Melkveehouders Henk en Tineke uit Pesse zien meer in beheer van wolf dan extra nachtstalling

Vorige week werd in de gemeenteraad van Hoogeveen de motie ‘Nachtrust voor iedereen: vee veilig op stal’ unaniem aangenomen. De gedachte erachter: bouw extra nachtstalling en schuilplekken, op het erf of op daarbuiten gelegen percelen, om zo ellende door wolven te voorkomen.

In het eerste halfjaar van 2025 waren er landelijk meer wolvenaanvallen op vee (497) dan in dezelfde periode vorig jaar (360). Volgens uitvoeringsorganisatie BIJ12 bestaan in Drenthe inmiddels vier wolventerritoria, waaronder twee nieuwe roedels in Zuidwest-Drenthe.

Melkveehouderij en educatieboerderij Aan ‘t Schapenmeer in Pesse heeft er ook mee te maken. Het bedrijf telt ruim honderd hectare en heeft melkkoeien en jongvee. In totaal ruim 220 dieren. „Het jongvee wordt op onze boerderij grootgebracht”, vertelt Tineke Westert. ,,Regelmatig hebben we bezoek van een schoolklas, die we hier rondleiden. We vertellen dan over ons werk en wat hier groeit en leeft.”

Maar soms is er ongewenst bezoek in de nacht. Al twee keer sloeg een wolf dodelijk toe. Drie jaar geleden ging het om een zogeheten droge koe, die geen melk meer geeft omdat ze gaat kalven. „Ze stond daardoor samen met andere droge koeien in de wei”, zegt Tineke. „We ontdekten de volgende ochtend dat ze was aangevallen en gedood.”

Twee maanden geleden viel een pink van een tien maanden oud ten prooi aan de wolf. Opnieuw ‘s nachts. „Heel vervelend natuurlijk”, zegt Henk Westert. „Zoiets houd je toch bezig.” De grootste schrik voor het boerenechtpaar kwam echter drie dagen vóór die tweede fatale aanval. Ze vermoeden dat een wolf jongvee heeft opgejaagd.

Tineke: „We hebben er geen bewijs van, maar veertien beesten zijn losgebroken en overal heen gevlucht. Dat gebeurt niet zomaar. Ze liepen bij het kerkhof in Pesse aan de andere kant van de A28 en in de buurt van tankstation Green Planet. Pas in de loop van de middag hadden we alle dieren weer veilig in onze stal staan, gelukkig zonder verwondingen.”

Wat doen jullie zelf om de beesten zoveel mogelijk te beschermen?

Tineke: „We zijn een extensief bedrijf met veel grond en willen de dieren zoveel mogelijk buiten laten lopen. Alles binnen zetten past niet bij onze bedrijfsvoering en -filosofie. ‘s Winters staan de koeien natuurlijk wel binnen, er is ook ruimte genoeg. We hoeven dus geen stal bij te bouwen om ze een plek te bieden. We zorgen goed voor onze dieren. De kalfjes tot een half jaar houden we vanwege de wolvenaanvallen al in de stal, wat eigenlijk tegen onze zin is.”

Henk: „De vraag is: wil je aan de huidige situatie met de wolf toegeven? Moet dat roofdier ons beleid bepalen? Daarbij komt: het is voor ons ook praktisch niet te doen. Ik heb maar 24 uur in een dag. Wie zegt: zet ze maar binnen, heeft geen idee hoe het op een boerenbedrijf als dat van ons werkt. We hebben veel land, het is niet even iets er bij. Ik moet dan extra personeel inhuren.”

Tineke: „Voor ons is het niet realistisch, maar het kan voor anderen natuurlijk wél een oplossing zijn.” Henk: „Ik denk dat hobbyboeren er mogelijk baat bij kunnen hebben. Die werken veel kleinschaliger. Al vragen we ons wel af hoe de praktische uitvoering van zo’n extra nachtstalling gaat. Komt er een betonnen fundering? Hoe wordt het geregeld met stroom? Is het een permanente stal of alleen tijdelijk?”

Onlangs besprak het echtpaar Westert met de provinciale wolvenconsulent de mogelijkheden van wolfwerende rasters. Over de effectiviteit van deze hekwerken met stroomdraden is veel discussie. „Het is geen waterdichte oplossing”, poneert Tineke. „Er zijn genoeg voorbeelden dat wolven er overheen komen.” Het echtpaar kreeg de voorwaarden uitgelegd en de keuze tussen een vast raster of een flexibele toepassing. „In theorie klinkt het mooi”, zegt Henk, „maar de praktijk is weerbarstig. De wolf past zich aan en raakt steeds meer gedomesticeerd.”

Liever zien ze dat de beschermde wolf beheerd wordt. In een aantal Europese landen mag het roofdier -onder voorwaarden- gedood worden. Dat ingrijpen moet de veiligheid voor andere dieren (en mensen) verbeteren. „We zijn in de wolvendiscussie al enorm doorgeschoten”, stelt Henk. „Je zult aan de voorkant maatregelen moeten nemen, anders blijft het dweilen met de kraan open.”