Stichting TT Museum kwam heel ver, maar vloog in de laatste bocht alsnog in de grindbak. 'Door de mensen op straat kregen we iedere keer nieuwe energie'
Mettertijd zijn er allerlei TT-relikwieën verzameld voor een plekje in het TT Museum, zoals de collectie van verzamelaar Bert Streutker. Foto: Marcel Jurian de Jong
De stichting TT Museum slikte teleurstelling na teleurstelling, maar bleef strijden voor een plek in Assen om de historie van de TT te eren. De hobbelige rit eindigde deze week in de grindbak.
Trekken. Als voorzitter Sandra Hoekman de bijna tien jaar durende strijd voor een TT Museum moet samenvatten, dan schiet dat woord haar als eerste te binnen. „Al die tijd trekken we aan iets waar de overheden minder enthousiast over waren dan veel mensen om ons heen.” Maar na deze week kan Hoekman het touw waar ze aan trok loslaten. Het TT Museum is een dood paard en aan dode paarden trekken heeft geen zin.
Woensdag kregen Hoekman en de haren de mededeling: de provincie Drenthe is niet van plan om te investeren in de museumplannen. Een vuistslag vol op de neus van de stichting. Begin dit jaar was er nog zoveel hoop. De gemeente Assen was na jaren van masseren bereid om een bedrag met zes nullen uit te trekken voor een TT Museum, mits de provincie ook mee zou doen. De gedachte was dat Drenthe in de slipstream van Assen zou volgen. Het bleek ijdele hoop. Geen geld. Weg museumplan.
Het Drentse asfalt barst van de historie. Wat zou er beter passen in Assen dan een museum over ‘de ren’, zoals de TT vroeger in de volksmond ook wel werd genoemd? Een permanente expositie van relikwieën, zoals wel meer grote circuits over de hele wereld hebben. Het was de grote droom van Jaap ‘mister TT’ Timmer, de man bij wie de benzine door de aderen stroomde. Hij wist als geen ander dat de mondiale status van de Asser kathedraal van de snelheid groot is.
Timmer zag bovendien dat eerdere exposities over de TT op grote belangstelling konden rekenen. Halverwege de jaren negentig vergaapten bezoekers zich aan de uitgestalde memorabilia bij de expositie 70 jaar Dutch TT in de Prins Bernhardhoeve in Zuidlaren. Toen al maakte Stadspartij PLOP ketelmuziek voor een museum. Vlak na de eeuwwisseling volgde opnieuw een jubileumtentoonstelling: Brullende motoren, bruisend bier in het Drents Museum, over 75 jaar TT.
Jaap Timmer, mister TT. Archief: Marcel Jurian de Jong
Moeizame zoektocht
De TT leefde, leeft en zal altijd blijven leven. Timmer was daarvan overtuigd en in 2015 richtte hij samen met onder anderen prominenten Ronald Obbes en Fred Lubbers de stichting TT Museum op. Later traden ook oud-wethouder Ruud Wiersema toe en Sandra Hoekman, de rechterhand van Timmer. Voortvarend gingen de initiatiefnemers aan de slag. In sneltreinvaart ontrolde zich een plan. Het museum zou een ‘experience’ moeten worden. Gerenommeerd bureau DST uit Baarn, bekend van de Heineken Experience in Amsterdam, gaf er handen en voeten aan.
Het ging allemaal snel, totdat het opeens allemaal niet meer snel ging. De plannenmakerij stokte. Bijvoorbeeld in de zoektocht naar een geschikte locatie. Tal van plekken passeerden de afgelopen jaren de revue, zoals de TT Hall, het nooit gerealiseerde Factory Outlet Center (FOC), een verdieping in De Nieuwe Kolk en voormalig café ‘t Wapen van Drenthe. Uiteindelijk viel het oog op het donkergrijze pand aan de Brinkstraat, waarin voorheen discotheek Diana zetelde.
Waar het stichtingsbestuur ook tegenaan liep, was het gematigd enthousiasme bij overheden. Het heeft wel eens flink geknetterd. Zo stuurde het museumbestuur in 2021 een brandbrief aan de gemeente Assen waarin het vroeg om duidelijkheid. „Verder is voor ons gevoel de provincie nooit echt voorstander geweest”, zegt Hoekman.
Zo zou gedeputeerde Cees Bijl ooit in de wandelgangen hebben gezegd dat het TT museum eerder steun kreeg als het naar Zuidoost-Drenthe zou gaan. Volgens Hoekman vond Bijl dat er in Noord-Drenthe al genoeg gebeurde. „Je begrijpt wel waar we tegen moesten opboksen elke keer.”
Overlijden Jaap Timmer
Een andere grote aderlating was het overlijden van Jaap Timmer in 2017. Het was Hoekman zelf die het motorsporticoon opvolgde. „Mede om Jaap zijn werk niet een stille dood te laten sterven”, vertelt ze. Met het overlijden van Timmer bleven volgens Hoekman „misschien wel deuren dicht die voor hem opengingen”. In de jaren erna werd het stil. Heel stil. Het ‘experienceplan’ verdween van tafel.
Ondertussen werkte het bestuur ijzerenheinig door. Een nieuw plan verscheen in 2021. Opnieuw was de gemeente Assen niet meteen onverdeeld enthousiast. Het ontbrak aan ambitie en een helder exploitatiemodel voor de toekomst. En weer kon de stichting TT Museum terug naar de tekentafel.
Zo had het TT Museum in Assen moeten worden. Afbeelding: TT Museum
Teleurstelling. Schouders eronder. Teleurstelling. Schouders eronder. Hoekman schetst het gevoel van bijna tien jaar leuren voor het TT museum. „Door de reacties van Jan op straat kregen we iedere keer weer nieuwe energie. Je merkt dat het leeft”, zegt ze. Wat een sprintje had moeten worden, werd een uitputtende marathon. Ieder jaar kwam dat goudomrande jaar van 2025 dichterbij, het jubileumjaar van honderd jaar TT. Nog één bocht en de finish zou zichtbaar zijn. Hoekman slaakt een diepe zucht. „En daar vlogen we alsnog in de grindbak.”