Veel gemeenten zoeken naar alternatieve woonvormen voor statushouders, zoals flexwoningen. Foto: ANP
Het college van B en W heeft het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties verzocht of het project Flexwonen in Assen kan worden aangemerkt als experiment op grond van de Crisis- en herstelwet.
Het college heeft, op verzoek van de gemeenteraad , een haalbaarheidsonderzoek laten uitvoeren naar de bouw van flexwoningen in Assen. Het college: ,,In samenwerking met woningcorporatie Actium is een brede verkenning gestart naar mogelijke locaties, die tijdelijk kunnen worden ingezet voor flexwonen.”
Grote vraag
Het college wil daarmee zo snel mogelijk tegemoet komen aan de grote vraag naar sociale huurwoningen in de Drentse hoofdstad. Flexwoningen zijn volgens B en W dan een uitkomst, in elk geval als tussenoplossing. ,,De behoefte aan deze woningen is groot. Voor spoedzoekers, statushouders, starters en jongeren, maar ook voor gezinnen die vanwege herstructurering van de bestaande voorraad sociale huurwoningen in Assen tijdelijk elders gehuisvest moeten worden.”
Om de flexwoningen te kunnen realiseren moet een ruimtelijke procedure doorlopen worden. ,,Binnen de huidige wetgeving is het niet mogelijk om met een omgevingsvergunning af te wijken van het bestemmingsplan voor een termijn langer dan 10 jaar, wanneer gebruik wordt gemaakt van de reguliere (en korte) procedure. Vanwege de gewenste versnelling van de woningbouw en onze planning om op korte termijn de flexwoningen te plaatsen is het wel van belang om deze korte procedure te doorlopen.”
Hele gemeente projectgebied
Daarom hebben B en W het Ministerie van BZK verzocht om het project Flexwonen aan te merken als experiment op grond van de Crisis- en herstelwet. ,,Dan is het namelijk wél mogelijk om deze procedure te doorlopen voor een omgevingsvergunning met een termijn langer dan 10 jaar. Omdat de definitieve locatie(s) waar de flexwoningen kunnen komen niet bekend is/zijn, vragen we de minister het gehele grondgebied van de gemeente aan te merken als projectgebied.”
In juni hoopt het college antwoord te krijgen van het ministerie. ,,Ondertussen werken we verder aan de uitwerking van de potentiële locaties.”