Autohandelaar Theo E. uit Gasteren heeft de rechtszaak tegen voormalig Jumbo-topman Frits van Eerd verloren. De eigenaar van Noord Auto bv in Assen eiste 155.000 euro voor een klassieke Mercedes die hij jaren terug aan Van Eerd verkocht.
Naar het oordeel van de rechter is E. te laat met het opeisen van de verkoopprijs voor de Mercedes, die bijna zes jaar geleden werd geleverd. De zogeheten verjaringstermijn is verstreken, waardoor de Brabantse autoverzamelaar Van Eerd niet hoeft te voldoen aan de eis van het bedrijf om 155.000 euro te betalen.
E. en Van Eerd zijn samen ook verdachten in een groot fraudeonderzoek van het Openbaar Ministerie Noord-Nederland. De voormalig Jumbo-topman wordt vervolgd voor witwassen, corruptie en valsheid in geschrifte. Bij een inval in zijn woning werd in 2022 voor honderdduizenden euro’s aan contanten gevonden.
Corruptie en witwassen
Theo E. is in dezelfde strafzaak de hoofdverdachte. Ook hij wordt verdacht van valsheid in geschrifte en niet-ambtelijke corruptie. E. wordt bovendien vervolgd voor het leiding geven aan een bedrijf dat zich schuldig heeft gemaakt aan belastingfraude.
De beide mannen kennen elkaar uit de wereld van de motorcross. Jumbo was een grote sponsor van raceteams, onder meer in de motorcross.
De civiele procedure bij de rechtbank Oost-Brabant staat los van de strafzaak. E. en Van Eerd spraken ruim zes jaar geleden af dat het autobedrijf in Assen een Mercedes SL van bouwjaar 1957 zou verkopen. Op 20 september 2018 werd de auto aan de inmiddels afgetreden Jumbo-topman geleverd.
Contant betaald
Volgens de eigenaar van het autobedrijf heeft Van Eerd nooit voor het exclusieve voertuig betaald. Van Eerd zei tijdens de rechtszaak dat hij nooit een deal zou hebben gesloten voor zo’n hoog bedrag, want dat zou de auto volgens hem lang niet waard zijn geweest. Hij meent de koopprijs contant te hebben betaald voor een bedrag van 50.000 of 60.000 euro.
Daarnaast voerde Van Eerd bij de rechter aan dat het autobedrijf überhaupt geen recht heeft op een eventuele (resterende) koopsom; de termijn van de overeenkomst zou namelijk zijn verjaard. De rechtbank stelt vast dat het autobedrijf al langer zaken deed met Van Eerd en moest weten dat hij – naast de handel in auto’s met zijn onderneming – ook als privéverzamelaar auto’s kocht.
Hoogte koopovereenkomst niet relevant
Daarbij komt volgens de rechter dat deze civiele procedure door het autobedrijf is ingesteld tegen de privépersoon. De rechtbank gaat daar dus ook van uit. Dit betekent naar het oordeel van de rechter dat de wetsartikelen over consumentenkoop van toepassing zijn op de overeenkomst tussen E. en Van Eerd.
De rechtbank: ,,In die wetsartikelen staat dat de koopprijs bij aflevering kan worden opgeëist. Als de koopprijs dan niet binnen twee jaar wordt opgeëist, kan het zo zijn dat de verkoper geen aanspraak meer kan maken op de koopprijs. Dat is hier het geval.”
Met die vaststelling is voor de rechtbank niet meer relevant of Van Eerd al dan niet zou hebben betaald voor de Mercedes en wat de hoogte van de koopovereenkomst zou zijn geweest.