Ze zijn alle drie zowat letterlijk in de supermarkt geboren. Als Bea Kortwijk ’s ochtends vroeg brood aanvulde, lagen haar kinderen in de winkelkar onder dekbedjes erbij. Kortwijk keert met de overname van Albert Heijn in Nieuw-Amsterdam terug op het oude nest.
Super! Welkom terug! Gefeliciteerd! Uitroeptekens zijn nooit ver weg als mensen reageren op de overname van Albert Heijn in Nieuw-Amsterdam door Bea Kortwijk (54). Heel veel klanten kennen haar. Niet zozeer van de Albert Heijn die ze heeft in Sleen, maar van de winkel die haar ouders runden in Veenoord.
En dat terwijl ze al tig jaren weg is uit Veenoord, waar haar grootouders in 1932 een dorpswinkeltje begonnen. Achttien jaar, roept ze spontaan, maar in werkelijkheid is het nog langer geleden. Het voelt niet zo, vinden ook haar klanten in het tweelingdorp. ,,Dit voelt echt als thuiskomen’’, zegt ze stralend als ze net weer een oude bekende op de winkelvloer heeft begroet.
Kortwijk Nieuw-Amsterdam
Die achttien jaar die ze dacht weg te zijn uit Veenoord komt niet zo maar uit de lucht vallen. Het plotselinge overlijden van haar man Giel in 1999 is een belangrijk ijkpunt. Ze runden toen al een supermarkt aan de Schaapstreek in Sleen, en stonden na jaren van wachten op het punt eindelijk het oude politiebureau van Sleen over te nemen.
Om erin te wonen met hun twee jonge kinderen, met daarachter de nieuwe supermarkt. Eindelijk zouden ze al hun wensen kunnen realiseren, al was het alleen maar vanwege de grootte: van 360 naar 1000 vierkante meter. ,,Natuurlijk heb ik best getwijfeld of die verhuizing nog wel moest doorgaan. Ik ben niet iemand die bulkt van het zelfvertrouwen. Maar we hadden er zo veel zin in. Giel keek er zo naar uit. Bovendien voelde ik me verantwoordelijk voor ons personeel. Al heel snel heb ik gezegd dat ik doorging. Ik wilde onze droom waarmaken.’’
Kortwijk in Veenoord.
Bea’s opa en oma legden daarvoor de basis in Veenoord. Op oude foto’s staan ze trots achter de toonbank van het dorpswinkeltje. ,,Opa ventte al jaren melk. Oma wilde mensen tegemoet komen door ook melk bij haar thuis te verkopen. In 1932 was dat. Al gauw kwamen daar allerlei dagelijkse producten bij.’’ Een dorpswinkel was geboren.
Bea’s ouders namen die later over. De eerste vraag die Bea en haar drie zussen eenmaal thuis van school kregen was of ze nog huiswerk hadden. ,,Zo niet, dan moesten we meteen meehelpen. Papier prikken, noten branden, vakken vullen, extra broden regelen bij de fabriek; noem maar op. Ik moest ooit eens veertig dozen tompoezen ophalen. Hoe ik die toch wilde meenemen, vroeg de bakker mij. Op de fiets natuurlijk! Man, ik zie me nog stuntelen.’’
Ouders van Bea Kortwijk.
Altijd hoopte Bea wat centen te krijgen voor haar werk, maar het bleef steevast bij een Cornetto. De winkel was er dan altijd in haar tienerjaren, nooit speelde ze toen met de gedachte om die later over te nemen. ,,Niet voor niets ben ik naar de kleuterkweek gegaan. Dat was bepaald geen succes. Ik kon geen orde houden, was veel te zacht. Moest ik de kinderen op de bank hebben, dan hingen ze bovenin het klimrek.’’
Kortwijk in Veenoord.
Pas toen Bea aan de slag ging in de supermarkt van een collega van haar ouders, in Dalen, begon het te kriebelen. Nu met twee supermarkten heeft ze tweehonderd personeelsleden onder haar hoede. ,,Gek inderdaad, dat ik toen helemaal geen orde kon houden. Ik was vroeger best verlegen. Zo’n houding zie je nu ook nog wel bij onze jonge werknemers. Sommigen durven in het begin nauwelijks een klant aan te spreken. Vaak komt dat wel goed.’’
Haar kinderen Susan (25) en Bas (23) zijn helemaal meegegroeid in de supermarktwereld. Als Bea ’s ochtends vroeg de broden aanvulde, dan lagen de kinderen keurig in hun pyjamaatje onder een dekbed in een winkelkar erbij. ,,Pas nadat de broden in de winkel lagen was het wassen, aankleden en naar school’’, zegt Susan.
Bas herinnert zich de verjaardagsfeestjes in de winkel. ,,Gingen we met z’n allen skeeleren dwars door de winkel. Of elkaar beplakken met stickertjes voor het afwegen van groente.’’ Knieperties bakken, ontelbaar veel paaseieren inpakken, vakken vullen; de twee hebben vaak meegeholpen in de winkel, maar niet zo regelmatig als hun moeder in haar jeugd. ,,En al zeker niet voor een Cornetto’’, lacht Bas.
Bea Kortwijk. Boudewijn Benting
De droom van Bea en Giel is uitgemond in een winkelcentrumpje in Sleen, met behalve Albert Heijn ook slijterij Gall en Gall, drogisterij Dio en cadeaushop ’t Klavertje. Vernoemd naar Giel, wiens achternaam Klaver beide kinderen hebben. Susan is de manager van de supermarkt in Sleen, Bas volgt een commerciële hbo-opleiding om straks ook leiding te kunnen geven. ,,De beste eigenschap die ik van mijn moeder heb? Supermarktje spelen!’’ Bea: ,,Dat krijg je als je zowat geboren bent in de winkel.’’
Wellicht is de huidige overname het laatste kunststukje van Bea. Ze wil over een jaar of zes stoppen. ,,Om meer tijd te hebben om creatief bezig te zijn, om vaker te kunnen reizen.’’ Ze weten alle drie maar al te goed dat het zo maar afgelopen kan zijn. ,,Carpe diem’’, zegt Susan. Hard werken is vaak mooi, maar ze zullen geen van drieën de vakantie overslaan. Pluk de dag.