Tegen de verdachte is zes jaar cel geëist. Foto ter illustratie. Foto: Marcel Jurian de Jong
Een 46-jarige vrouw in Hoogeveen is op straat met een mes in de hand schreeuwend op haar buren afgerend. De politie, die al ter plaatse was, wist met een stroomstootwapen op het nippertje te voorkomen dat de slachtoffers werden neergestoken.
Dat zei de officier van justitie vrijdag in de rechtbank in Assen. Zij kwalificieert de aanval van de vrouw, die psychisch in de war was, als een poging tot doodslag.
Volgens de officier heeft haar partner verklaard dat de verdachte al dagenlang zei dat ze de overburen, een moeder en een zoon, zou gaan vermoorden. Op de bewuste dag, 24 april van dit jaar, zei de vrouw dit ook aan de telefoon tegen een GGZ-hulpverlener.
De GGZ-medewerker nam dit zeer serieus en besloot zich niet te houden aan de geheimhoudingsplicht, maar de politie te bellen. Toen agenten ter plaatse kwamen en de vrouw vroegen mee te komen, deed zij haar handen in de lucht. Zij had stiekem een mes in haar broekband gestoken. Met een agent voor en een agent achter haar werd de Hoogeveense naar buiten begeleid naar de politiewagen.
‘Kan me niets herinneren’
In een onbewaakt ogenblik ging zij er vandoor, trok het mes en rende schreeuwend op de buren af. Vlak voor ze bij de hevig geschrokken moeder en de zoon was, greep een agent in met een stroomstootwapen. De vrouw verklaarde op de zitting dat het al lang niet goed met haar ging. Ze was psychisch in de war en alcoholverslaafd. ,,Als drie mensen zeggen dat ik daar met een mes heb gezwaaid, zal het wel zo zijn. Maar ik kan me er niets van herinneren.”
De vrouw zit al bijna een half jaar in voorarrest. Ze is onderzocht door een psycholoog die vaststelde dat de vrouw stoornissen heeft, verstandelijk beperkt is en een alcoholprobleem heeft. Net als deze deskundige vindt ook de reclassering dat zij hulp nodig heeft. Zij zou naar een instelling voor begeleid wonen moeten. Vooralsnog is het niet gelukt om een geschikte plek te vinden.
Hulp nodig
Volgens de officier was het haar bedoeling om de slachtoffers te doden. ,,Zij was gewoon aan het doen wat ze zich al dagen had voorgenomen: de buren vermoorden. Als de ggz de politie niet had gebeld en agenten niet zo alert hadden gereageerd, had het heel anders kunnen aflopen.”
De officier deelt de conclusie van de deskundigen dat de vrouw sterk verminderd toerekeningsvatbaar is en hulp nodig heeft. Zij eist 20 maanden cel, waarvan dertien maanden voorwaardelijk. Ook moet ze verplicht naar een instelling met 24 uurs-zorg zodra daar plek is.
Haar advocaat Bram Pover vindt dat poging tot doodslag of zware mishandeling niet kan worden bewezen, bedreiging wel. De advocaat vroeg de rechtbank om haar zo snel mogelijk vrij te laten. Ook hij vindt dat zij hulp nodig heeft.