Aantal schapen dat beschermd staat tegen wolf neemt toe. Foto: Marcel Jurian de Jong
Het aantal boeren rond het Drents-Friese Wold dat wolfwerende hekken gebruikt is tussen 2022 en begin dit jaar toegenomen van 10 procent naar 25 procent. Dat blijkt uit een onderzoek door provincie Drenthe.
Schaapjes tellen kan maar beter niet te slaapverwekkend worden. Want om te zien hoe de schapenhouders in de provincie het deden, reed wolvendeskundige Hans Haspers in opdracht van provincie Drenthe in hun auto langs percelen. Hij telde circa 10.000 getelde schapen voor zijn rapport om te bepalen hoeveel dieren beschermd en hoeveel er onbeschermd staan. Beschermd wil zeggen: dieren waarvan de weide omheind is met minimaal vijf stroomdraden op voorgeschreven afstanden. Het onderzoek gebeurde tussen 25 december 2023 en 3 januari 2024.
Haspers concludeert dat het aantal boeren met wolfwerende rasters van 10 procent naar 25 procent is gestegen, kijkend naar exact hetzelfde telgebied als 2022 rond het Drents-Friese Wold.
Dat er steeds meer preventieve maatregelen genomen zijn om dieren te beschermen, ziet gedeputeerde Egbert van Dijk (BBB) van de provincie Drenthe als „een positieve ontwikkeling.”
Niettemin staat nog altijd driekwart van de dieren onbeschermd. Dat wil ook Van Dijk nog graag veranderen. „Wij beseffen ook dat dit nog lang niet voldoende is om effect te hebben. Het menu van wolven moet niet uit hobby- en landbouwhuisdieren bestaan. Wolven zouden minder makkelijk toegang moeten krijgen tot landbouwhuisdieren. Daarom blijven we als provincie het nemen van beschermende maatregelen stimuleren.” Volgens de provinciebestuurder worden er nog altijd nieuwe subsidieaanvragen gedaan.
‘Maar’ 20 procent
Om het doel van de provincie te halen, moet er nog wel wat gebeuren. Want over een groter gebied bekeken is het aantal wolfwerende rasters niet 25 procent, maar 20 procent. Onderzoeker Haspers onderzocht dit keer namelijk een groter gebied dan in 2022 en reden ruim 1000 kilometer in een gebied tussen Norg, Beilen, Meppel en de Friese grens. Naast schapen stonden ook sommige pony’s en paarden binnen wolvenrasters, maar slechts 2 tot 3 procent. Van de getelde geiten, varkens, alpaca’s, ezels, runderen, wallaby’s en (tamme) damherten stond geen enkel dier in binnen een wolvenhek.
Van de totaal 9973 schapen stonden er 2026 (mogelijk) wolfwerend beschermd. Dit komt neer op 20,31 procent. Beeld: DVHN
Het viel Haspers vanuit de auto op dat er verschillende hekken stonden die wolfwerend bedoeld waren, maar gebreken vertoonden en dus niet werden meegerekend. Zo waren soms niet alle zijden van het grasveld omheind met de juiste hekken of was het toegangshek niet wolfwerend. Ook hingen niet alle draden strak, of leek het onderste draad te hoog te hangen. Of er sprake was van stroom, is in dit Onderzoek landbouwhuisdieren Zuidwest-Drenthe niet bekeken.
Haspers suggereert in zijn verslag dat de wolvencommissie of wolvenconsulent regelmatig de boeren zou moeten bezoeken. ‘Niet met een wijzende vinger op de aanwezige gebreken, maar juist met bemoedigd advies en raad.’
Vanuit de schapensector is veel scepsis over zulke hekken. Het kost veel tijd om ze neer te zetten en het onderste draad vrij te houden van gras, waardoor de veehouderij onrendabel wordt. Ook is het vrijwel onmogelijk om wolvenrasters goed te plaatsen; een weiland is geen biljartlaken. Daarnaast – en dat is misschien wel het belangrijkste – zijn er voorbeelden van wolven die in zulke wolfwerende afrasteringen komen. De hekken geven geen waterdichte garantie dat de wolf het weiland niet in komt.
Van de 489 pony’s stonden er 12 mogelijk wolfwerend beschermd. Dit komt neer op 2,45 procent. Bij paarden (niet op dit kaartje) is het vergelijkbaar. Van de 1264 paarden stonden er 29 mogelijk wolfwerend beschermd. Dit komt neer op 2,29 procent. Foto: DVHN