80-jarige fan gaat voor de 65ste keer naar TT in Assen. Hendrik Jan de Lange kijkt ogen uit in tijdelijk museum: 'Ik ging niet met hoertjes de heide op'
Sfeersnuiven bij de ingang van het TT-circuit. Lourens Looijenga
„Dit is de mooiste dag van mijn leven.” De 80-jarige Hendrik Jan de Lange uit Wolvega kijkt zijn ogen uit in het tijdelijke TT-museum in het pand van RTV Drenthe in Assen. Conservator Sjoerd Looijenga leidt hem rond. Het wordt deze week de 65ste keer dat De Lange afreist naar het circuit op de Drentse heide.
Zijn vader ging ook naar de TT. Maar gek genoeg is hij daar amper met zijn vader geweest. Hij herinnert zich eenmaal een bezoek met een auto. Omdat zijn vader invalide was, werd de familie De Lange onder politie-escorte van een parkeerplek in Laaghalen naar het circuit gebracht. De herinneringen roepen zichtbare emoties op. Want vaker met zijn vader naar de TT zat er dus niet meer in. En nu loopt hij vanwege longproblemen zelf met een zuurstofapparaat rond, waardoor ook niet alles meer kan. Zo kiest hij er al een jaar of tien voor om alleen maar naar de trainingen te gaan. „Ik kan niet tegen de rook op de tribune.” Dus dat risico loopt hij bewust niet meer. Hij noemt de motorfans zeer sociaal. Als het hem een keer niet lukt om een talud van het circuit bij de Veenslang op te klimmen, tillen anderen hem gewoon omhoog.
De tekst gaat verder na de foto
Met Sjoerd Looijenga bij de tachtig miniatuur-helmen van Valentino Rossi. Lourens Looijenga
Maar leeftijd en gezondheidsklachten weerhouden hem er niet van om vanaf het Griffioenpark bij het gemeentehuis in Wolvega mobiel te blijken. Een fiets, een auto en vooral een scooter zorgen ervoor dat hij overal nog kan komen. Voor het bezoek aan trainingen in Assen neemt hij die Peugeot-scooter, die aanvankelijk maar 25 kilometer per uur reed. Maar met wat hulp rijdt-ie inmiddels 30. Maar dat is nog niks in vergelijking met de tijd dat Hendrik Jan nog een motor had. Hij loopt watertandend rond tussen alle geëxposeerde oude motoren. Die van de Italiaanse bouwer MV Agusta hebben zijn voorkeur. Maar zijn aandacht gaat toch ook uit naar de rijke collectie van wijlen Boet van Dulmen. In een vitrine ligt een Suzuki-ontsteker, die er stiekem voor zorgde dat de Yamaha van Van Dulmen ineens veel harder ging. Tot verbazing van de andere Yamaha-rijders.
In 1954 reed Hendrik Jan de Lange, die opgroeide in de buurt van Scherpenzeel, naar zijn eerste TT. Hij spreekt dat uit als tété en dus niet op z’n Engels titi. Dat deed je toen niet. „Er reed toen een speciale TT-bus vanaf Kuinre. We reden ermee tot aan De Haar bij het circuit. Het was een totaal verzorgde reis, inclusief kaarten.” Later ging hij op andere manieren naar het circuit. Maar het is zeker al dertig jaar geleden dat-ie op een motor zat. En laat er nu in het museum een racesimulator staan. De Lange bedenkt zich geen moment als de suggestie wordt gedaan een rondje te rijden. Met enige hulp klimt hij op de motor. De rit eindigt virtueel al snel in de vangrail. De tweede ronde gaat beter. Het is genieten. De Lange straalt als een kind in een snoepwinkel. „Och wat is dit mooi, fantastisch man.”
De tekst gaat verder na de foto
Hendrik Jan de Lange op de Race Simulator. ‘Och wat is dit mooi, fantastisch man.’ Lourens Looijenga
De simulator staat in het bomvolle Atrium van de omroep, op een steenworp afstand van de Rossi-fanhoek. Met tien zeges is Valentino Rossi voor altijd legendarisch in Assen. En De Lange heeft het mogen meemaken vanaf de speciale Rossi-tribune. „Wat een feest was dat.” Hij staat vol aandacht te kijken naar de Aprilia RS 250 waarmee Rossi in 1999 rondreed. „Oh, wat is dit wat...” Hij wijst op een gele Rossi-vlag. „Die heb ik op mijn slaapkamer hangen.” Hij bekijkt een Rossi-helm, die tegenwoordig al een paard duizend euro opbrengt bij verzamelaars. In een vitrine liggen tachtig miniatuurhelmen, want Rossi had soms elke wedstrijd een andere helm op. Op de scooter van Hendrik Jan de Lange prijkt ook het legendarische nummer 46.
Misschien dat Rossi nog wel even langskomt, zo wordt door de conservator gehoopt. Het TT-pop-upmuseum wordt na 2018 voor de tweede maal opgezet. Opnieuw wordt getoond wat Assen nog steeds node mist: een echt TT-museum. De sfeer met alle oude herkenbare spullen en beelden is fantastisch. Zelfs de ruimte met beelden van de TT-nacht roept herinneringen op, al zegt De Lange dat hij de TT-nacht nooit heeft meegemaakt. „Het ging mij om de motoren, dus ging ik ook niet met hoertjes de heide op. Dat had ik niet nodig, zonde van de tijd.” Wel reed hij met de scooter langs de TT-campings om sfeer te snuiven. Hij reed zo het circuitterrein op, niemand die hem tegenhield. En op de wedstrijddag om half 3 van huis en als laatste weer naar huis.
Hij wijst op een zwart racepak. „Ze waren vroeger allemaal zwart. Ik heb meegemaakt dat een rijder de verkeerde bril op had. Er werd gewoon 2 minuten later gestart zodat hij een andere bril kon halen.” Even is hij voor de opkomst van Rossi ‘fanloos’ geweest. Want voor Hendrik Jan was Wil Hartog de grootste. En de winst in 1977 in Assen was de mooiste dag in die 65 jaar.
De tekst gaat verder na de foto
De Aprilia RS 250 van Rossi uit 1999. Lourens Looijenga
Hij heeft enorme bewondering voor mannen als Hartog, Boet van Dulmen en Jack Middelburg. „Ze konden zo verrekte goed rijden. Hartog hing een halve meter buiten zijn tank. Ze hadden niet de goede motoren en kwamen daardoor op het rechte stuk snelheid tekort. Rossi had ook een aparte manier van rijden, die hing alleen met zijn bovenlichaam naast de motor.” Aandachtig wordt door hem gekeken naar de Yamaha TZ 500, waarmee Middelburg in 1980 de TT won. Het jaar daarop was Jumping Jack helemaal in vorm.
Tweemaal heeft De Lange de TT gemist, eenmaal toen hij ziek was en uiteraard in 2020 toen corona de TT onmogelijk maakte. En ooit was hij met zijn inmiddels overleden vrouw onderweg naar de TT. Het zou eindelijk gebeuren, want ze had niets met motoren. „Maar ze gunde me wel altijd die mooie dag.” Door het slechte weer strandde het echtpaar in Oosterwolde. Maar als Hendrik Jan op de radio hoort dat op het circuit de zon schijnt, is hij in z’n eentje toch net op tijd voor de eerste race van die dag. „Die tijd komt niet meer terug, maar herinneringen blijven.”
Het liefste zou hij na tien jaar weer eens de wedstrijd live zien. „Maar dat is voor anderen weggelegd.” Het wordt dus twee uur op de scooter op weg naar de training op donderdag. En op zondag de wedstrijd kijken op TV, want hij mist thuis geen enkele Grand Prix. Maar daar kwam gedeputeerde Henk Brink van de provincie Drenthe met een verrassing na het lezen van dit verhaal: de provincie geeft hem een speciale vip-behandeling (inclusief vervoer): hij is als speciale gast welkom in de vip-box, die de provincie heeft op het circuit. De zondag wordt De Lange wat te druk met tachtig man in die ruimte, maar zaterdag tijdens de kwalificatie is hij zeker aanwezig.
De Lange bij de Yamaha TZ 500 van Jack Middelburg uit 1980. Lourens Looijenga