Frans Timmermans: ,,Iedereen die met overgewicht zit, of met iets anders zit waar ze mee gepest zijn als kind, heeft methodes ontwikkeld om net te doen alsof het je niet raakt.'' Foto: Marcel van Hoorn
’Een ingreep’, zo luidde de officiële reden waarom Frans Timmermans (63) dit najaar een paar weken niet in Den Haag was. Dat blijkt nogal eufemistisch. De GroenLinks-PvdA-leider onthult nu waarom hij niet kon werken: hij onderging een maagomlegging. „Ik wist: iedere maand dat ik zo doorga, wordt mijn leven korter.”
In zijn stamcafé Tribunal in Maastricht vertelt de 63-jarige politicus openhartig over zijn levenslange worsteling met obesitas en over de maagomlegging, gastric bypass, die hij onderging. Mensen in het café komen hem tussendoor gedag zeggen. Hij glundert. Sinds Frans Timmermans in 2023 terugkeerde uit Brussel woont hij weer in zijn geboortestad. „Ik woon zelfs vlak bij mijn geboortehuis. Bijzonder hoe zoiets loopt in je leven.”
In aanloop naar de operatie heeft hij gegraven in zijn geheugen om na te gaan wanneer zijn gevecht met zijn overgewicht begon. „Ik was altijd al dik, het is genetisch”, zegt hij eerst. Maar er speelde meer. Het gezin verhuisde in Timmermans’ jeugd van Maastricht naar Brussel en naar Rome en vormde geen stabiele basis: „Ik heb geen gelukkige jeugd gehad.”
„Mijn hele leven worstel ik met overgewicht. Als ik intensief ging sporten was het ook weer weg. Maar zodra ik stopte, kwam ik meteen weer heel veel aan. Voortdurend gejojo”, vertelt Timmermans. „Toen ik staatssecretaris was, heb ik een hele tijd een streng dieet gevolgd. Dat was effectief. Maar zodra je met een streng dieet stopt, kom je weer aan.”
Veel mensen jojoën, maar dit was niet onschuldig?
„Nee, zeker niet. Toen ik minister werd, nam de werkdruk enorm toe. Ook in de jaren bij de Europese Commissie heb ik me een slag in de rondte gewerkt. En daarbij mijn gezondheid verwaarloosd. Als je aanleg hebt om veel aan te komen, moet je secuur zijn met wat je eet. Bij die stress en die druk heb ik daar niet op gelet. In die periode, zo’n zeven jaar geleden, heb ik contact gezocht met de Obesitas Kliniek van de Universiteit Leuven. Ze zeiden: je hebt geen morbide obesitas, maar je bent wel te dik. Ik kreeg een middel: Saxenda. Dat was zwaar, want ik werd er heel erg misselijk van. En mijn systeem raakte er behoorlijk van van streek. Na een tijdje raakte dat uitgewerkt en de dosis moest steeds omhoog.”
Hoe liep dat toen af?
„Op den duur heb ik het opgegeven. Ik kreeg weer stress en ik eindigde met een gewicht dat 10 kilo hoger was dan waar ik mee begon. Na verloop van tijd zocht ik opnieuw contact met Leuven. Zij zeiden: we hebben een nieuw middel, Ozempic. Dat was toen heel nieuw. Maar dat was nog sneller uitgewerkt bij mij. In 2023 maakte ik de overstap naar Nederland. Dat was een van de meest stressvolle dingen die ik ooit heb gedaan. Ik ben ervan geschrokken hoeveel feller en meer op de man de Haagse politiek geworden was. Daar had ik me écht op verkeken. Ik had me daar niet genoeg tegen gewapend.”
Frans Timmermans onderging een maagomlegging na een levenslange strijd tegen overgewicht. Foto: Marcel van Hoorn
Met als gevolg voor uw gezondheid?
„Toen lette ik al helemáál niet meer op hoeveel ik at. Dan ga je van de stress nog meer eten. Op een gegeven moment zag ik het gewoon echt niet meer zitten.”
Hoe was uw gezondheid eraan toe?
„Ik voelde me echt slecht. Altijd pijn in m’n rug. Altijd last van m’n knieën. Ik ben toen naar de huisarts gegaan. Toen bleek ik een veel te hoge bloeddruk te hebben, een veel te hoge cholesterol en ik was op weg om diabeticus te worden. Alle signalen stonden op rood. Ik zocht contact met de Nederlandse Obesitas Kliniek in Heerlen en daar was de conclusie dat ik nu wel morbide obesitas had. Ze suggereerden om een operatie te laten doen. Alle medici kwamen tot de conclusie: de risico’s van een operatie – die er wel degelijk zijn – zijn minder dan zo doorgaan.”
Was u ook meteen overtuigd van de noodzaak van een operatie?
„Mijn dochter, die in het Zuyderland-ziekenhuis in Heerlen werkt, zei: pa, dit moet je nooit doen, dit gaat te vaak fout. Mijn vrouw Irene zei: ik begrijp dat je die kant op wil, maar een van de leukste dingen die wij altijd samen doen, is gezellig uit eten, lekker wijntje drinken, je houdt van je biertjes. Dat is dan allemaal voorbij. Ik heb het hele gezin bij elkaar geroepen. En ik heb aan ze voorgelegd: ik zal nog wel een x aantal jaren werken, zo tot mijn 70ste misschien, maar daarna wil ik nog wel lang van jullie kunnen genieten.”
Hoe kwam de boodschap van de artsen bij uzelf aan?
„Ik had een gevoel van wanhoop. Wat kan ik nou nog doen? Mijn hele volwassen leven probeer ik het al. En ik zie het als zand door mijn vingers heen glippen. Ik ben nu 63 en ik kreeg het níet meer onder controle. Mijn vrouw Irene had erop gerekend dat als ik klaar was met de Europese Commissie dat we dan samen leuke dingen zouden gaan doen. Ik zou nog wel een beetje werken, maar niet zoveel meer. De keuze die ik vorig jaar gemaakt heb, om lijsttrekker van GroenLinks-PvdA te worden, was een enorme streep door de rekening. Voor haar. Zij zei: dan moet je wel gezond blijven. Want anders ben je straks eindelijk klaar en dan ben je dood. Ik heb ook nog twee kleinkinderen die ik heel graag wil zien opgroeien. Dat was doorslaggevend om toch die sprong te maken. En toen heb ik op 8 oktober een gastric bypass-operatie gehad in het ziekenhuis in Heerlen.”
Dat is ingrijpend.
„Dat is heel ingrijpend. De operatie zelf is me heel erg meegevallen. Alles ging goed.”
Was het een soort doodvonnis toen u hoorde dat u morbide obesitas heeft?
„Ik wist: iedere maand dat ik zo doorga, wordt mijn leven korter. Zo voelde dat zeker wel.”
Voelde u zich schuldig?
„Veel mensen met overgewicht voelen zich schuldig. Want er wordt toch vaak gedacht dat het een gebrek aan karakter is, een gebrek aan wilskracht, het gevolg van heel ongezond eten.”
Want je doet het allemaal zelf?
„Zeker, dat is de reactie van mensen. Voor een deel is dat ook zo. En voor een deel is het genetisch bepaald. Als je in mijn familiegeschiedenis terugkijkt: mijn vader begon broodmager, maar hij werd zoals ik geworden ben. En dat zie je bij ons in de familie wel meer. Daarom wil ik er ook graag over praten. Omdat ik hoop dat het helpt voor mensen die twijfelen wat je nog kan doen. Of mensen die zich schamen. Schaam je niet. En zoek hulp.”
Was het moeilijk om toe te geven dat u hier geen grip meer op had?
„Absoluut. Het is misschien ook wel iets van mijn generatie, of van mannen in het algemeen, het feit alleen al dat ik hulp moest vragen, was een enorme drempel. Wat ben ik nou voor een slapjanus dat ik hulp moet vragen? Toen ik eenmaal hulp gevraagd had, was dat zó’n opluchting. Want ik had tegenover me mensen die mij graag wilden helpen. Die al zo vaak met dit probleem te maken hadden gehad. Ik ben niet heel raar of apart. Veel mensen worstelen hiermee.”
Herstelt u snel?
„Ze zeiden dat ik drie weken echt rust moest nemen. Daar heb ik twee weken van gemaakt. Drie weken was voor mij te veel. Dat is ook een afweging geweest: ik ben dan wel twee tot drie weken uit de running in de politiek.”
Wat maakt dat nou uit?
„Ja, dat is waar.”
Natuurlijk, u heeft een verantwoordelijke baan. Maar waar hebben we het over: uw leven en gezondheid versus uw politieke rol. Dan is het toch wel duidelijk wat belangrijker is?
(Lachend) „Het lijkt wel of ik nu naar Irene zit te luisteren. ’Ben je nou helemaal gek? Ga je deze week alweer naar Den Haag, en je mag nog niet eens autorijden.’ Dus zij heeft me naar Den Haag gereden.”
Vanaf wanneer werd u te dik?
„Als jong kind al, maar toen ik heel klein was nog niet. Ik zag foto’s van mezelf toen ik 11, 12 was. Dat was een jaar nadat we verhuisd waren naar Rome. Rond mijn buik had ik heel veel vetrollen. Als ik die foto nu zie, denk ik: mijn God, waarom hebben mijn ouders… waarom hebben ze niks gedaan, niet ingegrepen?”
Wat gebeurde er met die jongen in dat gezin?
(Hij is even stil.) „Ja oké, daar wil ik ook wel open over zijn. Wij hadden een heel ingewikkeld gezin. Met ingewikkelde verhoudingen tussen mijn ouders. Ik heb daar best onder geleden. Ik heb geen gelukkige jeugd gehad. Dat werd wat kalmer toen we weer in Nederland woonden en mijn vader niet meer in beeld was. Toen kalmeerde mijn moeder ook, vond ze ook weer een nieuw evenwicht.”
Op uw 14de zijn uw ouders gescheiden. Daar ging dus een periode van spanningen aan vooraf?
„Ik kom uit een katholiek milieu. Als dat niet zo katholiek was geweest, waren mijn ouders al jaren eerder uit elkaar gegaan. Omdat het gewoon niet werkte. Zeker voor mijn moeder was het: getrouwd is getrouwd, en dat is levenslang. Ik had ze alle twee gegund dat ze eerder van elkaar bevrijd waren. Mijn moeder heeft er veel meer onder geleden dan mijn vader. Mijn vader was echt een flierefluiter.”
Hoe zag uw jeugd in uw gezin eruit?
„Ik had het daar heel moeilijk mee. Als kind groeide ik op in een gezin waarin veel geruzie en geschreeuw was. Mijn twee jaar jongere broer kon er omheen slalommen. Ik vloog iedere keer weer tegen de muur aan.”
Op welke manier dan?
„Dan zat ik tussen die ruzie in. En mijn broer kon er omheen fietsen.”
Uw ouders hadden misschien geen oog voor dat te dikke jongetje van 11, 12 jaar op die foto?
„Nee, dat klopt. Ik had twee dingen in Rome waarbij ik me wel happy voelde. Dat was op de scouting en naar het voetbal gaan. Maar verder thuis… Mijn broer was ook veel op straat.”
Is dit de terugblik die u voor uzelf hebt gemaakt: dáár is het begonnen?
„Misschien dat dat go/no go-moment over hoe ik verder wil leven er bij mij toe heeft geleid om ver terug te kijken. Waar komt dit allemaal vandaan? Hoe kijk ik op mijn ouders terug? En hoe zou ik graag willen dat mijn kinderen op mij terugkijken?”
Wat heeft dat opgeleverd?
„Dat is de reden dat ik zeg: ik kan er nu voor ze zijn, maar niet genoeg naar mijn gevoel. Want ik heb ook nog iets anders te doen. En mijn werk doe ik ook voor hen, vind ik zelf. En als dat voorbij is dan kan ik er helemaal voor ze zijn, maar dan moet ik wel gezond zijn. Dus dat is eigenlijk de redenering.”
„Ik heb altijd graag veel gefietst. Daar ben ik weer mee begonnen.'' Foto: Marcel van Hoorn
Ik vind dat moeilijk om te begrijpen.
„O ja? Wat precies?”
De redenering dat u uw politieke werk ook doet voor uw kinderen. Is dat niet ook een sociaal wenselijk antwoord?
„Ik heb geen zin om sociaal wenselijke antwoorden te geven. En ik ben heel erg bereid om ook daar introspectie in te tonen. Misschien is het ook wel een schuldgevoel? Over al die jaren te hard werken en te veel weg zijn. Toen ik Kamerlid was, woonde ik in Heerlen maar was ik altijd drie dagen per week weg. Toen ik minister werd, was ik eigenlijk bijna de hele tijd weg. Dan zag ik de kinderen wel het weekend, maar eigenlijk stond Irene er voor een groot deel alleen voor.”
En hoe ziet uw gezin er nu uit?
„De oudste twee zijn al heel lang het huis uit. En nummer drie is heel veel thuis, maar die studeert in Utrecht. En dan hebben we er nog eentje thuis. Ik zit veel in Den Haag, maar ik probeer wel vaak naar huis te komen ’s avonds.”
Nog even terug naar dat jongetje van 11, 12 jaar. Wat hij in zijn jeugd meemaakte, zorgde ervoor dat hij veel te dik werd. Iets van dat jongetje zit nog altijd in u.
„Ja, absoluut. Ik moet ineens denken aan de uitdrukking: ’kijk papa, zonder handen’. Ik denk dat ik me niet gezien voelde, door mijn ouders die heel erg met elkaar bezig waren. Ik wilde graag laten zien dat ik ook iets kon. Dát deel van dat kleine jongetje zit nog in deze oude man.”
Vorig jaar in de verkiezingscampagne werd uw gewicht een issue en ging het ineens over fatshaming. Wilders zei: „U kunt eisen tot u een ons weegt en dat zal wel even duren.” Destijds leek u het weg te lachen.
„Iedereen die met overgewicht zit, of met iets anders zit waar ze mee gepest zijn als kind, heeft methodes ontwikkeld om net te doen alsof het je niet raakt. Dus je lacht het weg, maar het raakt je wel.”
Moest u alle zeilen bijzetten om voor het oog van de camera niet te laten blijken dat het u raakt?
„Neuh. Dat heb ik mijn hele leven gedaan, het weggelachen als er opmerkingen werden gemaakt. Want op school overkwam het me ook al. Alleen is het me in mijn volwassen bestaan niet vaak overkomen, dus het is net alsof je weer op het schoolplein staat.”
Hoe gaat uw leven door de operatie veranderen?
„Ik voel me fysiek een heel stuk beter en ik heb in het afgelopen jaar gemerkt dat als ik me fysiek niet lekker voel, ik ook niet lekker in mijn vel zit. Ik heb altijd graag veel gefietst. Daar ben ik weer mee begonnen. Ik kom nog steeds heel graag in het café, maar ik drink geen druppel alcohol meer. Ik was wel gewend om tijdens het koken een glaasje wodka te drinken. Soms wil ik dan dat glaasje pakken en bedenk ik ineens: o nee, dat deed ik niet meer. Als we uit eten gaan samen, dan weet ik dat ik een heel klein hapje moet bestellen.”
Wees eerlijk: vindt u het ook niet een beetje jammer wat u nu moet laten staan?
„Jammer? Ik ben zó opgelucht. Het enige dat overheerst is de blijdschap.”
Misschien ook wel: waarom nu pas?
„Nee, ik vind het belangrijk dat we dat hele proces hebben doorgemaakt. Er is geen dieet op deze planeet dat ik niet geprobeerd heb, dat ging iedere keer mis. Vergis je niet, dit is een traject van zeven jaar, dus het is echt geen frivool besluit. Ik kan nu met mijn hand op het hart zeggen, we hebben echt alles geprobeerd.”
Het resultaat zal steeds beter zichtbaar worden.
„Ik ben in één maand 10 kilo kwijt. In dat tempo zal het niet blijven gaan, maar ik zal wel blijven afvallen.”
Hoeveel moet er in totaal af om weer gezond te zijn?
„Mijn streven is om onder de 100 kilo te komen, daarvoor heb ik nog wel een kleine 20 kilo te gaan. Als ik uiteindelijk ergens tussen de 90 en de 80 uit kan komen, ben ik heel tevreden.”