Worden we te afhankelijk van Google? Journalist Bob Hardus uit Groningen schreef een boek over de zoekgigant die steeds meer verweven raakt met ons leven
Bob Hardus: ,,Al die data gaat naar Google. Maar wat gebeurt er mee? We weten het en we weten het niet.'' Foto: Niels Westra
We moeten ons leren te verhouden tot een alomtegenwoordig Google, zegt journalist Bob Hardus. ,,Als Google zegt dat je rechtsaf moet, dan hoeft dat niet.’‘
Als u iets wilt weten, dan gaat u het vast opzoeken op Google. Maar hoe komt de zoekmachine aan die informatie? Hoe betrouwbaar is die? En kan je die resultaten eigenlijk manipuleren?
Wie de online wereld een beetje begrijpt, kent het antwoord op die vragen. De systemen van Google struinen de hele dag alle pagina’s op het internet af en brengen in kaart wat daarop staat. Die antwoorden zijn redelijk betrouwbaar want de zoekgigant heeft een algoritme waarmee het bepaalt hoe vertrouwenwekkend een site is op basis van een aantal factoren.
Bijvoorbeeld of andere sites die een hoog vertrouwen van het publiek hebben, zoals die van een krant, er naar linken. En ja, je kunt die resultaten tot op zekere hoogte beïnvloeden. Door de juiste trefwoorden op je pagina’s terug te laten komen of links te kopen. En uiteraard helpt een advertentie kopen bij Google ook om een mooi plekje in de lijst te krijgen, al dan niet met een heel klein vignetje dat het een advertentie is.
‘Ze weten niet hoe Google aan informatie komt’
Journalist Bob Hardus legt dit hele proces uit in de eerste twee van de drie delen waar zijn boek De Google formule uit bestaat, dat op 14 februari verschijnt. Sommige mensen weten wat Google doet maar de meesten niet, meent hij.
,,Dit boek is ook voor mensen van 50 jaar en ouder. Die weten dat er misschien iets niet helemaal in de haak is, maar niet wat. Ze weten niet hoe Google aan zijn informatie komt.’’ Zelf maakte hij het mee bij zijn uitgever bij wie hij aanvankelijk het idee pitchte om een boek te schrijven over de industrie achter de zoekresultaten in Google. Over de duizenden mensen die het als baan hebben om hun klanten zo hoog mogelijk in de antwoordlijstjes van de zoekmachine te laten komen.
Paspoort
Naam Bob Hardus
Geboren 20 april 1983, Groningen (stad)
Opleiding Journalistiek - Windesheim Zwolle
Werk Journalist en Search Marketing Consultant
Bijzonderheden Schrijft ook boeken over negentiende-eeuwse schilderkunst
Privé Samenwonend
,,Maar de uitgever zei dat niet zoveel. Totdat ik op zijn telefoon wees. Weet jij eigenlijk wat er allemaal met die telefoon van jou gebeurt? Die luistert een beetje met ons mee. Toen had ik hem.’’
Bob Hardus, geboren in Groningen, opgegroeid in Leeuwarden en nu vooral woonachtig in Amsterdam en Berlijn, weet waarover hij praat als het gaat om Google. Hij is opgeleid als journalist maar werd uiteindelijk specialist in search engine optimalization. Hij weet precies welke woorden, keywords in het Google-jargon, je moet gebruiken om bij een zoekopdracht zo goed mogelijk naar boven te komen drijven.
,,Journalistiek is verhalen vertellen’’, zegt hij. ,,Google is met woorden mensen tot iets aanzetten. Als je het nog verder uitkleedt ga je zelfs tot het woordniveau. Ze zeggen weleens: there is poetry in code, er zit poëzie in computercode.’’
Per toeval rolde hij in het vak. ,,In Parijs ben ik voor het eerst in aanraking gekomen met keywords. Ik werkte bij een bedrijf dat de websites van muziekzender MTV in Noordwest-Europa moest vullen. Die tikte ik helemaal vol met roddels over Rihanna en Justin Bieber. Daar zeiden ze: maak je keywords vet. Dus Bieber vet, dat leek me dan wel goed.’’
Vervolgens kreeg hij een baan in Berlijn bij een webshop waar hij de lijnen uitzette voor de vindbaarheid in Google. Van daaruit bouwde hij een carrière op als zelfstandig adviseur in de industrie rond de zoekmachine.
Afhankelijk van techniek
En hij leerde de keerzijde kennen. Want Google, en big tech in het algemeen, is heel erg dominant in ons leven geworden. Het weet alles van ons omdat wij het alles gegeven hebben. En we staan nog maar aan het begin.
Google is al lang niet meer alleen de zoekbalk maar een bedrijf dat met ons hele wezen verbonden is. De bezwaren die je kunt hebben bij de zoekresultaten van Google, je kunt ze manipuleren of ze zijn gekocht, gaan op veel meer fronten spelen. Hoe kun je de technologie vertrouwen?
Dat is het derde deel van zijn boek. Het hoogtepunt waarnaar hij in de eerste twee delen toewerkt.
Op de servers van Google staat straks bijvoorbeeld data van de overheid die nu nog op eigen servers staat. Ambtenaren gaan ook de office-producten van het bedrijf gebruiken zoals tekstverwerker Google Docs en rekenprogramma Google Sheets. ,
,Dat betekent dat Google die informatie ook zou kunnen gaan analyseren. Er wordt gezegd dat daar afspraken over zijn gemaakt maar waarom kunnen we die dan niet inzien? Als je ze opvraagt, is alles witgelakt. Wees daarin iets transparanter, zou ik zeggen.’’
Hetzelfde geldt voor een ziekenhuis als het Radboudumc in Nijmegen dat onderzoek doet naar Parkinson en daarvoor samenwerkt met Verily, een bedrijf dat net als Google onder de paraplu van moederbedrijf Alphabet valt. ,,Die data gaat daarheen. Maar wat gebeurt er mee? We weten het en we weten het ook niet. Het verdwijnt in de grote draaikolk, alsof het dan vergeten is.’’
Je zo afhankelijk maken van een bedrijf, daar schuilt een gevaar in. ,,De overheid heeft niet meer controle over wat ze wil hebben. Als de overheid beslist dat ergens een weg moet komen gaat het naar de BAM en die bouwen een weg en dat is het. Maar Google heeft de weg zelf in handen en bepaalt wie er wel en wie er niet op mag.’’
,,Wat er concreet kan gebeuren is dat de Amerikaanse overheid vraagt om een auto op die weg te stoppen en door te lichten. Moet je dat willen? Je geeft het lichtknopje als het ware aan Google, je bepaalt niet meer zelf of je het aan of uit doet. Alexandra van Huffelen, de verantwoordelijk staatssecretaris, zegt dat gebeurt niet. Maar wie garandeert dat?’’
Google heeft zo goed als het monopolie op zoeken op internet. In Nederland gaat 92 procent van de zoekopdrachten via het platform. Foto: ANP
Door Google hebben we geen omwegen meer
Overigens is het niet alleen de overheid die een steeds inniger band aangaat met big tech. Het geldt voor ons allemaal. Hardus noemt als voorbeeld Google Maps, de navigatietool van het bedrijf. ,,Je volgt een bedrijf uit Silicon Valley blindelings voor je route. Is dat erg? Misschien wel.’’
,,Mijn ouders hebben een tijdje in Workum gewoond, daar kun je met de navigatie zo heen rijden. Maar je kunt ook de weggetjes door de landerijen nemen en onderweg onverwachte dingen tegenkomen. In filosofische zin kun je zeggen dat we door Google geen omwegen meer hebben. En dat heeft gevolgen, want wat niet aan de weg ligt wordt niet meer gezien. Je weet niet meer wat je mist. En dat is een breder probleem dan Google Maps alleen. Kijk ook maar naar stenen winkels en webshops.’’
Google stuurt nu al ons gedrag en zal dat in de toekomst nog meer gaan doen, denkt Hardus. ,,Google wil ons platform voor alles worden’’, zegt hij. ,,En dat proces zijn ze nu ook nog eens aan het versnellen door de razendsnelle ontwikkelingen in kunstmatige intelligentie. Ze voelen de druk van Microsoft dat met ChatGPT van OpenAI nu een nieuwe standaard heeft neergezet in hoe we met die technologie omgaan.’’
Ontwikkelingen die raken aan ons menszijn
Technologie en mens zullen steeds meer met elkaar versmelten. Dat begint nu al met Google Lens dat een digitale schil over de werkelijkheid legt. ,,Je houdt je telefoon omhoog en de app geeft je informatie. Over waar een restaurant zit of noem maar op.’’ Tot op het punt dat kunstmatige intelligentie (AI) rechtstreeks aangesloten is op onze hersenen. ,,Google kan het antwoord dan al geven voordat je de vraag zelfs maar had.’’
Het zijn ontwikkelingen die raken aan ons menszijn. ,,Als je vragen stellen wegneemt, raakt dat aan onze essentie. Je weet niet meer wat er in je antwoorden zit, waar ze uit bestaan. Als je AI alle vragen laat oplossen krijg je nooit meer een antwoord buiten de norm. Je geeft je over aan de technologie.’’
,,Dat is ook heerlijk. Als Google Maps zegt dat er een file is van 40 minuten en er absoluut geen snellere route is, dan geef je je daar aan over. Het betere antwoord komt van de technologie, waarom zou je daaraan twijfelen?’’
Hardus heeft die twijfels wel. Hij vreest voor het verdwijnen van creativiteit en originaliteit. ,,We raken dat kwijt als antwoorden niet meer schuren. Een van de mensen die ik in het boek interview is schrijver/filosoof Cees Zweistra, die werkt als universitair docent Recht, Ethiek & Technologie aan de Erasmus Universiteit in Rotterdam. Studenten hebben daar zoekmachines die hen helpen bij juridische vraagstukken. Maar die geven altijd dezelfde antwoorden. Ook daar neem je nooit een omweg. Ben je dan nog wel een jurist?’’
Juiste omgangsvormen met Google
Hoe moet we ons hemelsnaam gaan verhouden tot technologie die zo op ons leven ingrijpt? Hardus vindt dat een moeilijke vraag. Uiteindelijk zullen we er niet zonder kunnen, denkt hij. En moeten we dat ook niet willen. ,,We zijn het moment wel voorbij dat we nog terugkunnen. We groeien organisch mee met de technologie’’, zegt hij.
,,We moeten weten wat technologie is en wat niet zodat we onze eigen keuzes kunnen blijven maken. Als je niet weet welke opties je door de technologie worden aangeboden, dan kun je ook de keuze niet maken om ze te negeren.’’
,,Tegelijkertijd is technologie er altijd geweest. Het is onderdeel van wie we zijn al sinds we de eerste steenbijl uitvonden. En eigenlijk is het ook niet meer dan dat, een heel geavanceerde steenbijl. Digitale technologie is abstract maar niet van een andere orde.’’
,,We moeten de juiste omgangsvormen met Google vinden’’, zegt Hardus. ,,Als Google Maps zegt dat we rechtsaf moeten, dan hoeft dat natuurlijk niet.’’ Hij denkt even na. ,,Misschien moeten we geen technologieën gebruiken als het plezier daardoor verdwijnt. Dat denk ik.’’
Techbedrijven opknippen
Slechts een paar spelers zijn alomtegenwoordig in het digitale domein: Google, Microsoft, Meta (Facebook), Amazon en Apple. Een deel van de politiek vindt dat oligopolie onwenselijk. Als zo weinig partijen de markt beheersen, kan die niet werkelijk vrij zijn. De roep om de grote techbedrijven op te knippen in kleinere delen, klinkt daardoor de afgelopen jaren steeds harder in de Europese Unie en de Verenigde Staten.
Bob Hardus heeft zijn twijfels bij de effectiviteit daarvan. ,,Innovatie kost veel geld. Dat kunnen deze bedrijven alleen doen door de miljarden die ze verdienen.’’ Hij wijst op OpenAI dat de kunstmatige intelligentie van ChatGPT (een algoritme dat zelf teksten kan componeren op basis van tekstinvoer) alleen voor een breed publiek toegankelijk kan maken door de enorme servercapaciteit die door Microsoft beschikbaar wordt gesteld.
,,In Frankrijk heb je Qwant als alternatief voor Google. Zij volgen je niet, ze onthouden niet waar je eerder op gezocht hebt. Maar de resultaten zijn ook lang niet zo goed.’’ Opknippen maakt ons leven niet per se beter, denkt hij. En onze concurrentiepositie in de wereld al helemaal niet. ,,We kunnen niet stilzitten. Dan rijden onze concurrenten ons links en rechts voorbij.’’
,,Kunnen we de bedrijven de bedrijven laten?’’, vraagt Hardus zichzelf af. ,,Ik denk het wel. Maar de overheid zou wel meer controle moeten nemen. Al onze data ligt nu bij big tech maar eigenlijk zouden we daar zelf decentraal over moeten beschikken via servers van de overheid zodat we zelf kunnen bepalen wat we delen. Zo ligt de controle bij ons en geven we het bedrijf de vrije teugels om te groeien.’’
ChatGPT laat de strijd om de zoekmachine ontbranden
De zoekmachine van Google is wereldwijd de grootste. Bijna over de hele wereld hebben de Amerikanen verreweg het grootste marktaandeel. Alleen in China (Baidu) en Rusland (Yandex) zijn lokale spelers oppermachtig. Kleinere concurrenten zijn er wel zoals het privacybewuste DuckDuckGo en Qwant of het duurzame Ecosia. Maar zij krijgen enkel de kruimels. In Nederland is Google bijvoorbeeld goed voor 92 procent van de zoekopdrachten.
Behalve nichespelers zoals DuckDuckGo is er ook nog Bing, de zoekmachine van Microsoft. Die werkt een stuk minder goed dan die van Google en heeft nooit echt voet aan de grond gekregen. Maar wellicht dat dat nu snel gaat veranderen.
Microsoft is namelijk ook eigenaar van OpenAI, de ontwikkelaar van ChatGPT. Het in november uitgebrachte ChatGPT laat de verhoudingen online behoorlijk schuiven omdat het de eerste grootschalige toepassing is van wat ‘generative AI’ genoemd wordt. Het algoritme van ChatGPT kan op basis van de invoer van tekst zelf teksten produceren. Bijvoorbeeld ‘300 woorden over het bereiden van cactus in de stijl van de New York Times’.
Bij de introductie van ChatGPT werd in de techwereld al snel gewezen op de mogelijkheden voor zoekmachines. In plaats van een lijst met links, zou je met ChatGPT vragen kunnen beantwoorden in een gesprek tussen mens en technologie.
Die theorie werd dinsdag werkelijkheid met een onverwachte aankondiging van Microsoft. De technologie achter ChatGPT (Prometheus gedoopt) wordt in de zoekmachine verwerkt en in Edge, de browser van Microsoft. Zoeken op Bing is straks praten met een chatbot.
Overigens is er nog wel wat werk aan de winkel, want de antwoorden van ChatGPT zijn vooralsnog niet erg betrouwbaar. Als de technologie iets niet weet, ‘fantaseert’ hij het zelf bij elkaar. Niet heel handig als je wilt weten hoe laat de trein naar Schiphol gaat. Maar de verwachting is dat dat snel beter wordt en zoekmachines in een fractie zelf een antwoord kunnen formuleren.
Bard & Ernie
Google ziet de samensmelting van ChatGPT en Bing als een grote bedreiging voor de eigen business (search is goed voor 80 tot 90 procent van de omzet). Het bedrijf presenteerde daarom woensdag in Parijs Bard, zijn eigen versie van ChatGPT die komende weken online moet komen. Ondertussen lanceerde ook het Chinese Baidu zijn eigen variant: Ernie.
Bob Hardus twijfelt er niet aan dat zoekmachines chatbots gaan worden. ,,Dat is een gegeven.’’ Maar hij heeft ook zijn bedenkingen. ,,Ik denk dat AI nooit het ultieme vertrouwen krijgt. Wat is de beste reclame? Mond-tot-mond. Omdat we weten wie we tegenover ons hebben en wat diens kennis is. We willen weten waar een antwoord uit bestaat. In het lijstje links dat je nu krijgt, zit nog een menselijke interactie. We kunnen zelf de link kiezen waar we op klikken.’’
ChatGPT komt nu nog met slechts één moeilijk te controleren antwoord. Er zijn al wel soortgelijke services die dat beter kunnen. Zo is er Perplexity.ai, ook een met generative AI aangestuurde chatbot, maar dan eentje die de bronnen erbij geeft.