Historicus Martin Hillenga werkt aan boek over de Menkemaborg in Uithuizen. Foto: Anjo de Haan
De mens moet terug in de borg. Punt. Daar draait het om bij een nieuw project van Martin Hillenga. Hij onderzoekt het leven op de Menkemaborg in Uithuizen en duikt niet alleen in de wereld van de adel. Juist ook het leven van alledag, van het personeel wordt uitgediept. Daar was heel lang geen interesse voor. ,,Klain grut.’’
De hoofdingang van de Menkemaborg bereik je via de statige oprijlaan met hoge bomen. Naast de voordeur hangt een dienstklokje. Door alle pracht en praal in de borg zie je het zo over het hoofd. Sta je binnen dan wordt de blik getrokken naar portretten van al dan niet bepruikte oud-bewoners en schilderijen van droef kijkende kinderen. Vooral naar de glitter en glamour van lang geleden trekt de aandacht.
Het klokje valt niet op. Terwijl het o zo belangrijk was voor de mensen die op en rond de borg werkten. Dat klingelde als teken voor het personeel dat er geschaft kon worden.
De keuken met Interieur uit het soephuis in Groningen. Foto: Anjo de Haan
En mensen, daar draait het om bij het nieuwste project Martin Hillenga (1972) die opgroeide in Veendam en woont in de stad. De schrijver en oud-columnist van deze krant is historicus met Groningen en erfgoed als specialisme. ,,Het bestuur van de Menkemaborg vroeg me om op onderzoek uit te gaan, om een boek te schrijven. Maar dan een andere publicatie dan voorhanden is’’, legt hij uit.
Upstairs- downstairs
,,We gaan altijd uit van twee gesloten circuits. De adel en het personeel. Hoe waren de contacten tussen de boven- en de onderlaag echt? Een upstairs-downstairs-verhaal dus. Aan mij is de uitdaging om van de borg een ’levend huis’ te maken. Waarin bewoners een gezicht krijgen ook in alledaagse dingen.’’
Om welke mensen gaat het eigenlijk? ,,De hoofdbewoners waren leden van de familie Alberda van Menkema. Ze woonden er van 1682 tot 1902. Eigenlijk maar een paar maanden per jaar. In de winter verkassen ze naar een behaaglijk onderkomen in de stad naar een ‘’stadspaleis’ aan de Grote Markt.
En de personeelsleden? Gingen die mee? ,,Een deel vast en zeker. Anderen bleven om op de borg te passen of hadden tijdelijk ander werk in de buurt of verder weg.’’
Achter de schermen
De historicus kijkt wat er achter de schermen gebeurde: ,,Wat speelde er op de onderste verdiepingen, in het schathuis en de boerderij op het voorterrein van de borg? Het leven van alledag. Daar was lang geen interesse voor: klain grut. Je wilt toch weten: waar hielden ze zich mee bezig, waar sliepen al die mensen? Is het er in de winter koud en waar is het toilet?’’
Slaapplekken onderin de kelder voor het personeel. Foto: Anjo de Haan
,,En vooral ook: hoe werd alles betaald? Als je daar verder op ingaat merk je dat een borg als de Menkemaborg meer is dan een adellijk onderkomen op het platteland. Het is een microkosmos van de samenleving. De wereld hield niet op buiten de borgmuur. De Alberda’s waren onderdeel van het internationaal economisch verkeer van hun tijd en investeerden in de aanleg van spoorwegen. Er was een bloeiende aandelenhandel. De Groninger adel was nauw betrokken bij de West-Indische Compagnie en op die manier bij slavenhandel.’’
Over toiletten gesproken. ,,De borg heeft twee torentjes. In zo’n kil stenen torentje zit een poepdoos. Het was aan de dienstmeid om die voor gebruik even voor te verwarmen.’’
Graag in het Nederlands
,,Er komen vrij continu nieuwe zaken of vragen boven water die je uitgezocht wilt hebben. Weet je dat de dat de adel onderling soms Gronings sprak? Bij het notuleren van een vergadering in de stad werd nadrukkelijk gevraagd: graag in het Nederlands.’’
,,En het blijkt dat personeel op verschillende borgen onderling verwant was. Ontleende het personeel een bepaalde status door te werken op een borg en hielp men elkaar binnen de familie aan werk?’, zegt de auteur vragend.
,,Het aardige van dit onderzoek is dat je objecten en bouwsporen soms kunt combineren met archiefvondsten of kennis van elders. Dan vallen ineens puzzelstukjes op hun plek.’’ Hij wijst naar een deur met diepe, uitgeslepen krassen.
Hillenga noemt Unico Allard Alberda van Menkema (1726-1790) die aan reuma leed en waarschijnlijk in een rolstoel zat. ,,Dat verklaart deze ‘rolstoelsporen’. Jaar in jaar uit kraste de rolstoel steeds meer hout weg. Zo zitten in een groot huis enorm veel van dit soort kleine geschiedenissen die in eerste instantie vaak over het hoofd gezien worden.’’
Borgmuseum
De borg wordt al lang niet meer bewoond. Die is sinds jaar en dag een museum. ,,De focus is gaandeweg steeds meer komen te liggen op de kunsthistorische toppers die in en om het huis aanwezig zijn. En die zijn er. De schouwen en schilderingen uit het begin van de 18de eeuw, de tuin uit die tijd. Ik focus me op de bewoners. Die moeten een gezicht krijgen. De mens moet terug in de borg.’’
Wie kent verhalen
Dat mag letterlijk worden opgevat. De onderzoeker vraagt namelijk de hulp van het publiek om aan verhalen en spullen te komen. ,,Wiens of wier opa of oma of voorouders hebben op de borg gewerkt. Wie had er banden met de adellijke familie Alberda. Die had flink wat huizen in het dorp, er waren pachters. De turnvereniging en de fanfare gebruikten de singels.’’
,,Er zijn allerlei aanknopingspunten voor verhalen. Dat kan op basis van een kunsthistorisch belangwekkend object maar net zo goed een pispot. Beide zijn een vertrekpunt voor een verhaal.’’
De statige oprijlaan. Foto: Anjo de Haan
Zijn er nog spullen? ,,Vast wel. Na het overlijden van de laatste bewoner Gerard Alberda van Menkema in 1902 kwam de borg leeg te staan. Er was een grote boeldag. Ik heb de boedellijst. Een deel is zeker in de omgeving gebleven.’’
Verzamelplaats
Er komt niet alleen een boek dat in 2025 moet uitkomen. Ook op de borg zelf gebeurt het nodige. ,,De bedoeling is om op basis van het onderzoek de museale presentatie of beter gezegd het verhaal dat verteld wordt onder de loep te nemen’’, zegt de historicus.
Sinds een ingrijpende verbouwing rond 1700 is er nauwelijks iets gewijzigd. Kamers zijn ingericht met meubilair, porselein, zilver, koperwerk en portretten uit vooral de zeventiende en achttiende eeuw met als topstukken een achttiende-eeuws staatsieledikant, een hemel hemelbed van goudgele Chinese zijdedamast.
,,De borg staat tjokvol spullen die niet alleen gebruikt zijn in de Menkemaborg maar ook komen uit andere, afgebroken Groninger borgen. Het is eigenlijk een verzamelplaats van objecten die vaak weinig met de Menkemaborg te maken hebben. Neem de keukeninrichting. Die spullen komen uit het soephuis in de Zwanestraat in Groningen.’’
16 borgen
Ooit telde Groningen honderden borgen en steenhuizen. 16 borgen zijn er nog zoals de Menkemaborg. Het is een belangrijke toeristische trekpleister met in 2022 26.000 bezoekers en geldt als één van de romantische kastelen van Nederland. De historicus nuanceert: ,,Eigenlijk is het een middenklasser. De Opel Ascona onder de borgen. Er waren mooiere en grotere. Die zijn er niet meer.’’
De jonker en de Spaanse Dame
De laatste bewoner van de borg is Gerhard Alberda van Menkema. Hij sterft in 1902, kinderloos en ongehuwd. Hillenga: ,,Hij woonde eigenlijk niet eens meer op de borg maar verbleef in zijn huis aan de Parklaan in Groningen: met een gezelschapsdame.
Ze werd de Spaanse Dame genoemd en kwam uit Zeeland. Meer weten we eigenlijk niet. Wel dat hij bij haar schulden had. Verder is er geen snipper nieuws over ze te vinden. Ook niet uit de kranten van die tijd. Dat is toch bijzonder. Hij was de laatste van zijn geslacht. Misschien zijn er mensen die hier uit de overlevering meer van weten.’’
Deze jonker is ook eigenaar van borg Dijksterhuis bij Pieterburen. Beide borgen gaan na zijn overlijden naar de kinderen van zijn zus. ,,Die weten niet goed wat ze er mee aan moeten.’’ Uit beide borgen wordt het interieur gehaald en tijdens een grote boeldag verkocht. ,,Ik heb de inventarislijst nog.’’
Borg Dijksterhuis wordt verkocht en gesloopt. De Menkemaborg blijft tot 1921 in handen van de familie. Het staat dan al jaren leeg. Wat er met het personeel is gebeurd is onduidelijk. Zwaar verwaarloosd en gestript wordt het geschonken aan het Museum van Oudheden voor Stad en Provincie Groningen. Het tegenwoordige Groninger Museum. In 1927 gaat de borg na een ingrijpende restauratie als museum open voor publiek.