Waterschappen in het buitenland. Zendingsdrang of pure noodzaak?
Wat heeft de dijkgraaf van Hunze en Aa’s te zoeken in Burkina Faso? Waarom heeft Wetterskip Fryslân een vaste medewerker rondlopen in Mozambique? Welk voordeel haalt Noorderzijlvest uit de aanwezigheid in Peru? Een verhaal over nut en noodzaak van de aanwezigheid van de noordelijke waterschappen in ontwikkelingslanden.
Tevreden staan dijkgraaf Luzette Kroon van Wetterskip Fryslân en haar collega-dijkgraaf Geert-Jan ten Brink (Hunze en Aa’s) op de trappen van de Nederlandse ambassade in Maputo. Het is 18 januari 2024 en de waterschapsbestuurders hebben net met minister Carlos Mesquita van Mozambique gesproken over hoe Nederlandse waterschappen kunnen helpen bij waterkwesties in het Afrikaanse land.
Een dag later ondertekenen de Nederlandse en Mozambikaanse waterschappen de hernieuwde ‘Blue Deal’. Hernieuwd, want deze in Nederland bedachte samenwerking loopt dan al 6 jaar. Met hun handtekeningen verlengen en bestendigen de waterbestuurders de Blue Deal voor nog eens 6 jaar.
De Blue deal-samenwerking met Mozambique is niet uniek. Alleen al de vijf waterschappen in Noord-Nederland blijken zeker achttien van dergelijke (meer of minder intensieve) samenwerkingen te hebben. Het voert Noorderzijlvest, Hunze en Aa’s, Wetterskip Fryslân, Drents-Overijsselse Delta en Vechtstromen naar tal van buitenlanden. Van Peru tot Vietnam. Van Roemenië tot Burkina Faso.
Wat doen die waterschappen daar? Levert het ook iets op, of zijn het vooral goedbedoelde hobbyprojecten van enthousiaste waterbestuurders? Leeuwarder Courant en Dagblad van het Noorden doken in de internationale wereld van de Blue Deal.
Waarom precies daar?
De Blue Deal draait om samenwerking met ontwikkelingslanden. Die samenwerking is wijdvertakt. In elk Blue Deal-land zijn makkelijk vijf of meer Nederlandse waterschappen aangehaakt.
Dat betekent ook dat, omgekeerd, Nederlandse waterschappen vaak in meerdere landen tegelijk actief zijn (zie de kaart). Noorderzijlvest en Vechtstromen werken elk met drie landen samen, Hunze en Aa’s en Drents Overijsselse Delta beiden zelfs met zes. Wetterskip Fryslân is met één partnerschap (Mozambique) een uitzondering.
Wie verwacht dat door al die samenwerkingen opeens overal nieuwe waterpompen staan, rioleringen zijn aangelegd of dammen gebouwd, moet dat idee bijstellen. Zo zit het programma niet in elkaar.
Veel Blue Deal-landen hebben zelf ook een soort van waterschappen. Alleen, die moeten het vaak doen met minder geld, minder kennis, minder van alles. Als die waterschappen beter functioneren, is de filosofie, dan verbetert de waterhuishouding vanzelf mee.
En dus proberen Nederlandse waterschappers, onder de vlag van de Blue Deal, vooral collega-waterschappers te helpen. Dat is een proces van lange adem. ,,Daarom is het mooi om te zien dat het een 12-jarig programma is”, zegt de Friese dijkgraaf Luzette Kroon. ,,Zodat je kan bestendigen dat mensen zelf hun waterhuishouding kunnen regelen.”
In Mozambique werkt Wetterskip Fryslân mee aan een nieuwe waterschapsbelasting. Met de invoer van een tarief voor de afname van water kunnen lokale waterschappen hun inkomsten verhogen, wat weer nodig is voor, bijvoorbeeld, onderhoud.
,,Er zijn daar grote investeringen gedaan in sluizen en dijken”, zegt Martin Bos, Blue Deal-projectleider bij het Wetterskip. ,,Maar na de bouw was er verder geen aandacht voor duurzaam beheer.”
Jan den Besten, buitenlandcoördinator bij Hunze en Aa’s: ,,Het zijn partijen als de Wereldbank die leningen geven voor de grote investeringen in infrastructuur. Maar in beheer en onderhoud doen ze niet. Dat weten ze, maar toch blijven ze maar investeren.”
We hebben het in Nederland ,,uitzonderlijk goed geregeld” met de waterschapsbelastingen, zegt Den Besten. ,,Dat zorgt dat je onafhankelijk bent van politieke beslommeringen van provincies of nationale overheden. Wij hebben gewoon geld dat gelabeld is voor waterbeheer. Dat is in andere landen een stuk minder.”
En wat doen de waterschappen dan?
Kennisoverdracht, door het geven van trainingen en workshops, is de hoofdmoot. In Mozambique leren lokale waterschappen zo bijvoorbeeld de grote waterverbruikers in kaart te brengen, of hoe je het onderhoud van waterlopen verbetert. ,,Maar we organiseren ook bewustwordingscampagnes voor de bevolking om geen afval in het kanaal te gooien”, zegt Bos, die het omschrijft als ,,geef ze geen vissen, maar een hengel”.
In Burkina Faso traint Hunze en Aa’s de waterschappen met rekenkundige modellen om grip te krijgen op de schaarse watervoorraad, zodat dat water optimaal kan worden verdeeld. Met zulke ‘watermodellen’ werkt ook Noorderzijlvest in Peru.
Een delegatie waterschappers uit Burkina Faso bezoekt op uitnodiging van Hunze en Aa's gemaal Rozema bij Termunterzijl. Foto: Huisman Media
Maar voor modellen heb je ook gegevens nodig, over watervoorraden, neerslag, verdamping, wat al niet. Die zijn in Nederland altijd aanwezig, maar niet in een land als Peru, zegt projectleider Milagros Sosa Landeo van Noorderzijlvest. ,,Dus moeten wij bedenken: hoe kunnen wij die data genereren? Hoe passen we onze modellen aan, zodat we aan genoeg gegevens kunnen komen?”
De Blue Deal, klinkt het bij alle waterschappen, nemen kennis en ervaring mee maar geen bakken met geld. Dat is voor de landen in kwestie soms ook even wennen. ,,In Vietnam kijken ze ons nog elke dag aan, van: wanneer beginnen jullie nou met investeren”, merkt projectleider Tjeerd Dijkstra van Vechtstromen. ,,En dan leggen wij weer uit: zo werken wij niet. Wij helpen jullie ontwikkelen, zodat jullie het zelf kunnen.”
Vechtstromen probeert zijn trainingen of workshops daarom te koppelen aan een concrete opdracht voor de waterschappen. ,,Met de financiering van de Wereldbank was in de Mekongdelta een ringdijk aangelegd. Daar maken ze dan nu een onderhoudsplan voor.”
Wie bepaalt welke landen meedoen?
De waterbeheerders zijn het eigenlijk allemaal wel gewend: die verontwaardigde blik als ze hebben verteld dat zij niet alleen werken in Drenthe, Friesland of Groningen. Maar ook de vleugels uitslaan in Afrika, Zuid-Amerika en Azië. Hoe kom je er in godsnaam terecht?
Over die laatste vraag: dat is puur toeval.
Dat waterschap Vechtstromen bijvoorbeeld projecten draait in Vietnam heeft geen diepe achterliggende reden. Het komt eigenlijk neer op toevalligheden. Zoals de dijkgraaf, hier watergraaf genoemd, die in het verleden eens aanhaakte bij een waterproject in Vietnam en daarmee zelf al betrokken was geraakt bij het land. Vechtstromen is daar niet uniek in.
Bij Wetterskip Fryslân voerden eigen medewerkers al losse projecten uit in Mozambique. En dus was het logisch dat zij juist in dat land het Blue Deal-project op poten zou gaan zetten.
En dat Noorderzijlvest-medewerkers tegenwoordig zo’n drie keer per jaar in Peru zijn te vinden, komt omdat er in 2017 in dat land grote overstromingen waren. ,,Een van onze collega’s is daar toen heengegaan als een expert. Die heeft daar contacten aan overgehouden. 2 jaar na die overstromingen startte Blue Deal. En ja, vanwege de toevallige persoonlijke betrokkenheid van een van onze medewerkers hadden wij de contacten al in Peru”, verklaart dijkgraaf Roeland van der Schaaf.
Zijn collega Milagros Sosa Landeo geeft aan dat het Groningse waterschap al heel lang gericht is op internationale samenwerking. ,,Al sinds 2011 zitten wij in buitenlandse projecten. Blue Deal kwam daar in 2019 bij.”
Noorderzijlvest is niet het enige waterschap dat zich ophoudt in het Zuid-Amerikaanse land. Maar is wel de penvoerder, zeg maar de projectleider, van het project in Peru. En ook dat is domweg toeval.
,,Dat klinkt wat onaardig, maar wij hadden vanuit de geschiedenis van internationale samenwerking met de regionale waterautoriteiten van Tumbes en Piura en de waterraden van Noord-Peru al de nodige kennis en betrokkenheid. Dan is het ook logisch dat je het penvoerderschap op je neemt”, vindt Van der Schaaf, die aangeeft dat het natuurlijk wel een beetje evenredig verdeeld moet zijn over de waterschappen.
Penvoerder zijn van een project betekent nogal wat. Zo is Sosa Landeo, toevallig zelf ook van Peruaanse afkomst, de waterschapsmanager voor het project Peru. Dat betekent dat zij meeschrijft aan de voortgangsrapportages en de drie werkbezoeken per jaar naar het land moet plannen. ,,Je doet eigenlijk bijna alles voor het programma.” En dat betekent nogal wat voor een organisatie, zegt dijkgraaf Van der Schaaf. ,,Niet ieder waterschap wil de verantwoordelijkheid van penvoerder nemen.”
Hunze en Aa’s is bijvoorbeeld geen penvoerder. Dat kost het waterschap teveel tijd en geld, erkent de dijkgraaf. Toch doet Hunze en Aa’s wel mee aan zes projecten. En reist Ten Brink ,,één of twee keer per jaar” naar Afrika. Terwijl hij niet is opgeleid tot bijvoorbeeld hydroloog. Hij is een ras-bestuurder. Waarom gaat hij dan toch naar Burkina Faso? Heeft dat niet teveel weg van een snoepreisje?
Ten Brink resoluut: ,,Absoluut niet.” Volgens hem zijn de landen in Afrika uitermate gevoelig voor hiërarchie. Hij heeft als dijkgraaf dan de ,,strepen op de mouw” om direct toegang te krijgen tot een minister. En daarmee is hij een soort ,,koevoet” om dingen ,,geregeld te krijgen” en de voortgang van projecten er wel in te houden. ,,Soms moet er ook gewoon wat formeels worden ondertekend.”
Hoeveel kost dat ons?
De waterschappen geven allemaal aan dat de Blue Dealprojecten hen eigenlijk geen geld – als in: harde valuta – kost. Ja, ze betalen in mankracht: de medewerkers die er uren tijd insteken. Het gaat dan vaak om zo’n twee fte per waterschap.
De ministeries van Buitenlandse Zaken en die van Infrastructuur betalen vooral de kosten. Het gaat dan jaarlijks om zo’n 5 miljoen euro die wordt overgemaakt aan de overkoepelende internationale organisatie van de Unie van Waterschappen: Dutch Water Authorities.
Zij coördineren en betalen alle projecten. Waterschappen leveren bij hen de voortgangsrapportages in. En leveren dus de mannen en vrouwen. Wetterksip Fryslân heeft bijvoorbeeld een projectleider in dienst die woont in Maputo, de hoofdstad van Mozambique. Vechtstromen heeft een soortgelijke functionaris in dienst in Vietnam, die vanuit Nederland wordt aangestuurd door een projectleider.
Vrijwel alle waterbeheerders die wij spreken zeggen hetzelfde: na de verbazing van de buitenwacht (‘Wat doen jullie daar’?) over de Blue Deal, volgt na de uitleg het begrip: (‘Goed dat jullie dat doen’).
Hebben wij daar iets over te zeggen?
Stel: je eigen gemeente wil 12 jaar lang een vriendschapsband aangaan met een stad in het buitenland. Er zijn ook kosten mee gemoeid. Daarom belandt het plan bij de gemeenteraad. Die stemt erover en besluit zo of de stedenband wel of niet doorgaat. 12 jaar is immers niet niets.
Een waterschap heeft geen gemeenteraad. Wel iets wat er op lijkt: het Algemeen Bestuur. De leden van het Algemeen Bestuur zijn door de inwoners gekozen. Zij bepalen het waterbeleid en controleren het Dagelijks Bestuur, zogezegd de burgemeester en wethouders van het waterschap.
De Blue Deal duurt ook 12 jaar. Het is een lange samenwerking die aan de noordelijke waterschappen jaren achtereen menselijke inzet vraagt. Toch hebben de Algemeen Besturen in Noord-Nederland nooit zélf kunnen beslissen over de deelname aan de Blue Deal.
Bij Hunze en Aa’s besloot het Dagelijks Bestuur – de dijkgraaf en de ‘wethouders’ dus – in februari 2018 eigenhandig dat het waterschap 12 jaar in de Blue Deal zou stappen. Een voorstel aan het Algemeen Bestuur kwam er niet aan te pas.
In Friesland nam rond die tijd het Dagelijks bestuur hetzelfde besluit. Het Algemeen Bestuur werd erover ‘geïnformeerd’. Hetzelfde gebeurde bij Vechtstromen, en later dat jaar en in 2019 bij Noorderzijlvest en Drents Overijsselse Delta. De Algemeen Besturen werd op dat moment niets gevraagd.
,,Het was logisch om het zo te doen”, zegt dijkgraaf Ten Brink van Hunze en Aa’s. ,,Die ruimte om te beslissen zat gewoon bij het Dagelijks Bestuur.”
Dat Hunze en Aa’s hulp biedt in het buitenland, staat volgens Ten Brink binnen het waterschap namelijk niet ter discussie. Dat beleid is immers al in 2010 door het Algemeen Bestuur zelf vastgesteld. ,,Vervolgens geven wij als Dagelijks Bestuur daar invulling aan.” Wetterskip Fryslân benadrukt dat ook daar het Algemeen Bestuur in een eerder stadium al heeft ingestemd met de kaders voor internationale samenwerking.
Waterschappers uit Burkina Faso. Foto: Huisman Media
Op voorlichtingsavonden krijgen de Algemeen Besturen zo’n een keer per jaar een update van wat hun waterschap allemaal doet in dat verre Blue Deal-land. ,,Het AB wordt goed geïnformeerd over de voortgang”, stelt Wetterskip-dijkgraaf Luzette Kroon.
,,Je kunt dit niet besluiten”, zegt collega Roeland van der Schaaf van Noorderzijlvest, ,,wanneer je geen draagvlak van het AB zou hebben.” Dat draagvlak is er bij alle noordelijke waterschappen, is zijn indruk als hij om zich heen kijkt.
,,Maar van collega’s hoor ik ook dat er andere waterschappen zijn waar er wat minder positief over gedacht wordt. ,,Dus uiteindelijk is het wel een politieke afweging.”
Wat hebben wij er aan?
Vrijdag 29 september. Het is winderig op de dijk bij Termunterzijl. Zeven Afrikaanse mannen kijken uit over het wad, geflankeerd door twee medewerkers en de dijkgraaf van Hunze en Aa’s. De zeven dragen kleurrijke gewaden. En ondanks het gure kille weer blijft een enkeling zijn zonnebril dragen.
De mannen uit het West-Afrikaanse land zijn ruim een week op wederbezoek. Om kennis uit Nederland te halen. De dijken en gemalen te bezien. De voorman van de Afrikaanse delegatie is vol lof over de Nederlandse aanpak. En doet veel inspiratie op, vertelt hij in het Frans.
Burkina Faso profiteert van de samenwerking, zeggen de mannen. Dat is mooi voor het land. Maar hebben ‘wij’ er ook wat aan als Nederlandse waterschappen? De aanwezige waterschapsmedewerker van Hunze en Aa’s is daar klip en klaar over: niet per se.
Tenminste, niet aan de uitwisseling van ideeën. Maar dat is volgens hem ook niet zo gek: Nederland heeft een voorsprong van enkele honderden jaren op de pas opgerichte waterschapsorganisaties in Burkina Faso.
Dat is ook iets wat bij het Wetterskip Fryslân te horen is: onze kennisvoorsprong is enorm. ,Het lokale waterschap in Mozambique heeft zo’n honderd tot tweehonderd mensen in dienst hè. Voor een gebied dat zeven keer zo groot is als Nederland”, zegt dijkgraaf Kroon.
Het is vooral waardevol voor Hunze en Aa’s om personeel bewust te maken van de rijkdom die wij eigenlijk hebben. En voor het werkgeluk van die paar medewerkers die zich intensief bezighouden met de Blue Deal-projecten.
Dijkgraaf Geert-Jan ten Brink is er zelfs nog veel duidelijker over: het hoeft ook niks op te leveren. Het is boven alles een ,,morele verantwoordelijkheid” van de waterschappen. Precies de twee woorden die ook te horen zijn uit de mond van dijkgraaf Roeland van der Schaaf van Noorderzijlvest.
,,De basis is: we willen hulp bieden. Maar door klimaatverandering zien wij overal de droogte toenemen. We zien dat de boeren in de regio van Ouagadougou er lokaal anders mee omgaan. Daar kunnen wij echt wel van leren”, zegt Ten Brink. Maar hij erkent dat het ook ,,ingewikkeld” is.
Volgens Jan den Besten van Hunze en Aa’s leren hij en zijn collega’s functioneren in een totaal andere cultuur met andere financiële omstandigheden. ,,We moeten daar meer terug naar de basis en daardoor word je wel een betere waterbeheerder. Je gaat anders denken. Problemen anders benaderen.”
Hunze en Aa’s pretendeert echt niet dat oplossingen uit Ouagadougou een op een zijn te kopiëren op een watersituatie in pak ‘m beet Termunterzijl. Ten Brink: ,,Het moet niet gekunsteld worden.” Den Besten: ,,Nou ja, ik ben net een paar weken terug uit Mozambique voor een dijkinspectie met een Nederlandse collega. En daar was toen een dijkdoorbraak. Die collega zei dat hij in Nederland nog nooit zo’n dijkdoorbraak had gezien. Hij had zijn kennis alleen uit een boekje. Maar daar zagen we dat het dijk-falen niet altijd volgens het boekje gaat.”
Den Besten haalt het voorbeeld van de cyclonen aan die de havenstad Beira in Mozambique hebben gegeseld. Waar Nederland in rekenmodellen uitgaat van een superstorm in eens in de 1000 jaar komen dergelijke stormen in Zuidoost-Afrika veel vaker voor. ,,Beira was na de cycloon 5 dagen volledig afgesloten van alles. Van de buitenwereld. Van water. Van internet. In Nederland doen we een gedachte-oefening: hè: hoe zal dat zijn? Hoe reageren we? Daar hebben we het gewoon kunnen zien, kunnen meemaken.”
Hoe effectief is de Blue Deal?
Het doel van de Blue Deal lijkt kraakhelder: zorg dat 20 miljoen mensen in 2030 toegang hebben tot voldoende schoon en veilig water. Maar wanneer is water schoon en veilig? En is hoe meet je of iemand tot dat water ‘toegang’ heeft?
In 2021, 3 jaar na de aftrap, verscheen de eerste evaluatie van de Blue Deal. Het programma heeft zeker potentie, concluderen de onderzoekers op dat moment, maar het moet wel effectiever worden uitgevoerd. Hoeveel mensen op dat moment toegang hadden gekregen tot schoon water, vermeldt het rapport niet.
,,Wij hebben daar ook mee zitten worstelen: hoe ga je dat meten?”, zegt Tjeerd Dijkstra van Vechtstromen. Het waterschap voert de Blue Deal uit in de Vietnamese Mekong-delta. ,,Alleen daar wonen al bijna 20 miljoen mensen.” Hoeveel mensen Vechtstromen daarvan mag ‘meetellen’, weet hij niet.
Een ‘hoogover-doel’ noemt zijn collega Jan van der Molen die 20 miljoen, iets wat op een ministerie is bepaald. ,,Wij hebben onze eigen doelen, die zijn tastbaar.”
Kennis overbrengen is zo’n doel. Kennis over water, kennis over hoe je een dijk of dam langdurig onderhoudt. Vechtstromen doet dat met het geven van trainingen en cursussen aan Vietnamezen. Dijkstra: ,,En dan moeten zij zelf aangeven wat dat oplevert. Wat heb je geleerd? Hoe ga je dat in praktijk brengen?”
Vechtstromen probeert tegelijk te leren dat de steden en provincies in de Mekong rond waterkwesties moeten samenwerken. Iets wat in het centraal geleide Vietnam niet vanzelfsprekend is. Van der Molen: ,,Alles gaat via de hoofdstad Hanoi.”
In het zuiden van Mozambique ziet Wetterskip Fryslân dat het lokale waterschap daar al meer inkomsten binnenhaalt. Die organisatie heeft zichzelf met hulp van Blue Deal-trainingen geprofessionaliseerd, zegt Wetterskip-dijkgraaf Luzette Kroon. ,,Ze hebben nu goed in kaart wie de watergebruikers zijn.”
Kroon noemt de Blue Deal nu al ,,heel succesvol”, ook al loopt hij nog tot 2030. De stuurgroep achter de Blue Deal, waar zij in zit, krijgt met regelmaat een verzoek om een land toe te voegen aan het programma. ,,Ambassadeurs vragen ons om langs te komen.”
Maar hoe je dat succes concreet maakt, dat blijft volgens Milagros van Noorderzijlvest ,,een grote uitdaging” binnen de Blue Deal. ,,Maar het is mogelijk om te meten wat we in Peru doen. Hoeveel mensen zijn er getraind, hoeveel mensen passen de hydrologische modellen toe die we hebben laten zien?”
En die modellen hebben nut, legt ze uit. Je kunt er bijvoorbeeld mee berekenen hoeveel water er nodig is om de rijstvelden in Peru mee te irrigeren. ,,De boeren daar gebruiken er nu heel veel water voor. Maar een goede rijstproductie kan ook met minder water. Dus nu kunnen ze bepalen wat het optimale watervolume voor een rijstveld moet zijn, en het water dus beter verdelen.” En dat is in tijden van droogte geen overbodige luxe.
Terecht is het belangrijk dat je in de Blue Deal zoveel mogelijk meet en smart maakt”, zegt dijkgraaf Roeland van der Schaaf van Noorderzijlvest. Het gaat immers om overheidsgeld. ,,Maar er blijft altijd een component in zitten van geloof en vertrouwen.”
Bestaat de Blue Deal straks nog wel?
Het kabinet-Schoof bezuinigt stevig op ontwikkelingshulp. Slecht nieuws voor de Blue Deal, zou je op het eerste gezicht denken. Hoe heet wordt de soep gegeten?
In het Hoofdlijnenakkoord zegt het kabinet zich ontwikkelingslanden te willen concentreren op twee zaken: voedselhulp en watermanagement. Dat lijkt, ondanks alle kostenbesparingen, een steunbetuiging voor de Blue Deal – al wordt die naam nergens genoemd.
,,Ik ga er gewoon van uit dat tot 2030 een contract een contract is”, zegt dijkgraaf Roeland van der Schaaf van Noorderzijlvest. Dus ik ga ervan uit dat het ministerie zich daarin houdt. Tegelijk ben ik politicus genoeg om te weten hoe het werkt.”
Hij hoopt dat de waterschappen ,,over de dijk” naar het buitenland mogen blijven kijken. ,,Uit moreel opzicht vind ik dat belangrijk, maar het is ook welbegrepen eigenbelang. Het is echt een naïef idee om te denken dat je in Nederland, ook op het gebied van waterbeheer, alles zelf kan oplossen.”
Verantwoording
Waterschappen zijn soms ook in andere rollen actief in het buitenland, maar dit verhaal beperkt zich tot de Blue Deal. Daarvoor zijn interviews gehouden met de noordelijke waterschappen die het penvoerderschap uitoefenen in één of meer Blue Deal-landen. Ook is gesproken met Hunze en Aa’s, omdat dit waterschap in het Noorden de meeste Blue Deal-samenwerkingen onderhoudt. Verder zijn meerdere verslagen en rapportages over de Blue Deal geraadpleegd.