Een kleine watersalamander op de Kraloërheide. Foto: Hans Dekker
Ecoloog Hans Dekker vond dit weekend in een half uurtje twaalf watersalamanders op het fietspad door Dwingelderveld. De dieren kruipen uit hun holletje vanwege het extreem warme januariweer. „Dit heb ik nog nooit gezien.”
Al jarenlang loopt provinciaal ecoloog Hans Dekker (64) wandelingetjes over het betonpad tussen buurtschap Kraloo en de radiotelescoop in het Dwingelderveld. Sinds de coronacrisis zelfs elke dag. Dit weekend keek hij er zijn ogen uit. Hij zag de ene na de andere watersalamander voorbij kruipen over het fietspad dat de vochtige hei doorkruist. Niet toevallig: het was zondag de vierde dag op rij waarop een Nederlands warmterecord werd verbroken. Door die warmte staakten de amfibieën hun winterslaap en staken de koppen boven hun holletjes.
Weleens vaker kwam Dekker in eerdere jaren een salamander tegen op een warme winterdag. „Maar dat was er dan eens één of misschien twee. Maar twaalf in een half uurtje, dat heb ik nog nooit meegemaakt. Het illustreert dat deze winter een beetje vreemd is.” In eerdere dagen spotte Dekker op hetzelfde fietspad ook al een rugstreeppad en een gewone pad. ,,Binnen veertien dagen heb ik drie soorten amfibieën gezien, die ik op dit moment niet hoor te zien.”
Overreden worden of doodvriezen
Bij de zondagse wandeling waar Dekker twaalf salamanders vond, bleek de helft al platgereden op het fietspad. Dat is dan ook het grootste risico voor de amfibieën die nu al ontwaken uit hun winterslaap. De koudbloedige diertjes zijn door de kou zo traag dat ze zich niet op tijd uit de voeten kunnen maken.
Een ander reëel gevaar voor de salamanders en padden is dat kou hen bevangt, waardoor ze doodvriezen. „Maar daar ben ik nu niet zo bang voor,” zegt Dekker, „want de temperatuurswisselingen gaan redelijk geleidelijk.”
De levende dieren die Dekker dit weekend vond, zette hij handmatig terug in de natte heide. „Meestal weten ze dan wel weer een goed heenkomen voor de rest van de winter te vinden.”