Het laboratorium van Symeres in het fonkelnieuwe gebouw van Innolab op de Zernike Campus in Groningen. Foto: Marjorie Noë
Samen werken, samen testen, samen lunchen, samen innoveren, samen meer. Een half jaar geleden opende het Innovatiecentrum Chemie & Engineering zijn deuren met die beloftes. Tijd om te zien of dat in de praktijk uitkomt.
Gloednieuw is het gebouw aan het Blauwborgje op Zernike Campus. Dat merk je aan alles. Schone vloeren, smetteloze muren, puik schilderwerk. Nog even en dan gaat dat glansje eraf door de drukte, en dat is precies de bedoeling. Dit is de plek waar bedrijven – van multinational tot start-up – elkaar vinden, waar studenten hun creativiteit loslaten, waar investeerders nieuwsgierig worden, waar (potentiële) klanten rondlopen en waar nieuwe dingen ontstaan. De deuren moeten vooral open kunnen.
,,Hier krijgen jonge bedrijven een snelle start. Iets rijpere clubs kunnen snel doorgroeien’’, vertelt Sven Stielstra. Hij is Business Developer bij Campus Groningen en vanzelfsprekend een warm pleitbezorger van het Innolab, of eigenlijk van het hele gebouw van ruim 5000 vierkante meter. ,,Het is hier ontmoeten, innoveren en delen. Dat klinkt als een verkooppraatje, maar zo werkt het ook echt. De bedrijven die hier ruimte huren, doen al zaken met elkaar inmiddels.’’
De ingang van Innolab. Foto: Marjorie Noë
Het Innolab is in wezen het hart van het gebouw, dat meer is dan het lab alleen. Hoewel het pand in dit geval twee harten heeft: één technologisch en één chemisch hart. Op de tweede verdieping bevinden zich de innovatielabs. Werkplaatsen zijn het, waar karren vol gereedschappen, materialen en apparatuur klaarliggen voor bruikleen. In de labs komen ideeën tot wasdom. Wat in het klein werkt, wordt hier op iets grotere schaal uitgetest. Dat doen studenten en onderzoekers die de labs kunnen huren, maar ook afdelingen van de grote concerns die andere plekken van het gebouw bevolken.
Dat we vlakbij slimme technologiestudenten zitten is een must
Om het innovatiehart heen bestaan de verdiepingen uit grotere en kleinere werkruimtes, vergaderzalen en laboratoria, voor het grootste deel verhuurd aan grote bedrijven. Demcon is er bijvoorbeeld gevestigd, veertig man sterk. ,,Voor ons was het logisch om hierheen te verhuizen’’, zegt directeur Lars de Groot. ,,Innovatie is het bestaansrecht van Demcon. Dat is wat wij doen. Dat we vlakbij slimme technologiestudenten zitten is een must. En hier komen we ze tegen, net als partners, klanten en mensen met interessante ideeën.’’
Het techbedrijf huurt een hele vleugel van het gebouw met daaronder ook een werkplaats, waar vernuftige machines het levenslicht zien. ,,Met deze kunnen we in een ei kijken om te zien of er een hen of een haan in zit. Dat gaat serieus wat veranderen in de kippenwereld. Maar we zijn ook bezig met groene chemie, met waterstof, met veel meer thema’s die juist in het Noorden groot zijn. Ik heb het gevoel dat we hier het dichtst bij het vuur zitten, in dit gebouw.’’
Datzelfde is te zeggen van een van de andere grote kartrekkers van het Innolab: Symeres. Nu zat die groeibriljant vol knappe chemiekoppen al op steenworp afstand, toch is heel bewust gekozen voor extra werkruimte in het nieuwe gebouw. ,,Om een paar redenen’’, somt operationeel directeur Mark Verhaar op. ,,We hebben hier niet alleen onze eigen labs, maar in het Innolab eventueel ook nog een flexibele groeibuffer. Daarnaast komen we hier potentiële klanten en partners tegen, maar vooral ook studenten, die we graag aan ons binden. En dan hebben we hier ook nog de beschikking over een prachtige ruimte met onze eigen state of the art, hightech apparatuur. Grotere reactoren bijvoorbeeld, waarmee we meer stoffen kunnen maken.’’
Symeres doet in nieuwe stofjes. In opdracht werken honderden chemici aan het maken, aanpassen en testen van moleculen. ,,We groeien hard, zeker in de Life Sciences. En dan zit je hier op de juiste plek. Het grootste probleem is altijd het vinden van goede mensen. Die loop je hier tegen het lijf. We hopen dat dat steeds meer wordt.’’
Zeker het aantal borrels en evenementen overtreft onze verwachting
De bovenste verdieping is wat ontmoeten betreft waarschijnlijk de belangrijkste verdieping. Daar is koffie, er zijn broodjes en is zelfs een warme hap te krijgen. Jordi Wijbenga is uitbater van het Space Werkcafé. Samen met partner Paul Bronswijk runt hij ook al Grand Café De Admiraal in de VanOlstToren van de Hanzehogeschool en heeft hij een cateringbedrijf. ,,Het loopt hier goed. Zeker het aantal borrels en evenementen overtreft onze verwachting.’’
Jordi Wijbenga van het Space Werkcafé. Foto: Marjorie Noë
Het café is niet alleen voor de ‘vaste bewoners’ van het Innovatiecentrum. Juist niet. Iedereen kan er komen lunchen en zo een bijdrage doen aan het verbinden en ontmoeten. Flexplekken zijn er te huur om dat streven te onderstrepen. ,,Ik dacht van tevoren al dat dit weleens een heel goed concept kon worden. Je hebt op de Campus niet zoveel plekken waar je zo samen kunt zitten, een hapje doen of wat kunt drinken. Voor de komende tijd willen we nog meer leuke evenementen gaan organiseren. Sprekers, diners, dat soort dingen. Brengt allemaal mensen samen.’’
Maciej Grajewski drinkt er ook weleens een bakkie. Tenminste, als hij niet te druk is met de ontwikkeling van de Beer-o-Meter. De oprichter van start-up Papertronics is hard bezig de markt te veroveren met zijn draagbare bierkwaliteitsmeter. ,,We huren werkruimte en het lab. Voor ons is dat ideaal. We kunnen hier testen en opschalen. In het gebouw zitten bovendien grote partijen die snappen hoe het werkt. We zijn bezig met chemie en technologie en kloppen gemakkelijk aan bij de buren. Demcon, Mooha, Symeres, daar gaan we weleens langs. Heel leerzaam.’’
Bij start-up Papertronics wordt gewerkt aan de Beer-O-Meter. Foto: Marjorie Noë
Het product van Papertronics zit in de zogeheten pre-launch. ,,We zijn bijna zover om de markt te bestormen. En dan kan het hard gaan. Voorlopig zitten we waar we moeten zitten, met een goede workshop, een lab waar we kunnen opschalen en de beste contacten om ons heen. O ja: de evenementen in het Space café zijn ook heel mooi. Toch best belangrijk voor een groep jonge mensen zoals wij.’’