Aardappel besmet met wratziekte. Foto: NVWA Foto: NVWA
Het is nog onduidelijk welke aardappelrassen bestand zijn tegen de nieuwe wratziekte die ontdekt werd in Stadskanaal.
Boeren weten nog steeds niet welke aardappel ze veilig kunnen poten. Dat kan ook nog even duren. ,,Dat is zeker niet voor de nieuwe oogst duidelijk’’, zegt aardappelteler en LTO-akkerbouwbestuurder Dirk Jan Beuling uit Eerste Exloërmond.
De Nederlandse Voedsel en Warenautoriteit (NVWA) maakte in november bekend dat een onbekende schimmelsoort was ontdekt op twee percelen in Stadskanaal. Om verdere verspreiding te voorkomen mogen op beide stukken grond de komende twintig jaren geen aardappels worden gepoot.
Nieuwe besmetting voorkomen
Tot dusver lijkt de verspreiding van de nieuwe ziekte klein, zegt Beuling. Om dat zo te houden moeten boeren alert blijven en zorgen dat hun machines schoon zijn en dat er zo min mogelijk grond opstuift. Daarin kan de ziekte zitten.
Toch ziet hij de spanning toenemen bij boeren die land hebben bij de besmette velden.
Beuling vergelijkt de ziekte met kroos. Eén kroosje in de vijver is beheersbaar, maar als je niet oplet heb je zo de hele vijver eronder, schetst hij.
Kruising
Als de ziekte op het land wordt aangetroffen, mag er twintig jaar geen aardappel meer op worden verbouwd. De aardappel is juist een gewas waar een relatief goede winstmarge op zit voor boeren.
Hij hoopt en verwacht dat er bestaande aardappelrassen zijn die tegen de wratziekte kunnen of dat er een nieuwe kruising gemaakt kan worden. Beuling hoopt er voor de zomer duidelijkheid is over welk ras resistent is, zodat in het voorjaar van 2022 een resistente aardappel de grond in kan.