Burgemeester Marco Out van Assen: 'Stoppen met het veiligheidsrisicogebied heeft een averechts effect' Foto: Marcel Jurian de Jong
De maatregel om in de binnenstad van Assen preventief te kunnen fouilleren levert maar weinig op. Het aantal incidenten waarbij steekwapens een rol speeldendaalde van 32 naar 28. Toch is opgeven van wat het veiligheidsrisicogebied is gaan heten geen optie, vindt burgemeester Marco Out. Hij legt uit waarom.
Waarom verlengt u het veiligheidsrisicogebied met een jaar?
„We hadden ook kunnen kiezen voor een half jaar, maar dan zou de maatregel vlak voor de zomer aflopen. We zien een piek in incidenten in de warmere maanden. De verlenging is nu niet zo kort dat we de zomer niet kunnen meepakken, maar ook niet te lang. Zo kunnen we de kijken of we proportioneel blijven. Het veiligheidsrisicogebied maakt toch een kleine inbreuk op de persoonlijke levenssfeer.”
Het is wel een ingrijpende maatregel.
„Ik ben twee of drie keer bij het preventief fouilleren aanwezig geweest. De enige mensen die het niet tof vonden dat ze gefouilleerd werden, waren mensen bij wie iets werd aangetroffen.”
De binnenstad van Assen is sinds vorig jaar oktober een veiligheidsrisicogebied. Hoeveel zijn er tot nu toe geweest?
„In de afgelopen periode waren er 28 incidenten waarbij messen een rol speelden. Dat kunnen steekincidenten zijn geweest, maar ook incidenten waarbij de politie een mes aantrof. Het kon ook gaan om een verdenking of er werd genoemd dat iemand een mes had.
Het jaar ervoor waren het 32 incidenten. Het is een teruggang, maar we willen meer teruggang zien dan dit. Dat was voor ons een van de argumenten om te zeggen: we gaan verlengen.”
U heeft een jaar lang de hele binnenstad, een groot gebied, afgebakend waar gefouilleerd mag worden. En het resultaat is 28 incidenten in plaats van 32?
„Wij vinden het ook te weinig. Dan kun je zeggen: we stoppen ermee, of we gaan er stug mee door. Ik denk dat stoppen een averechts effect zal hebben.”
Er zijn de afgelopen tijd acht fouilleeracties geweest. Er werden 35 steek- en slagwapens in beslag genomen. Wat vindt u van die resultaten?
„Ik vind dat heel ingewikkeld. Als je niks aantreft bij een fouilleeractie, zeg je dan ‘helaas’ of ‘gelukkig’? Ieder mes of steekwapen dat onttrokken wordt, is meegenomen. De fouilleeracties hebben een positieve invloed op het veiligheidsgevoel. Zowel ondernemers als het uitgaanspubliek zeggen: we vinden het fijn dat dit gebeurt, want het geeft ons een veiliger gevoel.”
Maar het aantal incidenten loopt nauwelijks terug.
„Kijk, messen zijn een probleem in Nederland. Niet alleen in Assen. Als mensen merken dat er een norm wordt gesteld, weten dat er iets aan gebeurt en het probleem serieus wordt genomen, dan zie je dat dat een positief effect heeft op het veiligheidsgevoel.”
Als je je kind uit laat gaan in Assen wil je toch zeker weten dat hij of zij veilig is? Dat blijkt niet zo te zijn.
„Ik weet niet hoe je dat zou willen bereiken?”
Misschien moet er meer gebeuren.
„Het is een utopie om te denken dat niemand ooit nog een mes op zak heeft. Er gebeurt sowieso meer dan alleen de fouilleeracties. We zetten komend jaar weer twee wapeninleveracties op. En kortgeleden was er onrust aan de Singelpassage. Dan wordt extra ingezet op surveilleren. We hebben de afgelopen maanden gewerkt met particuliere beveiligers in het centrum. Dat gaan we het komend jaar ook verlengen. Ook het COA hebben we gevraagd een bijdrage te leveren. Zij doen tot maart een project met straatcoaches. We doen dus meer dan alleen kijken of iemand een mes bij zich heeft.”
Wanneer is het aantal incidenten voldoende gedaald om het veiligheidsrisicogebied op te heffen?
„We willen richting de helft van de 32 incidenten die we vorig jaar zagen. Maar dat is meer om een richting te hebben. Of het nu 15, 16 of 17 zijn; we voeren tegen die tijd gewoon weer een gesprek over wat we het jaar ervoor hebben gezien, wat we horen en wat de absolute cijfers zijn.”
Schiet u met het aanwijzen van dat veiligheidsrisicogebied nietmet een kanon op een zwerm muggen?
„Nou nee, want je ziet dat er nog steeds messen op straat zijn. Het blijft voor een burgemeester zoeken tussen aan de ene kant mensen niet onnodig belasten, en aan de andere kant maatregelen treffen waardoor er in ieder geval íets gebeurt. Niets doen is geen optie.”