijn van 54 kilo. ,,Hier reageert de metaaldetector niet op, omdat hij helemaal van steen is. De graafmachine legde het bloot’’, legt Pleszynski uit. ,,We denken dat het een kogel is die gebruikt werd door een katapult of een trebuchet, een middeleeuws slingerarm-artilleriewapen.’’
Mogelijk is de kogel gebruikt rond 1400. Het stenen huis werd toen aan gort geschoten tijdens een belegering. Een verslag hiervan is bewaard gebleven.
De kogel, met een diameter van ongeveer 35 cm, weegt tussen de 80 en de 100 kilo. Vermoedelijk werd het voorwerp gebruikt in combinatie met een katapult of een trebuchet, een middeleeuws slingerarm-artilleriewapen. Foto: DVHN
‘Ik zou het liefst blijven graven’
Het is in ieder geval duidelijk dat er een rijke geschiedenis schuil gaat onder het gras. ,,Het zijn stuk voor stuk vondsten waar ik normaal gesproken afzonderlijk een persconferentie voor zou organiseren’’, zegt Pleszynski. ,,Dat we ze nu allemaal op één locatie vinden is heel bijzonder.’’ Hij kijkt een beetje weemoedig naar de modderige grond onder zijn werklaarzen. ,,Ik zou het liefst blijven graven.’’
De spullen worden schoongemaakt en gaan naar het depot. Mogelijk komt er een tentoonstelling of worden ze opgenomen in de collectie van een museum. De kogel is in ieder geval samen met de kranen te zien op de dag van de Noord Nederlandse archeologie in Nuis. Over een paar weken hoopt MUG Ingenieursbureau verder te gaan met het onderzoek langs het fietspad tussen Adorp en Sauwerd.