Lamert Kieft döt verslag van de gebeurtenissen in zien woonplaots, argens in Zuudwest-Drenthe. Beeld: Coen Berkhout | Midjourney
Uit het politierapport d.d. 6 Maart 2025 t.a.v Ued. de Commissaris.
Verscheen voor mij Jalving, Lubbert (Owmr) ten burele bekend kad. 3456-R alhier, rond 11.06 uur de genaamde Berend-Jan van der D. te Kluitenberg geb. 19– 07-51 te Amstelveen (hierna te noemen Deliekwint), welke het aanstonds op een zeuren & zaniken zette; ik was er gloeiende garriet (hierna te noemen g.g.) direct al bang voor.
Deliekwint beweerde dat hij 10, zegge Tien, Jaar geleden een zware verkeersovertredink begaan had en door rood licht gevaren was, doch hiervoor nooit opgepakt, welke thans op diens gemoed drukte en hemzelf alsnog aangeven kwam door te mijnent op het rabat te komen. Terstond de vent uitgestukt dat hij zich ten eerste g.g. bij de Verkeerspolitie melden had gemoeten daar dezulken toch de hele dag maar wat met Korte Jan zitten te tijpelen en ten tweede dat ondergetekende Jalving, Lubbert (Owmr) niet heengaat en knappen nawerk van 10 jaar heer op daar hem dit g.g. alle dagen al meer als genoeg over de laarzen loopt.
De jas uithemmelen
Dit gezegd hebbende of daar werd Deliekwint mij daar toch een partij hellig in de huid en ook nog in het hooghaarlemmerdijks, dat de gummielat begon mij te jeuken en ik Deliekwint verklaarde, ik zou hem g.g. wel eens even flink de jas uithemmelen als deze niet voortdadelijk omlijk wilde en rap opmarcheren. Dat hielp daar deze omzwijnder van een Deliekwint thans op de rekken ging en dit onfrisse zaakje door mij geseponeerd worden kon, daar ik mij g.g. niet bij de bok doen laat en opsputteren door ene uit het westen welke te onzent eens door rood licht gevaren is.
Opgemaakt den 6e Maart 2025 alhier, w.g. L. Jalving Owmr.
Naschrift: Graag wil onderget. bij Ued nog eens bepleiten een ruimer gebruik der Wapenstok toe te staan door deze een Deliekwint ook preventief eens over de snuit te mogen halen, event. in combi met traangas, stoomstrootwapen en pistool, ook al is laatstgenoemde g.g. een dink van niks en al helemaal niet lijkt op onze eens zo vertrouwde 9 mm Browning FN waarmede men op 100 m. makkelijk een Deliekwint uit de pantoffels pleren kon, maar afijn. Worden de gevraagde middelen g.g. in geen einde niet verruimd, dan ziet onderget. hier nog een rare bok van steigeren, daar de hedendaagse Deliekwint een gluiperd van een persoon is (m/v) welke men g.g. graag eens bij de schammelakken grijpen wil en lubben met de Wapenstok voornoemd. W.g. L. Jalving Owmr.
‘Totaal gien begrip’
„’t Was zun kienderachtig mannegie,weej niet?”, aldus naderhand de oude opperwachtmeester Jalving van de plaatsenlijke politie alhier in het café De Eveltas van de kastelein Jans-Maria Tissing bij ons in net dorp. „Mar wel ’n woord as ’n klompe. En mar zeuren aover zien verkeersaovertreding van 10 jaor eleden, ik wordde der gloeiende glunige garriet náár van.”
„Hij was onlangs toe etreden tot de karke, zee e en de domeneer had ezegd: ‘Broeder, bekeert u van de dwalingen uwer jonkheid, halleluja!’ En wie much dat weer opknappen? Júístem Van Putten: de plietsie; wie aans, gloeiende garriet in gien ende. Mar totaal gien begrip veur ’t wark van de plietsie heur; asse wij alleman die deur rood vaart oppakken mut, dan kome wij an oens eigen wark niet meer toe. Maar ja, dat zal zun mannegie an de konte roesten” en de opper Jalving door deze en andere vervelende gedachten een dubbele schone borrel bestelde.
„Ik bin ook geregeld deur rood evaren”, meende de kastelein Jans-Maria Tissing, welke vijftien jaar op de wilde vaart gezeten heeft, „bij ’t passagieren, weej niet? In Riga, Hongkong, Singapoer…” en Jans-Maria weemoedig in de verte staarde als gewezen zeeman zijnde.