Grete Tveit (Equinor), Roger Miesen (RWE), Pierre Devillers (Engie), Hans Coenen (Gasunie) en Arjan Schipaanboord (VoltH2) zetten symbolisch hun handtekening op een stuk waterstofleiding. Foto: Jan Buwalda
Vijf energiebedrijven hebben vrijdagochtend het startsein gegeven om gezamenlijk de eerste bouwsteen te leggen voor de grootschalige productie van groene waterstof in Noord-Nederland.
Het Noorse Equinor, het Duitse RWE, het Franse Engie en het Zeeuwse VoltH2 verklaarden dat zij een aansluiting willen op het waterstofnetwerk van Gasunie omdat zij in deze regio deze energiedrager willen gaan produceren. Via het nieuwe netwerk kunnen ze de waterstof leveren aan de industrie, die het als brandstof en grondstof gebruikt.
Stuk waterstofleiding
Vertegenwoordigers van de bedrijven zetten symbolisch hun handtekening op een stuk waterstofleiding. Volgens Hans Coenen, lid van de Raad van Bestuur van Gasunie, is de betekenis daarvan ‘meer dan symbolisch’.
Gasunie kan nu de aanleg van de leidingen en aansluitingen voorbereiden, zodat daar volgend jaar een investeringsbeslissing over kan worden genomen. Gasunie zou dan in 2026 klaar kunnen zijn voor het transport van de waterstof. De productie daarvan is naar verachting in 2028 bij alle vier de mede-ondertekenaars begonnen. ,,Ik ben hier heel gelukkig mee”, zei Coenen.
Voorbeeld
De ondertekening vond plaats tijdens het tweedaagse waterstofcongres ‘Wind meets gas’ dat jaarlijks in de Martinikerk in Groningen wordt gehouden. De vijf bedrijven hopen met hun initiatief de opschaling van de waterstofproductie te versnellen. Ze roepen andere bedrijven op om hun voorbeeld van ‘samenwerking in de keten’ te volgen.
Volgens de vertegenwoordigers van de bedrijven maakt de Nederlandse overheid te weinig snelheid met de stimulering van de groene waterstof, in vergelijk met bijvoorbeeld Duitsland en Noorwegen. Coenen relativeerde dat. ,,Er gaan ook dingen goed”, zei hij en verwees naar de opdrachten van de regering voor Gasunie om op land en op zee een waterstofnetwerk aan te leggen.
RWE en Engie gaan met elektrolysers met een vermogen van respectievelijk 350 en 100 megawatt groene waterstof produceren in de Eemshaven. VoltH2 gaat dat in Delfzijl doen met een elektrolyser van 25 megawatt. Het bedrijf gaat soortgelijke waterstoffabrieken ook in Vlissingen en Terneuzen bouwen.
Blauwe waterstof
Equinor wil in de Eemshaven blauwe waterstof gaan maken. De productie daarvan vindt plaats met aardgas. De CO2 wordt echter afgevangen en opgeslagen in lege gasvelden op de Noordzee. Daardoor geldt het als duurzaam.
De productie van blauwe waterstof wordt gezien als een tussenstap in de energietransitie. Volgens Grete Tveit van Equinor is deze productiemethode noodzakelijk om de waterstofproductie snel op te schalen en de markt ervoor op gang te brengen. Het duurt volgens haar te lang voordat er voldoende windparken zijn om huishoudens en bedrijven van groene stroom te voorzien én waterstof te maken.