Op de Onneresch zijn bloeiende akkerranden aangelegd met een speciaal voor dit gebied samengesteld mengsel. Foto: Ingrid Schenk
Coöperaties als Land van Ons en Lenteland vinden dat de overheid te weinig doet voor natuurvriendelijke landbouw. Ze nemen het heft in eigen hand en kopen zelf grond aan voor biologische boeren. Kunnen ze echte verandering bewerkstelligen? Een kijkje op de Onneresch.
Op veel dingen zijn ze trots, maar van de terugkeer van het ‘Ei van Onnen’ gaan de vrijwilligers achter coöperatie Land van Ons echt glimmen. Het ovale spiegelgladde meer ligt wat plompverloren midden in het perceel Onneresch, 25 hectare aan akker- en weideland in de luwte van de Appelbergen.
„Heel lang is de weide ontwaterd geweest, om het te gebruiken als hooiland voor koeien. Met een simpel dammetje hebben we het kunnen herstellen, de natuur deed de rest. Met het Ei zijn de kikkers, lepelaars, steltkluten en bergeenden terug. Scholeksters hebben hier gebroed en hun jongen grootgebracht”, vertelt Dorothée Wortelboer, die namens Land van Ons aan dit perceel werkt.
Bij Land van Ons wordt veel werk verzet op de percelen door vrijwilligers, zoals het inzaaien van bloeiende akkerranden. Foto: Ingrid Schenk
Land van Ons is een van de inmiddels handvol Nederlandse coöperaties en initiatieven die met geld van burgers landbouwgrond opkoopt. Het doel: op dat land met groene boerengebruiken de bodem en biodiversiteit herstellen. Of in de woorden van lid van het bestuur van Land van Ons, Janneke Hoekstra: „We willen van het landelijk gebied weer een nestel- en vestigingsplek maken voor kleine dieren, zoogdieren, amfibieën. Zoals het boerenland vroeger was.”
Net als initiatieven als Lenteland, Aardpeer en Herenboeren gelooft Land van Ons dat de sleutel tot een soortenrijk en bloeiend Nederland juist op het boerenerf ligt. Twee derde van het grondoppervlak in Nederland is immers boerenland.
Hoekstra: „De landbouw heeft mede ons landschap gevormd en is daarmee van heel veel Nederlandse soorten ook de drager geweest. Sinds een aantal decennia raken we die soorten ook weer met grote vaart kwijt, door schaalvergroting, door het verdwijnen van landschapselementen als heggen en struweel en door het pesticiden- en kunstmestgebruik. Kijk naar de patrijs, die kon je vroeger bij de slager kopen en is nu een bedreigde diersoort. Die krijg je niet terug met alleen maar natuur, die is verbonden met het rijke akkerland.”
Magere jaren voor de boer
Het is voor boeren die natuurvriendelijk werken moeilijk om een boterham te verdienen, aldus Hoekstra. „Door de overheid wordt met de mond beleden dat het heel belangrijk is, en een officieel beleidsdoel is dat in 2030 in Nederland 15 procent van de boeren biologisch werkt. Maar naast een reclamecampagne ontbreekt het aan daadwerkelijk beleid, dus het zal voorlopig op de huidige 4 procent blijven steken.”
Dorothée Wortelboer van Land van Ons op de Onneresch. Foto: Ingrid Schenk
Er is bijvoorbeeld vrijwel geen steun voor boeren die willen overschakelen naar biologisch, terwijl dat een aantal heel magere jaren oplevert voor de boer. Daar komt nog bij dat de grondprijzen in Nederland extreem hoog zijn, gemiddeld zo’n 80.000 euro per hectare. „Met zulke prijzen kun je het boeren niet kwalijk nemen dat ze zo veel mogelijk uit een hectare willen halen.”
De nieuwe grondeigenaren tuigen allemaal verschillende manieren op om de donateurs betrokken te houden bij het ‘stukkie grond’ dat ze met hun gift, lening of obligatie hebben veiliggesteld voor de groene boer. Bij Lenteland krijgen leden daadwerkelijk stemrecht in de ledenvergadering, bij Aardpeer blijft het bij meewerkdagen op de boerderij.
Bij Land van Ons krijgen leden ook de mogelijkheid om te stemmen over de plannen van de coöperatie. Bij Lenteland en Land van Ons houden leden de mogelijkheid om na twee jaar hun ingelegde geld weer terug te krijgen. Maar een rente of winstdeling zit er niet in. Hoekstra: „Biodiversiteit is je rendement.”
Met de biodiversiteit zit het wel goed
En met die biodiversiteit zit het volgens alle vlinder-, bodem-, vogel- en insectenmonitoringsgroepen van Land van Ons op de Onneresch wel goed. Sinds Land van Ons de hectares in 2021 kocht van een boer die geen opvolger had, verpachten ze het voor een schappelijke prijs aan een biologische melkveehouder uit de buurt, de Maatschap Steenbergen. Zij weiden er hun jongvee en telen er onder andere krachtvoer voor hun 90 koeien.
Op de Onneresch zijn bloeiende akkerranden aangelegd met een speciaal voor dit gebied samengesteld mengsel. Foto: Ingrid Schenk
Samen met het perceelteam van Land van Ons doet hij er allerlei ingrepen die de bodem beter moeten maken, het grasland soortenrijker. De akkerranden zijn ingezaaid met een voor het gebied speciaal gemengd mengsel met inheemse eenjarige en vaste bloeiende planten. Het weideland wordt bemest met vaste mest uit de potstal van de koeien, waar de stront zich mengt met stro.
Steenbergen: „Potstalmest is heel goed voor weidevogels, in een bodem bemest met potstalmest zitten meer wormen en andere beestjes. Bovendien zorgt het voor veel meer variatie aan wilde planten in je grasmat, wat dan ook weer goed is voor de gezondheid van de koeien.”
Op de akkers passen ze vruchtwisseling toe om de grond gezond te houden, de bloeiende boekweit, veldbonen, huttentut, quinoa en gerst rouleren. In de winter ligt de bodem nooit bloot – dat is uit den boze in de biodynamische landbouw – en worden er groenbemesters ingezaaid.
Boer Wouter Steenbergen op de Onneresch. Foto: Ingrid Schenk
Wortelboer: „Het is bijzonder hoeveel er kan veranderen in vier jaar, als de huttentut bloeit en de akkerranden, heb je al het gevoel dat je in de natuur bent.” Janneke Hoekstra: ,,Het gebied is inmiddels zo mooi, dat we het kunnen aanmelden voor de Natuurschoonwet, nou dat zegt wel iets.”
Kievitsnest tussen de boekweit
Melkveehouder en akkerbouwer Wouter Steenbergen ziet het komen en gaan van natuurliefhebbers die vogels, libellen, nachtvlinders, bodemkwaliteit en wormen komen waarnemen geamuseerd aan. „Ik heb ook altijd een verrekijker mee, maar om koeien te tellen, niet om vogels te kijken”.
Maar plezier in zijn werk geeft het wel. „Ik kom hier niet speciaal om te genieten, dat doe ik tussen het werken door.” Een kievitsnest in de boekweitakker, de hazen die weer door het veld lopen. „Dat geeft wel voldoening, van: dat hebben we toch maar mooi voor elkaar.”
Hij is wat nuchterder over de vooruitgang op dit stuk land. „Door de hoogteverschillen en de ligging kun je als boer hier ook niet heel intensief werken, geen heel gekke dingen doen. De grond was eigenlijk al heel aardig.”
Hij heeft aan den lijve ondervonden hoe moeilijk het voor boeren is om over te stappen op biologisch boeren. „Toen wij overschakelden moesten we bijvoorbeeld het laatste half jaar al over op biovoer, wat twee keer zo duur is. Maar onze melk mochten we nog niet voor de hogere biologische prijs verkopen. En twee jaar na het overschakelen kwamen de echte moeilijke jaren: de grond was geprogrammeerd op kunstmest en nog niet gewend aan de nieuwe vaste mest. Een aantal jaar leverde het land te weinig hooi op. Dat was financieel heel zwaar. Je moet het als boer echt willen, een potje hebben en tegen onzekerheid kunnen.”
Bloeiende boekweit op de Onneresch. Foto: Ingrid Schenk
Hij is blij dat hij via Land van Ons nu onder zulke gunstige voorwaarden kan uitbreiden. „Ik had allerlei ideeën om zelf met akkerbouw te beginnen, maar als je het land niet hebt, begin je er niet aan. De prijs die ik hier betaal is bijna de helft van wat ik bij het pachtbureau van de provincie zou moeten betalen.”
Hoekstra: „Onze pacht is in overeenstemming met wat een stuk grond kan opleveren zonder die uit te mergelen of te overvragen. Zo hanteren we een maximum van anderhalve koe per hectare.”
Een betere grondpolitiek voeren
Land van Ons heeft 350 hectare in beheer, Aardpeer heeft 144 hectare, maar de organisaties hebben grootse ambities. Hoekstra: „Land van Ons wil in drie jaar verdubbelen, in ledenaantal en hectares. Dat moet ook wel, willen we een deuk in een pakje boter slaan. Om de biodiversiteit in Nederland te redden heb je zeker 300.000 hectare goed beheerde landbouwgrond nodig en daar willen wij graag een flinke bijdrage aan leveren. Maar als je met de grondprijzen uitrekent wat dat moet kosten, weet je dat je er met alleen betrokken burgers dan niet komt.”
Het jongvee van boer Steenbergen op de Onneresch. Foto: Ingrid Schenk
Wetenschappers van Wageningen University and Research concludeerden in 2023 dat het „onwaarschijnlijk” is dat veel meer mensen gaan deelnemen als de initiatieven geen hoger rendement bieden.
Samen met Lenteland en Aardpeer denkt Land van Ons ook na over hoe de overheid betere grondpolitiek zou kunnen voeren, die voorkomt dat de prijzen maar blijven stijgen. ,,In andere landen houden overheden veel meer regie, hier is de markt grotendeels geliberaliseerd.”
Ook hopen ze dat grotere investeerders, als pensioenfondsen en verzekeraars, ze weten te vinden. „Het animo bij boeren is er, we worden inmiddels regelmatig benaderd door boeren die bij de bank geen lening konden krijgen. Land van Ons moet helaas vaak nee verkopen. Zonder ander beleid van de overheid zullen we de transitie op het boerenland niet kunnen maken, maar ik denk dat wij in ieder geval laten zien wat er mogelijk is.”
Het Ei van Onnen op de Onneresch. Foto: Ingrid Schenk
Filmdag in de Biotoop.
Ter gelegenheid van het 5-jarig bestaan van Land van Ons wordt in vier steden, waaronder Groningen-Haren, een filmdag gehouden. De filmdag is op zaterdag 12 april, in de Biotoop in Haren. Er worden drie Nederlandse documentaires vertoond, over boeren die met succes de overstap naar biologisch hebben gemaakt, over de samenwerking tussen boer en natuur en over een voedselbos. Voor nadere informatie: onneresch@landvanons.nl
Land van Ons in het Noorden
Naast het Groningse perceel Onneresch heeft Land van ons bij het Friese Triemen twee percelen aangekocht (percelen Triemen en Zwagermieden) en een groter stuk land bij Bakkeveen. Hier is onder meer plas-drasgebied voor vogels en bij Bakkeveen grazen nu brandrode runderen.
In Drenthe heeft Land van Ons bij Hooghalen het perceel Holtesch aangekocht. Daar werkt de boer met strokenteelt met verschillende gewassen als lupine en rogge.