Wouter Kienhuis (63) werkt in de bouw. ,,Ik ben één van de jonkies.” Foto: Harry Tielman
De bouw is de afgelopen tien jaar vergrijsd: bijna een kwart van alle werknemers is ouder dan 55 jaar, tegen amper 15 procent een decennium terug. Wouter Kienhuis (63) en Bennie Welleweerd (64) delen hun ervaring: ,,Ik ben natuurlijk óók op een leeftijd waarop ik niet meer zo gemakkelijk een dak op klauter.’’
De cijfers komen uit een analyse van Cobouw Insights op basis van data van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), het Economisch Instituut voor de Bouw (EIB) en bouwadviseur Volandis.
De bouw telde vorig jaar ruim 88.000 55-plussers op een totaal van 353.000 werknemers. De grootste groep ouderen werkt als bouwarbeider in de ruwbouw of als timmerman. In de beroepsgroepen loodgieters/pijpfitters en lassers/plaatwerkers werken de minste 55-plussers. Vergrijzing in de bouw is een thema geworden dat werkgevers niet (meer) kunnen negeren.
Niet minder ziek
De 55-plussers zijn niet vaker ziek dan andere leeftijdsgroepen, maar wel langduriger, aldus het EIB. Wat ook meespeelt, is een verminderde productiviteit. ,,Dat compenseren ouderen door ervaring en slimmer werken”, nuanceert Tjeerd Hobma, algemeen directeur van Volandis.
De kosten van verminderde vitaliteit liggen voor de groep 55-plus 40 procent hoger dan bij de groep van 40-55-jarigen. In vergelijking met de groep jonger dan 40 jaar zijn de kosten ruim drie keer zo hoog.
Hoe je het ook wendt of keert, werkgevers kunnen niet om de oudere werknemer heen. Daarvoor is het aandeel jongeren dat in de bouw aan de slag gaat simpelweg te laag. Jaarlijks stromen er tussen de 23.000 en 24.000 mbo-ers en hbo-ers de sector in, te weinig om het gat op te vullen dat 88.000 55-plussers achter zouden laten.
Fysieke belasting beperken
Werkgevers moeten daarom investeren in de vitaliteit van medewerkers, zeggen experts. Hulpmiddelen om de fysieke belasting te beperken bijvoorbeeld, of werknemers in koppels van oud en jong laten werken waarbij de jongere de oudere wat kan ontzien terwijl deze laatste als een soort mentor kan fungeren.
Volgens Rob Witjes, hoofd arbeidsmarktinformatie van het UWV, speelt leeftijd een steeds minder belangrijke rol door het personeelstekort in de bouw. ,,Het is alle hens aan dek en een goede vakman is goud waard. In andere sectoren zie je ook dat meer ouderen worden aangenomen, maar nergens is de stijging zo groot als in de bouw. Dat is de voorbeeldsector.”
‘Klusheer’ Wouter Kienhuis (63): ‘Ik ben een jonkie.’
Hij was ict-er en hielp zijn bedrijf met automatiseren. Dat ging goed – té zelfs: Wouter Kienhuis (63) uit Gasselte werd overbodig. Sinds vier jaar werkt hij als zelfstandige onder de vlag van Klusheeren, een landelijk opererend bedrijf dat (veelal gepensioneerde) vakmensen en allround klussers levert.
,,Ik ben één van de jonkies”, zegt Kienhuis lachend als hij vertelt over hoe het is om als 55-plusser in de bouwwereld te werken. De meeste van zijn circa 140 collega’s zijn de pensioenleeftijd al gepasseerd, maar werken nog graag één of meer dagen per week in het onderhoud of de technische dienst.
Zijn bezigheden zijn divers: van onderhoudsklussen en controles van apparatuur tot (technische) hand- en spandiensten. ,,Mijn werk is natuurlijk niet te vergelijken met dat van iemand die elke dag drieduizend stenen moet sjouwen, veel minder fysiek belastend”, aldus de Klusheer, die uitermate content is met zijn baan.
Luxe om te kiezen
,,Ik heb vrijheid, afwisseling en vooral géén baas meer. De vraag is groter dan het aanbod, dus ik heb de luxe om te kiezen. En om te denken: morgen wordt het mooi weer, dan doe ik even helemaal niets.”
Kienhuis verzorgt onder meer de technische keuring van de apparatuur van alle Noordelijke vestigingen van speelparadijs Ballorig. Dan komt het niet op een dag aan; zolang hij alle filialen elke twee weken bezoekt, is het prima.
De klusser vindt zijn leeftijd een voordeel in dit werk. ,,Ik verbaas me over het arbeidsethos van jongeren, ze zitten vaak liever achter een beeldscherm in plaats van hun handen te gebruiken.”
De Drent is een ‘selfmade’ handige man, die niet bang is voor een karwei en alles wil aanpakken. ,,Dat is veelal de instelling van mijn leeftijdsgroep: ik krijg een probleem op mijn pad, dus ik los het op – linksom of rechtsom.”
Aan stoppen denkt hij nog lang niet. Dat hoeft ook niet bij Klusheeren, waar mensen tot op hoge leeftijd kunnen blijven – ze kunnen zelf beslissen wanneer en hoeveel ze werken door op klussen te reageren die hen via een app worden aangeboden. Kienhuis: ,,Dit werk houdt me in vorm. Ik blijf zo gemakkelijker fit dan wanneer ik in mijn stoel ga zitten.”
Timmerman Bennie Welleweerd (64): ‘Ik klauter niet zomaar meer een dak op.’
,,Ze zien me al aankomen, zo’n oldtimer.” Die gedachte schoot timmerman Bennie Welleweerd (64) tegen wil en dank door het hoofd toen hij dit voorjaar weer ging solliciteren. Na vier jaar had het bedrijf waarvoor hij op uitzendbasis werkte geen klussen meer voor hem. Daarvoor was Welleweerd 38 jaar in dienst bij bouwbedrijf dat in 2015 failliet ging. De vakman meldde zich toen voor uitzendwerk.
,,Ik voelde wel dat ze aan het aftasten waren”, vertelt hij over zijn sollicitatie bij het uitzendbureau. ,,Tussen de regels door proefde ik wat twijfel; wat kan hij nog, hoe fit is hij nog?” Bij de bouwbedrijven waar hij werkt, oogst hij vooral waardering en respect voor zijn vakmanschap. ,,‘Je doet het zo gemakkelijk’, hoor ik dan. Maar ik ben natuurlijk óók op een leeftijd waarop ik niet meer zo gemakkelijk een dak op klauter of op een ladder spring.”
Zijn oudste collega nu is midden veertig, de anderen een flink stuk jonger. Geen probleem, vindt Welleweerd: ,,We leren van elkaar. Natuurlijk zijn er verschillen in aanpak tussen de generaties, maar een balk blijft een balk.”
Salaris waard zijn
Wel weet hij zeker dat hij in 2024 met pensioen zal zijn. Fysieke klachten vormen een belangrijke drijfveer bij die beslissing. Zijn knieën, zijn heup, zijn rug: ze werken niet altijd meer zo soepeltjes mee als in zijn jongere jaren. ,,Ik ben fit voor mijn leeftijd, maar in de bouw boven de 64, 65 jaar nog volledig meedoen is echt lastig. Je moet je salaris ook waard zijn.”
Hij heeft de pech dat hij, ondanks de bijna vier decennia vaste dienst, niet voor de zwaar-werkregel in aanmerking komt omdat hij de afgelopen acht jaar uitzendwerk deed. Zijn vervroegde pensioen moet daardoor uit eigen zak gefinancierd worden.
Nu werkt hij meestal vier dagen. ,,’s Avonds nog ergens een klusje doen is er niet meer bij, ik ga dan liever even een uurtje plat. Total loss? Ja, soms wel. Ik heb plezier in mijn werk, maar het is goed zo – ik hoop per 1 december te stoppen. Voor de winter, want die wordt er niet gemakkelijker op als je een bouwvakker op leeftijd bent. En bovendien: je werkt om te leven, je leeft niet om te werken. Dat geldt in elk geval voor mij.”